Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Onafhankelijkheid bij
periodieke liftkeuringen

Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

Aan deze rapportage werkten mee:

Mw. J. Clerc-Nizic
Dhr. M.R. Struikman

R04/18, oktober 2004
ISSN 1383-8733
ISBN 90-5079-106-9
2 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

Voorwoord

De Inspectie Werk en Inkomen houdt, naast toezicht op uitvoeringsinstanties op het gebied van sociale zekerheid, toezicht op certificatie- en keuringsinstellingen (cki's) op het gebied van arbeidsomstandigheden en productveiligheid. De inspectie controleert of de cki's hun taak goed uitvoeren.
De inspectie publiceert gelijktijdig met dit rapport ook het rapport `Hoog spel' over de effec- ten van liberalisering van de keuringsmarkt op de kwaliteit van keuringen van liften en kranen. Dit rapport gaat dieper in op een aspect daarvan: de onafhankelijkheid van de instellingen bij periodieke liftkeuringen.
Het rapport, dat voor u ligt, gaat in op een betrekkelijk nieuwe ontwikkeling. Namelijk dat cer- tificatie- en keuringsinstellingen de periodieke keuringen van liften steeds vaker uitvoeren in opdracht van anderen dan de lifteigenaren (of beheerders) die primair daarvoor verantwoorde- lijk zijn. Hierdoor worden de cki's voor hun keuringsopdrachten steeds meer afhankelijk van enkele grote opdrachtgevers. Een te grote (financiële) afhankelijkheid van enkele partijen houdt een risico in voor onafhankelijke en een kwalitatief goede uitvoering van de periodieke liftkeu- ringen.
De inspectie zal deze ontwikkelingen daarom volgen.
Mr. L.H.J. Kokhuis
Inspecteur-generaal

3 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

4 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

Inhoud


1 Periodieke liftkeuringen in Nederland 7
2 Beantwoording van de onderzoeksvragen 9 2.1 Voeren de cki's periodieke liftkeuringen uit in opdracht van liften- firma's? 9 2.2 Bemiddelen de cki's zelf ook in liftonderhoud? 9 2.3 Met welke liftenfirma's hebben de cki's overeenkomsten gesloten? Hoe luiden deze? 9 2.4 Welke maatregelen hebben de cki's genomen om de onafhankelijk- heid bij liftkeuring door haar personeel te waarborgen? 10 2.5 Voldoen de maatregelen van de cki's aan het door de minister aan- gereikte aanvullend toetsingskader voor de naleving van de wette- lijke norm voor onafhankelijkheid bij liftkeuring? 11
3 Oordeel 13
4 Reacties instellingen 14 Lijst van afkortingen 15 Bijlage 1: Informatie over de cki's 17 Bijlage 2: Achtergrondinformatie over liftkeuringen 19 Bijlage 3: Reactie Liftinstituut B.V. 21 Bijlage 4: Reactie Bureau Veritas Quality International B.V. 25 Bijlage 5: Reactie VETURO B.V. 27 Bijlage 6: Reactie Aboma+Keboma B.V. 29 Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen 31


