Ingezonden persbericht


Aanpak van bedplassen is cultuurafhankelijk

Hoofddorp, 19 oktober 2004 - Bedplassen staat op de zesde plaats van gezondheidsproblemen bij kinderen tussen de 6 en 12 jaar. Voor een kwart van de ouders is bedplassen een reden voor een bezoek aan de huisarts. Hoe ouders omgaan met het bedplassen en wat zij doen om hun kinderen ervan af te helpen, blijkt afhankelijk van hun culturele herkomst. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het Cultuur & Gezondheidsonderzoek dat onlangs is uitgevoerd door Foquz Etnomarketing in opdracht van geneesmiddelenfabrikant Ferring.

Bijna de helft van alle ouders in dit onderzoek geeft aan kinderen te hebben die nu of in het verleden last hebben gehad van bedplassen. Marokkaanse ouders hebben het meest te maken met bedplassende kinderen (54%). Nederlandse en Turkse kinderen hebben het minst last van bedplassen (respectievelijk 31% en 35%). Jannie Blom, incontinentieverpleegkundige van InConsult: Een verklaring hiervoor kan zijn dat allochtone gezinnen vaak groter zijn dan het gemiddelde Nederlandse gezin, waardoor ouders er vaker mee te maken krijgen. Ook komt uit het onderzoek naar voren dat de leeftijd waarop ouders vinden dat hun kind s nachts zindelijk moet zijn verschillend is. Bij Marokkaanse ouders ligt de leeftijd op ongeveer 5 jaar, terwijl die bij Turkse ouders veel lager ligt, namelijk op 3,6 jaar.

MULTICULTURELE VERSCHILLEN
Hoe ouders met het bedplassen omgaan, blijkt af te hangen van hun culturele achtergronden. Het onderzoek toont aan dat Surinaamse, Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse en Nederlandse ouders het probleem op verschillende manieren benaderen. Zo bezoekt 34% van de Turkse ouders de huisarts met hun bedplassende kind, terwijl maar 15% van de Marokkaanse ouders dat doet. Opdrachtgeefster van het onderzoek Fabienne Steigerwald van Ferring: Is je kind ouder dan vijf jaar en plast het nog in bed, dan is het verstandig om een bezoek aan de huisarts te brengen. Er zijn diverse behandelingen om van het bedplassen af te komen."

NIET MEER DRINKEN VOOR HET SLAPEN GAAN
Er zijn verschillende methoden om kinderen van het bedplassen af te helpen. Niet meer drinken voor het slapen gaan en het kind s nachts wakker maken om naar het toilet te gaan worden door ouders het meest gehanteerd. De eerste oplossing is vooral bij Marokkaanse en Nederlandse ouders populair (respectievelijk 44% en 41%). Turkse en Surinaamse ouders kiezen juist vaker voor de tweede methode (respectievelijk 49% en 48%). Nederlandse ouders zijn minder geneigd om hun kind s nachts wakker te maken (26%). Jannie Blom: Toch leidt niet meer drinken voor het slapen gaan niet tot droge nachten. Wat wel helpt, is het kind één à anderhalf uur na het inslapen wakker maken en hierbij gebruik te maken van een wachtwoord. Het kind zegt een - van te voren afgesproken wachtwoord voordat het een plas doet. Hiermee wordt gecontroleerd of het kind echt wakker is, wat zeer belangrijk is bij deze methode.

Bijna een vijfde van alle ouders gebruikt een plaswekker, maar deze wordt het minst door Marokkaanse ouders gebruikt (6,5%). Belonen als een kind niet heeft geplast is voor 14% van de ouders een veel toegepaste methode. Vooral de Turkse en Surinaamse ouders doen dit vaker dan gemiddeld. Ten slotte gebruikt gemiddeld 10% van de ouders medicijnen om hun kind van het bedplassen af te helpen. Jannie Blom: "Vooral allochtone ouders doen veel om hun kinderen te helpen. Soms gebruiken ouders ook meerdere methodes tegelijk, bijvoorbeeld de plaswekker in combinatie met wakker maken, en de plaswekker wordt ook wel in combinatie met medicijnen gebruikt.

ONDERZOEK
Aan het Cultuur & Gezondheidsonderzoek hebben in totaal 740 ouders van verschillende culturen (Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Antilliaanse en Nederlandse) met kinderen tussen 6 en 12 jaar meegedaan. Gekeken is naar hun houding en gedrag ten opzichte van verschillende gezondheidsproblemen (waaronder bedplassen), de frequentie van huisartsbezoek en het medicijngebruik.

MEER INFORMATIE
Meer informatie over bedplassen is te vinden op www.bedplassen.org of te verkrijgen via de huisarts.


---