Ministerie van Buitenlandse Zaken

positie van kinderen in het Nederlandse
ontwikkelingssamenwerkingsbeleid

Kamerbrief inzake de positie van kinderen in het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling

Afdeling Sociaal Beleid

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061


2500 EB Den Haag

Datum


19 oktober 2004

Behandeld

Maaike van der Werf

Kenmerk

DSI/SB-587/04

Telefoon


070-3486470

Blad


1/4

Fax


070-3485366

Bijlage(n)

Betreft

De positie van kinderen in het Nederlandse
ontwikkelingssamenwerkingsbeleid

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op uw verzoek van 20 september
2004 met kenmerk 04-BuZa-56 inzake de positie van kinderen in het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid

Voor het overige verwijs ik graag naar mijn antwoorden op de vragen van de commissie inzake de follow-up van de SAVVN-Kindertop (kamerstuk
26150, nr. 12) .

De Minister van Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

De positie van kinderen in het Nederlandse
Ontwikkelingssamenwerkingsbeleid
De algemene hoofddoelstelling van ontwikkelingssamenwerking is structurele armoedebestrijding. Het centraal stellen van programma's gericht op armoedebestrijding heeft een gunstig effect op de positie van kinderen en jongeren. In mijn notitie `Aan elkaar verplicht' (AEV) wordt binnen de prioritaire thema's onderwijs, seksuele en reproductieve rechten en gezondheid en HIV/AIDS aandacht besteed aan kinderen en jongeren. Het genderaspect wordt integraal meegenomen binnen alle thema's van AEV, rekening houdend met de specifieke problemen van meisjes en jongens.

In het verleden kende de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking een specifiek doelgroepenbeleid, onder meer gericht op kinderen en jongeren. Inmiddels zijn de ideeën over effectieve armoedebestrijding geëvolueerd. Van aandacht voor armen zelf heeft een verschuiving plaatsgevonden naar aandacht voor processen van verarming. Vandaar de aandacht voor thema's als goed bestuur, vrede en veiligheid en coherentie in plaats van een expliciete focus op specifieke doelgroepen. In het huidige beleid liggen de aanknopingspunten voor specifieke aandacht voor kinderen en jongeren vooral in de mainstreaming binnen met name de thema's onderwijs, HIV/AIDS en seksuele en reproductieve rechten en gezondheid.

Onderwijs
Onderwijs is cruciaal bij het verbeteren van de situatie van kinderen en jongeren. `Basic education' geeft kinderen immers de gelegenheid zich de basiskennis, waarden en vaardigheden eigen te maken die noodzakelijk zijn voor hun persoonlijke en sociale ontwikkeling en hun participatie in de samenleving. Binnen het thema onderwijs wordt zowel aandacht aan kwantitatieve- (toegang tot onderwijs) als kwalitatieve aspecten (relevant onderwijs van goede kwaliteit) besteed. Om het doel te bereiken dat alle kinderen kwalitatief goed en gratis onderwijs kunnen volgen, stimuleert Nederland dat bij het opstellen van onderwijssectorplannen de onderwijskansen voor specifieke (groepen) kinderen zoals bijvoorbeeld aidswezen, meisjes, kinderarbeiders en gehandicapten aan bod komen. Een gezamenlijke evaluatie van donorsteun aan `basic education' toonde aan dat door een te eenzijdige nadruk op formeel basisonderwijs niet alle kinderen en jongeren bereikt zullen worden. Om die reden heb ik besloten mij, aansluitend bij de `Education For All'- doelstellingen, naast de bestaande aandacht voor formeel onderwijs ook meer te gaan richten op non-formeel onderwijs, beroepsonderwijs en training. Kwaliteit staat daarbij voorop. In 2003 ging rond de 6% van het totale ontwikkelingsbudget naar `basic education', in lijn met de motie Hessing zal nog binnen deze kabinetsperiode 15% van het ontwikkelingsbudget aan dit thema besteed worden.