5 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen


6 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen


1 Periodieke liftkeuringen in Nederland

De veiligheid van een lift is afhankelijk van zijn functie, het ontwerp, de feitelijke fabricage en installatie, de staat van onderhoud ervan en de manier waarop de lift wordt gebruikt. De liften worden daarvoor onder andere periodiek gekeurd. De periodieke liftkeuringen vinden plaats onder verantwoordelijkheid van de lifteigenaar en moeten voor iedere lift ongeveer eens in de achttien maanden plaatsvinden. Voor deze keuringen zijn op dit ogenblik vier certificatie- en keuringsinstellingen (cki's) door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) aan- gewezen: Aboma+Keboma B.V., Bureau Veritas Quality International B.V., Liftinstituut B.V. en VETURO B.V. Zij concurreren met elkaar voor keuringsopdrachten. Gezamenlijk keuren zij per jaar ruim 50.000 liften. Hiermee is een omzet gemoeid van 7,5 miljoen euro die ruim 22 pro- cent van de totale omzet van deze instellingen vertegenwoordigt en 80 procent van de omzet
1 van alle liftkeuringen.1 Gegevens op basis van jaarverant-
woording 2003 van cki's. De cijfers
zijn inclusief de zogenoemde inge- De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) heeft via de minister van SZW signalen uit het veld ont- bruikname keuringen, die echter vangen dat de cki's steeds vaker de periodieke liftkeuringen uitvoeren in opdracht van andere minder dan één procent van het
totale aantal keuringen per jaar partijen dan de lifteigenaar of liftbeheerder. Lifteigenaren laten dat werk dan over aan zoge- vertegenwoordigen. noemde liftenfirma's, die voor verschillende eigenaren de contracten met de cki's regelen. Dit is niet expliciet in strijd met wet- en regelgeving, maar bedreigt mogelijk wel de onafhankelijkheid bij de keuringen. Als de vier cki's voor hun omzet grotendeels afhankelijk worden van slechts enkele liftenfirma's, kunnen de cki's een te grote financiële druk krijgen om beoordelingen te geven die hun opdrachtgevers welgevallig zijn. Eind 2002 heeft de minister de cki's in een brief gevraagd om maatregelen te nemen om onaf-
2 hankelijke en integere uitvoering van de periodieke liftkeuring zeker te stellen.2 Deze brief is in A&G/W&P/02 86609 van dit onderzoek gebruikt als toetsingkader. 11 november 2002.
Met het onderzoek zijn de volgende vragen beantwoord:
· Voeren de cki's periodieke liftkeuringen uit in opdracht van liftenfirma's én niet alleen in opdracht van lifteigenaren of liftbeheerders?
· Bemiddelen de cki's in liftonderhoud naast hun kerntaak `de liftkeuring'?
· Met welke liftenfirma's hebben de cki's afspraken gemaakt en hoe luiden deze?
· Welke maatregelen hebben de cki's genomen om de onafhankelijkheid bij liftkeuring door haar personeel te waarborgen?

· Voldoen deze maatregelen aan het door de minister aangereikte aanvullende toetsingskader in verband met de naleving van de wettelijke norm voor onafhankelijke liftkeuring? Deze wettelijke norm zegt dat een aangewezen instelling onafhankelijk is van degenen die bij het resultaat van de liftkeuring en certificatie belang hebben.3
3
Warenwetbesluit liften, hoofdstuk V. Voor dit onderzoek heeft de inspectie gesproken met het betrokken management van de vier Aanwijzing instellingen, Artikel 23
lid 1c, Staatsblad 2003, nr. 315. cki's op basis van een identieke vragenlijst. IWI heeft de cki's verzocht contracten en documen- tatie ter beschikking te stellen waaruit blijkt hoe de cki de onafhankelijkheid bij de (periodieke) liftkeuringen heeft geborgd. De inspectie heeft de resultaten van het onderzoek vastgelegd in een rapport van bevindingen per cki en dat met de cki's afgestemd. Het onderzoek is uitge- voerd in de periode januari tot en met juni 2004.
7 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen


8 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen


2 Beantwoording van de onderzoeks-

vragen

Zoals eerder gezegd, is de veiligheid van een lift afhankelijk van zijn functie, het ontwerp, de fei- telijke fabricage en installatie, de staat van onderhoud ervan en de manier waarop de lift wordt gebruikt. De daarbij betrokken partijen zijn de liftfabrikant, liftinstallateur, liftleverancier, lifton- derhoudsfirma, lifteigenaar (of namens hem: liftbeheerder), liftgebruiker en de certificatie- en keuringsinstelling. Het ontwerp en de feitelijke vervaardiging van liften behoren tot de verant- woordelijkheid van de fabrikant.
Voor het onderhoud en het juiste gebruik van liften na de installatie dragen de eigenaren (be- heerders) en de liftgebruikers de verantwoordelijkheid. In de gebruiksfase is de lifteigenaar (beheerder) als enige ervoor verantwoordelijk dat eens per achttien maanden een cki wordt ingeschakeld om de lift te keuren en te certificeren en dat de lift conform de voorschriften wordt onderhouden. Het liftonderhoud wordt vaak opgedragen aan liftonderhoudsfirma's. Afhankelijk van het merk lift zijn de functies van fabrikant, leverancier, installateur, onderhouds- firma vaak in één liftenfirma ondergebracht.
Van de in dit onderzoek betrokken cki's, is het Liftinstituut verreweg de grootste speler. Dit is begrijpelijk omdat het Liftinstituut tot 2001 als enige deze keuringen mocht uitvoeren. Dit instituut nam in 2002 en 2003 meer dan negentig procent van de periodieke liftkeuringen voor zijn rekening.
2.1 Voeren de cki's periodieke liftkeuringen uit in opdracht van
liftenfirma's?
Alle vier cki's voeren periodieke liftkeuringen in opdracht van liftenfirma's. De afspraken over aantallen en tarieven zijn vastgelegd in al dan niet getekende overeenkomsten. Naar schatting van één van de cki's, vallen nu al zes à zeven procent van alle periodieke keuringen onder bulk- contracten afgesloten met liftenfirma's. Alle cki's zeggen dat, als de markt hen daartoe dwingt, zij nieuwe contracten met liftenfirma's zullen afsluiten. Vanwege de afhankelijkheidspositie waarin zij zouden kunnen komen, zouden drie cki's deze contracten liever niet aangaan. 2.2 Bemiddelen de cki's zelf ook in liftonderhoud?
Geen van de cki's zegt te bemiddelen in liftonderhoud. De inspectie heeft dit geverifieerd aan de hand van documentatie en de internetsites van de betrokken cki's. 2.3 Met welke liftenfirma's hebben de cki's overeenkomsten
gesloten? Hoe luiden deze?
Uit de verstrekte informatie blijkt, dat alle vier cki's overeenkomsten hebben gesloten of daar- over in onderhandeling zijn. Het aantal daarbij betrokken liftenfirma's bedraagt zes. De afspra- ken in deze overeenkomsten betreffen vooral de aantallen keuringen en de tarieven, maar zonder financiële consequenties als de opdrachtgever daarvan afwijkt. In geen van de (tot 30 augustus 2004) voorgelegde overeenkomsten zijn bepalingen opgenomen over de onafhanke- lijkheid van keuringen.

