Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
23 september 2004 W&B/URP/04/67391 nr. 2040500270
Onderwerp Datum
Kamervragen van de leden Noorman - den Uyl 19 oktober 2004
en Samsom

./. Hierbij zend ik u mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, drs. P.L.B.A. van Geel, de antwoorden op de vragen van de leden Noorman - den Uyl en Samsom (beiden PvdA) over de vakbekwaamheideisen voor afvalverzamelen en de Bbz- regeling.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

2

2040500270

Vragen van de leden Noorman-den Uyl en Samson (beiden PvdA) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de vakbekwaamheidseisen voor afvalverzamelen en de Bbz-regeling. (Ingezonden 22 september 2004)

Vraag 1.
Kent u de regeling 1) die inzamelaars van oud ijzer verplicht voor 1 augustus 2004 een vergunning aan te vragen voor hun activiteiten, waarbij hen tevens de verplichting wordt opgelegd om over een vermogen van 18.000 risicodragend kapitaal te beschikken?

Antwoord 1.
Ja. Op 1 mei jl. is het Besluit inzamelen afvalstoffen en de daaraan gekoppelde Regeling inzamelaars, vervoerders, handelaars en bemiddelaars van afvalstoffen in werking getreden. Deze regeling vervangt twaalf provinciale regelingen voor de registratie van inzamelaars van afvalstoffen. De regeling houdt geen vergunningaanvraag in, maar een in Europees kader voorgeschreven registratieverplichting. Inzamelaars, vervoerders, handelaars en bemiddelaars van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen kunnen hun praktijk uitoefenen wanneer zij vermeld staan op een landelijke lijst. Voor vermelding op de lijst moet aan drie eisen worden voldaan waaronder de kredietwaardigheidseis van 18.000 risicodragend kapitaal in eigen vermogen.

Vraag 2.
Is het u bekend dat een aantal verzamelaars van oud ijzer hun bedrijfje via het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz regeling) hebben opgestart en dat deze vermogenseis de voortzetting van hun bedrijf onmogelijk maakt omdat de Bbz regeling bij dat vermogen niet toepasbaar is?

Antwoord 2.
De gemeente Emmen heeft aangegeven dat de kredietwaardigheidseis van 18.000 in bovengenoemde milieuwet- en regelgeving de voortzetting van het bedrijf zou kunnen belemmeren van een aantal inzamelaars die eerder zijn gestart via de Bbz-regeling.

Vraag 3.
Acht u de huidige kleinschalige inzamelingsbedrijfjes van belang en bent u bereid voorwaarden te scheppen om met behulp van de Bbz-regeling gestarte bedrijfjes te continueren?

Vraag 4.
Bent u bereid om via een aanpassing van de Bbz-regeling het continueren van een inzamelingsbedrijfje mogelijk te maken door bijvoorbeeld een hardheidsclausule in de regeling voor


3

de kredietwaardigheideis op te nemen en het behalen van het vereiste vakbekwaamheidsdiploma onderdeel van de starterregeling te maken met een bijbehorende onkostenvergoeding?

Antwoord 3 en 4.
Indien de overstap van een uitkeringssituatie naar zelfstandig ondernemerschap via de Bbz-regeling kan worden bereikt, strookt dat met de beleidsdoelstellingen van dit kabinet. Het is echter niet de bedoeling van de Bbz-regeling dat niet hoeft te worden voldaan aan aangescherpte wet- en regelgeving elders, in dit geval op het terrein van milieu. Om deze reden is ook een hardheidsclausule in de Bbz-regeling niet aan de orde. Wel kan iemand met algemene bijstand die als inzamelaar van oud ijzer een zelfstandige onderneming wil beginnen, door de gemeenten worden ondersteund bij het behalen van de vakbekwaamheidsvereisten.

Vraag 5.
Is het u bekend dat een gemeente als Emmen een totaal Bbz-krediet heeft verstrekt van 67 100 aan vier oudijzerverzamelaars en dat bij de beëindiging van deze bedrijfjes vanwege een plotselinge wijziging van regelgeving dit volledige bedrag een verliespost voor deze gemeente is?

Antwoord 5.
De gemeente Emmen heeft aan de vier oudijzerverzamelaars via de Bbz-regeling geldleningen verstrekt ter hoogte van 67 100,- welke dienen te worden terugbetaald. De Bbz-regeling is slechts voor 25% gebudgetteerd. Het risico van de gemeente Emmen kan daarom per saldo nooit meer zijn dan 25% van het deel van de leningen dat niet wordt terugbetaald.

Vraag 6.
Is het u bekend dat de informatie over de gewijzigde regeling niet of onvoldoende gecommuniceerd is, dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) eind juli 2004 aangaf niet bekend te zijn met deze regeling en dat er geen overleg over is geweest tussen de ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van SZW?

Antwoord 6.
De regeling is tot stand gekomen na uitgebreid overleg met het afvalbedrijfsleven, waaronder de MRF (Metaal Recycling Federatie). Een ontwerp van de regeling is in de Staatscourant op 19 juni 2003 gepubliceerd (Scrt. 2003, 115). Daarnaast is over de nieuwe regeling zo breed mogelijk voorlichting gegeven. Het Besluit inzamelen afvalstoffen en de onderhavige regeling zijn in de normale totstandkomingprocedure interdepartementaal afgestemd.

Vraag 7.
Is het u bekend dat er verschil van mening is over de vraag of een oudijzerverzamelaar onder deze regeling vallen?

Antwoord 7.
Nee. Oud ijzer dat niet afkomstig is van particuliere huishoudens is een bedrijfsafvalstof. Het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen valt onder bovenvermelde regeling.


4

Vraag 8.
Bent u bereid op zeer korte termijn de Tweede Kamer te antwoorden, gezien de bedrijfsrisico's die thans aanwezig zijn?

Antwoord 8.
Er is getracht de vragen zorgvuldig en zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


1) Besluit van 10 maart 2004: Besluit inzamelen afvalstoffen. Staatsblad 127 dd. 19 maart 2004