HIV/AIDS
Voor het thema HIV/AIDS zijn belangrijke aandachtspunten: preventie door goede seksuele voorlichting, aandacht voor HIV/AIDS in het onderwijs en vergroting van zeggenschap van jongeren in HIV/AIDS programma's, met name voor meisjes. Een van de maatschappelijke gevolgen van HIV/AIDS is het groeiende aantal wezen en andere kwetsbare kinderen (OVC - Orphans and Children made Vulnerable by HIV/AIDS). Op dit moment is er sprake van 14 miljoen AIDS-wezen en dit aantal zal oplopen tot 25 miljoen in 2010. Om de OVC crisis een halt toe te roepen is een adequate, gecoördineerde en snelle respons nodig. Van belang hierbij zijn het versterken van zowel de nationale respons en politieke betrokkenheid als de capaciteitsversterking van families en gemeenschappen om zorg en ondersteuning te bieden aan OVC's. Verder wordt aandacht gegeven aan geboorteregistratie en het bevorderen van toegang tot kwalitatief goed en relevant onderwijs en gezondheidszorg.

Seksuele en reproductieve rechten en gezondheid Het thema `Seksuele en reproductieve rechten en gezondheid' heeft een directe verbinding met het thema HIV/AIDS. Verbetering van voorlichting en voorzieningen (inclusief voorbehoedsmiddelen) en bevordering van seksuele en reproductieve rechten zijn belangrijke aandachtspunten. Empowerment is een cruciaal middel om de seksuele en reproductieve rechten en gezondheid te bevorderen, met inachtneming van de verschillende problemen die meisjes en jongens ervaren. Daarnaast zijn preventie van onveilige abortus en verbetering van voorzieningen voor vluchtelingenjongeren aandachtspunten..

Geïntegreerd buitenlands beleid
De verbetering van de positie van kinderen dient integraal te worden benaderd en heeft daarom ook een plaats in het beleid ten aanzien van vrede en veiligheid. Het gaat daarbij met name om de situatie van kinderen die door gewapend conflict zijn getroffen. Een integrale aanpak dient zich te richten op beëindiging van het conflict, het voorkomen dat kinderen worden gerekruteerd als kindsoldaat, ontwapening, de opvang en bescherming van kinderen op korte en langere termijn, het aanbieden van onderwijs en gezondheidszorg speciaal gericht op hun behoeften, rechtshulp, enzovoort. Nederland draagt hieraan bij met inzet van politieke middelen, steun aan organisaties die actief zijn ten aanzien van deze doelgroep en meer indirect via projecten die vanuit het Stabiliteitsfonds worden gefinancierd. Daarnaast zet Nederland zich tijdens het EU-voorzitterschap in, om ook in EU-verband tot een dergelijke integrale aanpak te komen, door implementatie van de EU-richtlijnen inzake kinderen en gewapend conflict.

Uitvoering van beleid
De uitvoering van het beleid vindt plaats langs vier kanalen: bilateraal, multilateraal , particulier en via global partnerships. De samenwerking is gericht op complementariteit en versterking van een gezamenlijke meerwaarde. Participatie vormt hierbij een belangrijk element. Enerzijds is het een doelstelling van het beleid, anderzijds ziet Nederland participatie van kinderen en jongeren ook als middel om `empowerment' en `ownership' te bevorderen en bij te dragen aan een grotere effectiviteit in programma's voor armoedebestrijding.

Nieuw initiatief
In 2004 is op mijn initiatief het kennisforum Kinderen en Jongeren van start gegaan. Dit forum bestaat uit een groep deskundigen afkomstig van Nederlandse organisaties en instellingen, die actief zijn op het gebied van kinderen, jongeren en ontwikkeling. Het forum zal een aantal onderwerpen bespreken (waaronder OVC, kinderarbeid en onderwijs en kinderrechten). Het doel van dit kennisforum is kennisvergroting, beleidsontwikkeling, draagvlakversterking en het verbeteren van de samenwerking tussen de betrokken deskundigen.

Zo ondersteunt Nederland het partnerschapprogramma van Unicef (gericht op de volgende thema's Early Childhood Development, HIV/AIDS en Child Protection). Via de ILO is er een partnerschapprogramma gericht op kinderarbeid en onderwijs.