9 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

2.4 Welke maatregelen hebben de cki's genomen om de

onafhankelijkheid bij liftkeuring door haar personeel te waarborgen?
Bij de 'keuringen in opdracht van liftenfirma's` zeggen alle vier cki's dezelfde procedures en keu- ringseisen te gebruiken als bij de keuringen in opdracht van de lifteigenaren/beheerders. Het enige verschil is dat de factuur rechtstreeks naar de liftenfirma gaat. De lifteigenaar/beheerder krijgt als gewoonlijk het keuringsrapport. Om de liftenfirma in staat te stellen tekortkomingen aan de gekeurde liften op te heffen, krijgen ook zij het keuringsrapport. Drie cki's verstrekken het certificaat van goedkeuring rechtstreeks aan de lifteigenaar. De vierde cki laat de verstrekking van het certificaat over aan de liftenfirma. Alle cki's hebben verklaard dat zij ten opzichte van liftenfirma's dezelfde kwaliteits- en onafhan- kelijkheidseisen handhaven als bij keuringen in opdracht van de lifteigenaar (of namens hem de liftbeheerder). Het maakt hen daarbij niet uit wie de factuur betaalt. Desondanks zien alle cki's risico's voor de onafhankelijkheid en kwaliteit van hun periodieke lift- keuringen. Door het toenemende aantal liftkeuringen, dat door tussenkomst van de liftenfirma's plaatsvindt, worden die firma's steeds machtiger. De keuringstarieven staan daardoor sterk onder druk. Bij een toenemende financiële afhankelijkheid van liftenfirma's is het denkbaar dat de liftenfirma's ook druk op de cki's uitoefenen om de keuringseisen in hun voordeel te laten interpreteren.
Uit efficiencyoverwegingen willen de liftenfirma's werken met een vast koppel van monteur en inspecteur en op één dag zo veel mogelijk keuringen doen. Hierdoor leggen de liftenfirma's een prestatiedruk op de cki's. De liftenfirma's kiezen een cki op basis van de door hen gewenste prijs-/prestatieverhouding. Ze zien liever dat er bijvoorbeeld zes keuringen op een dag plaats- vinden dan vijf. Tijd en geld worden daardoor steeds meer bepalende factoren en niet de keu- ringskwaliteit.
De cki's hebben elk afzonderlijk nagedacht over maatregelen, die een te grote afhankelijkheid van liftenfirma's moet voorkomen. Geen van de vier cki's zegt blij te zijn met de situatie, maar ze denken dat er geen ontkomen aan is. Om te grote afhankelijkheid van liftenfirma's te voor- komen, zouden drie cki's het aandeel keuringen, dat in opdracht van de firma's wordt uitge- voerd, willen beperken. Twee cki's noemen daarbij een maximum percentage van 25 procent van het totaal aan periodieke liftkeuringen. Deze beperking zou kunnen worden gerealiseerd door actief op pad te gaan en rechtstreeks de contracten af te sluiten met de lifteigenaren/lift- beheerders. Twee cki's zouden niet tegen een verbod zijn om periodieke keuringen uit te voeren in opdracht van andere partijen dan de lifteigenaar of liftbeheerder. Allen proberen de afhankelijkheid van één partij te vermijden door met meerdere partijen overeenkomsten af te sluiten.
Eén cki wenst, om de kwaliteit van periodieke liftkeuringen op het gewenste peil te handhaven, van de kant van de minister een vaststelling van een minimum keuringstarief. Deze cki beweert 4 ook liever te stoppen met de keuringen dan de keuringskwaliteit te verlagen. Een tegenwicht Deze tekst luidt: "XY neemt vols- tegen mogelijke druk vanuit de liftenfirma's op interpretatie van keuringsnormen vormt, volgens trekt onafhankelijk de beslissing
over goed- of afkeuring. een cki, het technisch overleg tussen de cki's over de liftnormering. Dit overleg komt het laat- Correspondentie over de keurings- ste jaar steeds beter van de grond. uitslag kan slechts geschieden mid-
dels de bezwaar en beroepsproce- Sinds begin september 2004 neemt een cki in al haar nieuwe contracten een specifieke tekst op dure volgens de Algemene wet over haar onafhankelijkheid.4 Weer een andere cki zou, wanneer zich een kans op een bulk- bestuursrecht. Partijen verklaren
dat voortzetting en/of beëindiging contract voordoet, SZW raadplegen over de in het contract op te nemen voorwaarden. van deze overeenkomst niet op
basis van de keuringsuitslagen
kunnen worden genomen."

10 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

2.5 Voldoen de maatregelen van de cki's aan het door de minis-

ter aangereikte aanvullend toetsingskader voor de naleving van de wettelijke norm voor onafhankelijkheid bij liftkeuring? De minister vindt dat bij de uitvoering van 'bulkcontracten' met liftenfirma's de onafhankelijk- heid en de integriteit van de aangewezen instelling extra onder druk komt te staan. Daarom is hij van mening dat in dergelijke gevallen een nadere borging van een onafhankelijke en integere keuringsuitvoering op zijn plaats is. Zijns inziens dient deze borging op drie niveau's plaats te vinden, te weten:

· In het contract tussen de onderhoudsfirma en de door SZW aangewezen instelling;
· In de kwaliteitsprocedures en werkinstructies, die onafhankelijkheid en integriteit behandelen; en

· Tijdens de uitvoering van de keuring en het onderhoud. De minister heeft de aangewezen instellingen om een voorstel gevraagd. De inspectie heeft aan de hand van de door de cki's verstrekte gegevens (contracten, offertes, procedures, werkinstructies enzovoort) onderzocht in hoeverre de cki's voor de door de minister gewenste extra borging hebben zorggedragen. Het resultaat daarvan heeft IWI weer- gegeven in de volgende tabel. Toetsnorm Bevindingen op basis van documentenonderzoek Onafhankelijke en integere Geen van de cki's heeft in de (tot 30 augustus 2004) verstrekte offer- keuringsuitvoering in contract tes en (concept) contracten iets over dit onderwerp geregeld. Wel nader specifiek geborgd? gelden de algemene voorwaarden en de normale procedures voor onafhankelijkheid bij keuringsuitvoering die zijn opgenomen in het kwaliteitshandboek van elk van de cki's. Eén cki heeft na het onder- zoek besloten in alle nieuwe contracten met haar opdrachtgevers een specifieke tekst op te nemen om haar onafhankelijkheid te waar- borgen. Onafhankelijke en integere Op het niveau van de procedures en werkinstructies hebben keuringsuitvoering in de cki's niet in een extra borging voorzien van de kwaliteitsdocumenten nader onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen in opdracht specifiek geborgd? van liftenfirma's. De cki's hebben hun kwaliteitssysteem gebaseerd op de Europese kwaliteitszorgnormen EN 45004 5 of EN 45012.5 In deze normen zijn onafhankelijkheidscriteria Volgens een van de cki's zouden opgenomen, die overeenkomen met die in artikel 23 van het instellingen die volgens bepaling EN
45000 voor periodieke liftkeuringen Warenwetbesluit liften, echter voorzien de normen niet in zijn geaccrediteerd, deze keuringen een extra borging zoals door de minister gewenst. alleen in opdracht van de verant-
woordelijke lifteigenaar/beheerder
mogen uitvoeren. Bij navraag bij de Onafhankelijke en integere Niet onderzocht Raad van Accreditatie bleek dat de
keuringsinstelling verplicht is de keuringsuitvoering in de praktijk onafhankelijkheidscriteria van EN geborgd?
45004 te handhaven. Daarbij is
het niet van belang van wie de
opdracht komt; de keuringsinstelling De inspectie heeft vastgesteld dat geen van de cki's in dit stadium heeft voorzien in een nadere mag zich bij zijn liftkeuring op geen
enkele manier laten beïnvloeden specifieke borging van onafhankelijkheid bij haar periodieke liftkeuringen als verzocht door de door wie dan ook (dus ook niet minister van SZW.
door een liftenfirma).
Algemene conclusies
Alle cki's hebben contracten afgesloten met liftenfirma's (of zijn in onderhandeling daarover) voor periodieke liftkeuringen. In die contracten en in de kwaliteitsdocumenten van de cki's ont- breekt een extra borging van hun onafhankelijkheid als eind 2002 verzocht door de minister van SZW. Eén cki heeft het voornemen in nieuwe contracten deze extra borging wel op te
11 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

nemen. Alle cki's hebben nagedacht over maatregelen, die een te grote afhankelijkheid van lif-

tenfirma's moeten voorkomen. De cki's denken daar niet hetzelfde over. Uit het onderzoek zijn geen feiten gebleken, die twijfel doen rijzen aan de onafhankelijke opstelling van de cki's bij het uitvoeren van periodieke liftkeuringen.


12 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen


3 Oordeel

De cki's hebben een belangrijke verantwoordelijkheid om in overeenstemming met wet- en regelgeving te handelen. Cki's dienen zich daarom teweer te stellen tegen risico's, die hun onaf- hankelijkheid en een kwalitatief goede uitvoering van de periodieke liftkeuringen kunnen bedrei- gen.
De onafhankelijkheid en integriteit van de cki's loopt naar het oordeel van de inspectie op mid- dellange termijn gevaar als het aantal periodieke liftkeuringen dat in opdracht van liftenfirma's wordt uitgevoerd, blijft toenemen. Bij een toenemende financiële afhankelijkheid van enkele grote liftenfirma's kunnen tijd en geld bepalende factoren worden voor de kwaliteit van de keu- ringen.
Volgens de inspectie hebben de cki's zich tegen deze bedreiging op het ogenblik onvoldoende gewapend, ondanks het verzoek van de minister uit 2002 om daar voorstellen voor te ontwik- kelen.
De inspectie zal deze ontwikkelingen daarom volgen.


13 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen


14 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen


4 Reacties instellingen

De inspectie heeft het conceptrapport voorgelegd aan de betrokken instellingen, te weten Aboma+Keboma, het Bureau Veritas Quality International, het Liftinstituut en VETURO. Hieronder is per instelling een samenvatting opgenomen van de reactie. Aan het einde geeft de inspectie daar een reactie op. De schriftelijke reacties zijn integraal opgenomen in de bijlagen bij dit rapport.
Bureau Veritas Quality International heeft geen op- en aanmerkingen en vindt de conclusie dui- delijk. VETURO onderschrijft de bevindingen van het onderzoek en vermeldt dat zij sinds sep- tember 2004 verdere maatregelen ter borging van haar onafhankelijkheid in nieuwe contracten heeft opgenomen.
Aboma+Keboma en het Liftinstituut kunnen zich niet vinden in het oordeel van de inspectie dat cki's zich op dit ogenblik onvoldoende hebben gewapend tegen de bedreiging van hun onafhan- kelijkheid. Aboma+Keboma ziet wel het nut en belang in dat IWI de ontwikkelingen nauwlet- tend volgt.
Het Liftinstituut wijst op een principiële strijdigheid met de huidige ministeriële aanwijzingen van de cki's. Omdat volgens het Liftinstituut in deze aanwijzingen een verplichting tot accredita- tie voor periodieke liftkeuringen staat, zijn op cki's de onafhankelijkheidscriteria van de accre- ditatienorm EN 45004 van toepassing. Bij periodieke liftkeuringen onder een onderhoudscon- tract kan, naar de mening van het Liftinstituut, een cki niet meer voldoen aan de volgende criteria van bijlage A van EN 45004:
"A.1) De keuringsinstelling en haar keuringspersoneel mogen onder andere niet de onderhoudsuitvoer- der zijn van de objecten die zij keuren, noch de gemachtigde vertegenwoordiger van deze partij; A.3) Alle geïnteresseerde partijen moeten gebruik kunnen maken van de diensten van de keuringsin- stelling."
Het Liftinstituut vertrouwt erop dat de minister van SZW duidelijkheid verschaft over het al of niet toestaan van keuringen als onderdeel van een onderhoudscontract. Verder bevatten de reacties van de instellingen ook enkele verzoeken tot aanpassing van het beleid van de minister van SZW.
Reactie inspectie
De inspectie is van mening dat er in de wettelijke aanwijzing geen verplichting is opgenomen dat cki's zich laten accrediteren. Dat betekent dat de criteria die het Liftinstituut noemt wette- lijk niet van toepassing zijn. De inspectie heeft om die reden de toepassing van de criteria niet getoetst. De inspectie heeft op basis van de reacties van de instellingen geen reden om haar oordeel aan te passen.
De inspectie gaat niet in op de beleidsmatige reacties van de instellingen. Dat valt buiten de taak van de inspectie.

15 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

Afkortingenlijst

Cki certificatie- en keuringsinstelling
IWI Inspectie Werk en Inkomen
RvA Raad voor Accreditatie
SZW Sociale Zaken en Werkgelegenheid


16 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

Bijlage 1

Informatie over de cki's

Aboma + Keboma BV
Aboma+Keboma is in oktober 1960 ontstaan. De organisatie heeft als hoofdtaken het verrich- ten van materieelkeuringen, het certificeren van kwaliteitssystemen en arbodienstverlening aan bouwbedrijven. Aboma+Keboma heeft 115 medewerkers.
Aboma + Keboma BV is een van de werkmaatschappijen van de Stichting Aboma+Keboma en Aboma + Keboma Holding BV. Alle aandelen van de BV's worden gehouden door de Stichting. Aboma + Keboma is door de minister van SZW aangewezen als cki voor de periodieke liftkeu- ringen sinds februari 2001.
Bureau Veritas Quality International BV
Bureau Veritas is een internationaal opererende organisatie, die zich bezighoudt met het beoordelen en certificeren van systemen, producten, processen en personen op het gebied van kwaliteit, milieu en veiligheid. Bureau Veritas bestaat ruim 170 jaar en heeft ongeveer 10.000 medewerkers in dienst binnen 500 kantoren die opereren in ruim 150 landen. Bureau Veritas Quality International BV te Rotterdam (BVQI-BV) is een honderd procent doch- teronderneming van Bureau Veritas te Parijs.
BVQI-BV heeft circa 110 medewerkers in dienst, waarvan vijf liftinspecteurs. BVQI-BV is door de minister van SZW aangewezen als cki voor de periodieke liftkeuringen sinds augustus 2001.
Liftinstituut BV
Het Liftinstituut is in 1933 opgericht als stichting Nederlands Instituut voor Lifttechniek (NIvL) met als belangrijkste doelstelling `verhoging en bewaking van de liftveiligheid'. In 1956 is zij door SZW wettelijk aangewezen voor het verrichten van veiligheidskeuringen aan personen- liften.
Andere taken van de organisatie zijn onder meer het certificeren van kwaliteitssystemen en trainen en adviseren onder andere op het gebied van liftveiligheid. Het Liftinstituut heeft onge- veer 170 medewerkers in dienst, waarvan 120 inspecteurs.
In 2001 heeft Liftinstituut BV de activiteiten van de stichting NIvL overgenomen. De stichting is sindsdien enig aandeelhouder van Liftinstituut Holding B.V. Onder deze holding ressorteren twee werkmaatschappijen: de keuringsorganisatie Liftinstituut B.V. en de adviesorganisatie Eurlicon.
VETURO BV
VETURO B.V. is op 3 juli 2001 opgericht met als voornaamste doelstelling: "het optimaliseren van de kwaliteit en veiligheid van producten en materialen en daaruit vervaardigde systemen, alsmede het verrichten van werkzaamheden op het gebied van kwaliteit- en arbozorg en certificering." De statutaire zetel van VETURO bevindt zich in Apeldoorn. VETURO wordt bestuurd door twee directeuren/eigenaren. Dezelfde personen voeren ook de liftkeuring en -certificering uit. VETURO BV is door de minister van SZW aangewezen als cki voor de periodieke liftkeuringen sinds augustus 2001.

17 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen


18 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

Bijlage 2

Achtergrond informatie over lift- keuringen
Bedoelingen van de wetgever met productkeuring/certificatie Vanouds rekent de wetgever het tot zijn taak veiligheids- en gezondheidseisen te stellen aan producten en arbeidsmiddelen die tijdens het werk worden gebruikt. Gebleken is dat veilige producten en arbeidsmiddelen een bijdrage leveren aan kwalitatief goede arbeidsomstandighe- den en daarmee aan de voorkoming van uitval van werknemers. De veiligheids- en gezondheids- eisen voor producten en arbeidsmiddelen zijn opgenomen in de Warenwet en de Arbeids- omstandighedenwet. De producten en arbeidsmiddelen die de grootste risico's kunnen opleveren (zoals een personenlift of een drukapparaat) moeten worden gekeurd of gecertifi- ceerd door een certificatie- of keuringsinstelling (cki), die door de minister van SZW is aange- wezen. De aangewezen cki's, die deze certificaten mogen afgeven, staan onder toezicht van de inspectie.
Wettelijke verplichtingen voor liften De wetgeving voor liften is opgenomen in het Warenwetbesluit liften, een algemene maatregel van bestuur op basis van de Warenwet. Het wettelijke regime is deels van nationale en deels van Europese oorsprong. Het Warenwetbesluit bevat voorschriften voor zowel liften als veilig- 6 heidscomponenten voor liften.6 Liften zijn keurings- en certificaatplichtig om te waarborgen dat Onder een lift wordt verstaan een ze constructief veilig zijn en dat ze veilig gebruikt en onderhouden kunnen worden. vast opgesteld werktuig in gebou-
wen of bouwwerken dat bepaalde Voorafgaand aan het in de handel brengen moet de fabrikant zijn liften of zijn kwaliteitssysteem stopplaatsen van een gebouw of onderwerpen aan de keurings- en certificatieprocedures van het Warenwetbesluit en Europese bouwwerk bedient, met behulp van
een kooi die langs leiders beweegt, richtlijn betreffende liften (95/16/EG). Voor het uitvoeren van deze procedures moet de fabri- en die bestemd is voor vervoer van kant een cki inschakelen
personen, personen en goederen of
uitsluitend goederen. In aansluiting op deze `Europese verplichting', zijn de lifteigenaren ervoor verantwoordelijk dat Veiligheidscomponenten zijn onder- hun liften in de gebruiksfase door een cki worden gekeurd en gecertificeerd. De keuring moet delen die essentieel zijn voor de vei-
lige werking van liften. worden uitgevoerd vóór eerste ingebruikneming én periodiek (ten hoogste twaalf maanden na de eerste ingebruikneming en vervolgens telkens na verloop van ten hoogste achttien maan- den).
Geschiedenis
Voor het uitvoeren van liftkeuringen is in 1933 het Liftinstituut opgericht. Aanleiding daarvoor was de onveiligheid van de toentertijd geproduceerde personen- en goederenliften. Twintig jaar later kregen de liftkeuringen een wettelijke status in het Liftenbesluit I en werd het Liftinstituut aangewezen door de staatssecretaris van Sociale Zaken om deze keuringen uit te voeren. De aanwijzing van het Liftinstituut is medio 1997 uitgebreid met conformiteitsbeoordelingen vol- gens de Europese richtlijn betreffende liften (95/16/ EG). In 1992 heeft het Ministerie van SZW voor het eerst naar buiten gebracht dat concurrentie op het gebied van liftkeuringen aanstaande was. Deze concurrentie is in Nederland daadwerkelijk geïntroduceerd in februari 2001 door de aanwijzing van een tweede cki, Aboma +Keboma B.V. Daarna zijn in 2001 nog twee instelling voor liftkeuringen aangewezen, namelijk Bureau Veritas Quality B.V. en VETURO B.V.
19 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen


20 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

Bijlage 3

Reactie Liftinstituut B.V.


21 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

Bijlage 4

Reactie Bureau Veritas Quality
International B.V.

25 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

Bijlage 5

Reactie VETURO B.V.

27 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

Bijlage 6

Reactie Aboma+Keboma B.V.

29 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

Publicaties van de Inspectie Werk en

Inkomen

2004
R04/17 Beoordeling rapportage handhaving Sociale Verzekeringsbank 2003 R04/16 Zwarte en grensoverschrijdende fraude met bijstandsuitkeringen Een verkennend onderzoek naar gemeentelijk beleid gericht op bestrijding van zwarte en grensoverschrijdende fraude
R04/15 Ontwikkeling sectorloket
R04/14 Samenvatting rapportages verscherpt toezicht 2001-2003 De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Almelo, Amsterdam, Den Helder, Haarlem en Rotterdam
Toezicht op certificatie- en keuringsinstellingen 2005 - 2008
R04/13 In goed vertrouwen
Onrechtmatige gegevensverstrekking aan een handelsinformatiebureau R04/12 Aan de slag met de Wet verbetering poortwachter
De invoering van de Wet verbetering poortwachter door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
R04/11 UWV en Walvis
Tweede rapportage
R04/10 De praktijk ná het aanbesteden
De feitelijke inkoop van afzonderlijke reïntegratietrajecten door UWV in de contractperiode 2002-2003
Jaarplan 2005
Jaarverslag 2003
R04/09 Gelijke gevallen, gelijke behandeling?
Uitvoering van de ontslagtaak door CWI
R04/08 Dienstverlening door het Inlichtingenbureau
R04/07 Samenloopsignalen van het Inlichtingenbureau
Een onderzoek naar het gebruik van samenloopsignalen door gemeenten in 2003 R04/06 ICT en de keten van werk en inkomen
R04/05 De manager de baas?
Een onderzoek naar WAO-managers en hun integrale verantwoordelijkheid voor het werk van verzekeringsartsen
R04/04 Inzet reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen door UWV R04/03 Herbeoordeeld?
Uitvoering van de wettelijke WAO-herbeoordelingen
R04/02 Verbetering opzet financieel beheer CWI
R04/01 Gemeente Assen en de bijzondere bijstand
Onderzoek naar bijzondere bijstandsverlening bij verblijf in het buitenland 2003
R03/21 Werken met behoud van een Abw-uitkering in Amsterdam
Quick scan
R03/20 UWV en Walvis
Eerste rapportage
Aanpassing Jaarplan IWI 2004 i.v.m. het gewijzigd toezicht op gemeenten R03/19 De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Den Helder Eerste rapportage verscherpt toezicht
R03/18 Vreemdelingen en arbeid
Het vergunningenbeleid van CWI
R03/17 Certificatie- en keuringsinstellingen op het gebied van arbeidsomstandigheden in 2002
31 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen

R03/16 Elfde tot en met dertiende voortgangsrapportage inzake de realisatie bestuurlijke

afspraken met Amsterdam
R03/15 Afspraken Centra voor Werk en Inkomen met de gemeenten Hoorn en Zaanstad R03/14 De inschakeling van een private partij bij de uitvoering van de Algemene bijstands- wet door de gemeente Maarssen
Eindrapportage
Jaarplan 2004
R03/13 Indicatiestelling sociale werkvoorziening
Een onderzoek naar de kwaliteit van het indicatiestellingproces R03/12 Afhandeling openstaande posten Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Eindrapport
R03/11 Gemeentelijke eindejaarsuitkeringen aan minima in 2002 R03/10 Gemeentelijk beleid en handhaving van de bijstandswetgeving bij woonwagen- bewoners
Loenen en de intake van bijstandsaanvragen
R03/09 Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet
Monitor van bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik door gemeenten 2001 R03/08 De decentrale aansturing van de Sociale Verzekeringsbank R03/07 Debiteurenbeheer collecterend proces Uitvoeringsinstituut Werknemers- verzekeringen
Jaarverslag 2002
R03/06 De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Amsterdam Stand van zaken eerste kwartaal 2003
R03/05 De uitvoering van onderzoeken in het kader van de Algemene bijstandswet door de gemeente Rotterdam in 2002
Toetsingskader instellingen persoonscertificatie in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet en enkele andere wetten
R03/04 De uitvoering van de Algemene bijstandswet door gemeenten in 2001 Quick scan
R03/03 Opzet financieel beheer Centrale organisatie werk en inkomen Review van het KPMG-rapport 'Risicoanalyse financieel beheer CWI' R03/02 Onderzoek toepassing Werkloosheidswet bij SHB Havenpool Rotterdam BV R03/01 De ketens van werk en inkomen
Een verkennend onderzoek naar de keten van werk en inkomen vanuit cliënt- perspectief
U kunt deze publicaties opvragen bij:
Afdeling Communicatie
communicatie@iwiweb.nl
www.iwiweb.nl
Prinses Beatrixlaan 82
2595 AL Den Haag
Postbus 11563
2502 AN Den Haag
Telefoon (070) 304 44 44
Fax (070) 304 44 45
32 Inspectie Werk en Inkomen Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen