Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 15 oktober 2004

Behandeld

Pieter de Gooijer


Kenmerk


- DIE/563/04

Telefoon


- 070-3484859


Blad


- 1/17

Fax


- 070-3486381


Bijlage(n)


- Pieter-de.gooijer@minbuza.nl


Betreft

Uitbreiding

Op 6 oktober verschenen de voortgangsrapporten van de Europese Commissie over resp. Roemenië, Bulgarije en Turkije, een issues paper over Turkije en het strategiedocument van de Commissie met het traditionele overzicht van het uitbreidingsproces. Voorts verscheen er een voorstel van de Commissie voor een onderhandelingskader, alsmede een pre-accessiestrategie voor Kroatië.

De Kamer gingen deze documenten toe bij brief van 6 oktober jl.

Deze brief bevat een beknopte weergave van de genoemde documenten van deCommissie, alsmede een appreciatie van de kant van de regering. Voorts gaan wij kort in op de wijze waarop Nederland als EU-Voorzitter beoogt het besluitvormingstraject in de aanloop naar de Europese Raad van 16/17 december a.s. vorm te geven.

De Minister De Staatssecretaris

van Buitenlandse Zaken, voor Europese Zaken,

Dr B.R. Bot Mr drs A. Nicolaï

Inleiding
De Europese Raad is voornemens in december 2004, zoals overeengekomen tijdens de Europese Raad van Kopenhagen in december 2002, op basis van het rapport en de aanbeveling van de Commissie te besluiten of Turkije aan de politieke criteria voldoet en, zo ja, of toetredingsonderhandelingen met dat land kunnen worden begonnen. Een besluit over toetreding door Turkije als zodanig is dus in december uitdrukkelijk niet aan de orde; het gaat dan alleen om de vraag of Turkije voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld om tot opening van toetredingsonderhandelingen over te kunnen gaan.

Voor Roemenië en Bulgarije geldt dat de Europese Raad bij herhaling de doelstelling heeft uitgesproken de toetredingsonderhandelingen met beide landen in 2004 af te ronden ("on the basis of own merits") en hen in januari 2007 te verwelkomen als volwaardig lid van de Unie. In december zal de Europese Raad in dat licht moeten vaststellen of de toetredings-onderhandelingen met beide landen kunnen worden afgesloten en of verwacht kan worden dat zij bij toetreding ook zullen voldoen aan de economische criteria en in staat zullen zijn om de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen. In het bevestigende geval zal afgesproken kunnen worden spoedig in 2005 met beide landen hun toetredingsverdrag te sluiten.

Voor Kroatië concludeerde de Europese Raad van juni 2004 dat toetredingsonderhandelingen begin 2005 zullen worden geopend, nadat de Raad van december aanstaande zich heeft uitgesproken over het raamwerk waarbinnen de onderhandelingen gevoerd zullen worden.

Betekenis van deze rapporten in het uitbreidingsproces De Commissie gaat in de rapporten in op de voortgang die door de kandidaat-lidstaten is geboekt in het voldoen aan de criteria die gelden voor EU-lidmaatschap, de zogenoemde criteria van Kopenhagen. Deze zijn als volgt gedefinieerd:


1.Het bestaan in de kandidaat-lidstaat van stabiele instellingen die de democratie, de rechtsorde, de mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden garanderen.
2.Het bestaan van een functionerende markteconomie en het vermogen de concurrentiedruk en marktkrachten binnen de Unie het hoofd te bieden.
3.Het vermogen de verplichtingen van het lidmaatschap (het acquis) op zich te nemen, wat mede inhoudt het onderschrijven van de doelstellingen van een politieke, economische en monetaire unie.

Als bekend geldt het voldoen aan de politieke Kopenhagen criteria als voorwaarde voor het starten van de onderhandelingen. Een kandidaat-lidstaat hoeft pas aan de andere twee criteria te voldoen op het moment van daadwerkelijke toetreding. De discussie over Turkije richt zich in deze fase dan ook met name op de politieke criteria.

De voorliggende rapportage is de laatste van de Commissie-Prodi. Deze Commissie sluit hiermee een periode af die in belangrijke mate in het teken van de uitbreiding heeft gestaan. Met het rapport over Turkije wil de Commissie een beeld schetsen van de voortgang en ontwikkelingen gedurende haar hele zittingsperiode van praktisch vijf jaar. In het algemeen hoopt zij met de stukken een goede basis te leggen voor besluitvorming door de Europese Raad in december.

Rol van Nederland als Voorzitter van de Unie
Nederland zal als Voorzitter van de Unie, op basis van de thans voorliggende Commissiedocumenten op een objectieve en neutrale wijze en in overleg met alle andere lidstaten, gaan toewerken naar het besluit van de Europese Raad in december. Om te beginnen zal in oktober geïnventariseerd worden hoe de andere lidstaten de rapportage van de Commissie waarderen en welke richting zij zien voor de besluitvorming in december.

I. Turkije

Politieke criteria
De Commissie stelt vast dat Turkije vooral sinds 2002 een diepgaand hervormingsproces doormaakt en dat de door de Unie gewenste mentaliteitsverandering in een stroomversnelling is gekomen.

De Commissie acht het in ieders belang dat het huidige hervormingsproces wordt voortgezet. Zij meent dat Turkije een belangrijk model kan vormen van een land met een bevolking die in meerderheid bestaat uit moslims dat zich houdt aan fundamentele beginselen als vrijheid, democratie, rechtsstaat, respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden.

Ofschoon Turkije aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt bij de politieke hervormingen, moet een aantal wetten nog in werking treden. Dit geldt voor de nieuwe strafwet, de wet op verenigingen (die het o.a. mogelijk moet maken voor religieuze organisaties zichzelf juridisch te organiseren) en de wet inzake

beroepshoven. Het nieuwe strafprocesrecht, de wetgeving inzake de gerechtelijke politie en de wet over de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen moeten nog worden aangenomen. In algemene zin komt de Commissie tot de conclusie dat Turkije, in de laatste paar jaar, de gewenste hervormingen (v.w.b. wetgeving) in grote mate heeft verwezenlijkt. De inspanningen moeten nu op implementatie in brede zin worden gericht.

De Commissie stelt vast dat de positie van de strijdkrachten in het democratische bestel zich ontwikkelt in de richting van wat in de Unie gebruikelijk is. Zij wijst erop dat de Nationale Veiligheidsraad onder het gezag van een burger is geplaatst en dat de militairen zijn verdwenen uit civiele toezichthoudende instanties (zoals de media- en onderwijsraad). Tegelijkertijd wijst de Commissie op de invloed die militairen langs informele kanalen nog uitoefenen.

Belangrijke wijzigingen zijn tot stand gekomen in het systeem van rechtspraak en rechtshandhaving, waaronder het afschaffen van de staatsveiligheidsrechtbanken. In de wet is nu het primaat van het internationaal recht over het nationaal recht vastgelegd. Daarnaast komen verwijzingen naar jurisprudentie van het Europese Hof van de Rechten van de Mens steeds vaker voor in rechterlijke uitspraken. Turkije is nu partij bij alle belangrijke internationale en Europese verdragen m.b.t. mensenrechten en vrijheden; de doodstraf is afgeschaft. Hoewel de mate waarin de fundamentele vrijheden -zoals vrijheid van vergadering- door de Turkse bevolking kunnen worden uitgeoefend substantieel is vergroot, maakt de Commissie ook melding van een zodanige interpretatie door het openbaar ministerie dat de vrijheid van meningsuiting onnodig wordt beknot. De Commissie noemt in dit verband vervolging van journalisten en mensenrechtenactivisten.

De Commissie constateert dat godsdienstvrijheid is vastgelegd in de grondwet en dat gelovigen grotendeels ongehinderd hun religie kunnen belijden. Tegelijkertijd zijn er voor niet-moslim minderheden nog steeds problemen inzake eigendomsrechten, opleiding van geestelijken en rechtspersoonlijkheid.

Er is een begin gemaakt met het erkennen van culturele rechten voor Koerdische en andere minderheden. Hoewel de situatie in het Zuidoosten van Turkije nog moeilijk is, is een proces van normalisatie in deze regio begonnen.

Ten aanzien van marteling stelt de Commissie vast dat dit "niet meer systematisch" voorkomt. Dit betekent dat gevallen van marteling niet meer van hogerhand gesanctioneerd zijn en dat de schuldigen thans worden vervolgd. De

Commissie stelt echter vast dat mishandeling waaronder ook nog marteling nog wel degelijk veel voorkomt, zij het in afnemende mate. Zij noemt dit dan ook als een van de belangrijke aandachtspunten bij de verdere implementatie van de hervormingen; met name moet het door de centrale regering t.a.v. martelingen gevoerde "zero tolerance-beleid" doorgevoerd worden op alle bestuurlijke niveaus.

Economische criteria
Volgens de Commissie heeft Turkije aanzienlijke voortgang geboekt op weg naar een functionerende markteconomie, in het bijzonder door het verminderen van macro-economische onevenwichtigheden. Turkije zal in staat zijn de concurrentiedruk en marktkrachten binnen de Unie te weerstaan, mits het zijn stabiliseringsbeleid met kracht handhaaft en verdere structurele hervormingen doorvoert.

Na de zware economische crisis in 2001 is in Turkije een snel herstel opgetreden. De verwachte groeicijfers voor de komende jaren zijn robuust en de inflatie is sterk teruggelopen, hoewel nog steeds aan de hoge kant. Punt van zorg is het, onder invloed van de sterk groeiende economie, oplopende tekort op de lopende rekening. Turkije heeft in de afgelopen jaren een strak budgettair beleid gevoerd. De omvang van de staatsschuld en de korte looptijd van een groot deel ervan maken het land kwetsbaar voor schommelingen op de financiële markten. In de komende jaren zal een strak budgettair beleid daarom noodzakelijk blijven, waarbij het belastingsysteem drastisch hervormd zal moeten worden.

Het ondernemingsklimaat is de afgelopen twee jaar in Turkije zowel voor Turkse als voor buitenlandse ondernemingen verbeterd. Aandachtspunten zijn verdere privatisering, versterking van de mededingingsautoriteit en controle op staatssteun.

Het proces van het in lijn brengen van wetgeving met het acquis is op vele terreinen gevorderd maar er blijft in het algemeen nog veel werk te doen.

Cyprus
De Commissie brengt in haar rapport de conclusie van de Europese Raad in juni 2004 in herinnering. Daarin werd Turkije uitgenodigd de onderhandelingen met de Commissie te sluiten namens de Gemeenschap en haar 25lidstaten, over de aanpassing van de Overeenkomst van Ankara (het associatie-akkoord tussen

de EU en Turkije), teneinde de toetreding van de nieuwe lidstaten (lees: inclusief de Republiek Cyprus) in aanmerking te nemen. De Commissie verwacht hierop een positieve reactie van Turkije. De Commissie merkt in dit verband voorts op dat alle toetredingsonderhandelingen worden gevoerd in het kader van een intergouvernementele conferentie bestaande uit alle lidstaten van de Unie.

Aanbevelingen
Ofschoon de Commissie bestaande tekortkomingen in Turkije in de voortgangsrapportage duidelijk aan de orde stelt, komt zij in haar finale afweging tot het oordeel dat, gezien de substantiële voortgang van de hervormingen, gegeven het sterke commitment van de Turkse regering de hervormingen inclusief implementatie voort te zetten en op voorwaarde dat genoemde wetten in werking treden, Turkije in toereikende mate voldoet (sufficiently fulfils) aan de politieke criteria en beveelt zij in dat licht aan de toetredingsonderhandelingen te openen.

De onomkeerbaarheid van het hervormingsproces moet evenwel gedurende een langere periode worden bevestigd (zie in dat verband hieronder het voorstel voor een noodrem-systeem). In de komende jaren moet de implementatie, bovenal met betrekking tot de fundamentele vrijheden, worden verbreed en geconsolideerd. De Commissie noemt in dit verband marteling en mishandeling, vrijheid van meningsuiting en godsdienst, alsmede rechten van vrouwen en minderheden en normen van de International Labour Organisation met inbegrip van vakbondsrechten.

De Commissie beveelt v.w.b. de relatie tussen de Unie en Turkije voor de komende jaren een strategie aan die op drie pijlers rust.


· Steun voor verdergaande hervormingenmiddels voortdurende monitoring van de politieke criteria. Dit zal jaarlijks gebeuren op basis van een herzien Partnerschap voor Toetreding met Turkije. Mede om zeker te stellen dat het proces van verdere hervormingen op de gewenste wijze voortgaat, beveelt de Commissie aan een 'noodrem'-systeem in te bouwen in de toetredingsonderhandelingen. In geval van ernstige en voortdurende schending van beginselen van vrijheid, democratie, mensenrechten, fundamentele vrijheden en rechtsstaat (verg. art 7 van het Unie-verdrag) zou besloten moeten kunnen worden de onderhandelingen op te schorten. De Commissie doet in dit verband de volgende suggestie. Niet de conferentie van staten (toetredingsonderhandelingen worden, volkenrechtelijk gesproken, gevoerd in een intergouvernementele conferentie van alle lidstaten en de kandidaat-lidstaat) maar de Raad zou op basis van een aanbeveling van de Commissie hiertoe kunnen besluiten bij gekwalificeerde meerderheid.
· De (methodiek van de) toetredingsonderhandelingen. De onderhandelingen zullen worden gevoerd in het kader van een intergouvernementele conferentie waar besluitvorming bij unanimiteit plaatsvindt en met deelname van alle EU-Lidstaten. In het licht van de bevindingen van de issues paper over de mogelijke gevolgen voor de Unie van Turkse toetreding, meent de Commissie dat de onderhandelingen complex zullen zijn. Zij stelt voor dat voor elk onderhandelingshoofdstuk de Raad 'benchmarks' vaststelt voor het sluiten en, waar van toepassing, ook voor het openen van een hoofdstuk. Deze benchmarks zouden gebaseerd moeten worden op aanpassing van wetgeving, een bevredigende implementatie ('track record') en het voldoen aan bestaande verplichtingen uit het Associatie-akkoord. Ook komt de Commissie, mede op basis van de issues paper, tot de inschatting dat voor bepaalde beleidsterreinen mogelijk lange overgangstermijnen nodig zullen zijn. Voor structuur- en landbouwbeleid zullen wellicht specifieke regelingen nodig zijn. Voor vrij verkeer van werknemers suggereert de Commissie te overwegen in een toetredingsverdrag lange overgangstermijnen op te nemen, alsmede een permanente clausule die het mogelijk maakt vrijwaringsmaatregelen te nemen c.q. in te roepen ingeval van verstoring van de arbeidsmarkt door instroom van Turkse werkzoekenden.

Overigens geeft de Commissie in de issues paper aan dat Turkije pas aan "Schengen" kan gaan deelnemen na een besluit van de Raad daartoe. Ditzelfde geldt voor de recentelijk toegetreden lidstaten; het Raadsbesluit moet bij unanimiteit worden genomen en wordt voorafgegaan door een uitgebreide evaluatie door de Commissie. De toetredingsonderhandelingen zullen naar inzicht van de Commissie zeker lang duren. In de eerstvolgende Financiële Perspectieven (2006-2013) zal Turkse toetreding nog niet zijn verdisconteerd. De Commissie besteedt in de issues paper aandacht aan de financiële consequenties van eventuele Turkse toetreding, zij het met vele slagen om de arm vanwege de onvoorspelbaarheid van het toekomstige EU-beleid. Bijgevolg moet de Unie eerst de Financiële Perspectieven voor de periode 2014-2020 hebben vastgesteld alvorens de onderhandelingen kunnen worden afgesloten, aldus de Commissie. Voorts zal de Commissie tijdens de onderhandelingen het vermogen van de Unie toetsen om nieuwe leden op te nemen en de integratie te verdiepen, rekening houdend met de Verdragsdoelstellingen inzake gemeenschappelijk beleid en solidariteit.


· Intensivering van de politieke en culturele dialoog. De Commissie meent dat zorgen en percepties, die leven onder de bevolking van zowel de Unie als Turkije, in een open en eerlijke dialoog onder ogen moeten worden gezien. Zij zal nadere voorstellen ontwikkelen hoe die discussie te organiseren en entameren.

De Commissie acht het toetredingsproces essentieel voor het richting geven aan het verdere hervormingsproces in Turkije. Zij ziet het proces als "open ended", waarvan de uitkomst niet van tevoren kan worden gegarandeerd. Toetreding is dus in beginsel het doel, maar de uitkomst kan ook een andere zijn. Ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen en het daaropvolgende ratificatieproces meent de Commissie dat Turkije vast verankerd moet blijven in de Europese structuren. De Commissie waarschuwt dat toetreding van Turkije grondig zou moeten worden voorbereid teneinde de in vijftig jaar Europese integratie bereikte resultaten te versterken.

Appreciatie
De regering waardeert dat het rapport van de Commissie over Turkije uitvoeriger is dan in vorige jaren en meent dat de Commissie een diepgaand rapport heeft geschreven dat een goede basis vormt voor de besluitvorming in december. In Nederland, evenals in veel andere Lidstaten, bestaan ernstige vragen en zorgen over een Unie waarvan Turkije lid zou zijn, zoals bijvoorbeeld aangaande het vrije personenverkeer, de kosten, buitengrenzen en het functioneren van de Unie als een gemeenschap van democratische rechtsstaten. De Commissie besteedt -terecht- in haar issues paper veel aandacht aan die zorgen.

De regering meent dat de suggesties en opvattingen van de Commissie hierover in de komende maanden duidelijk moeten worden verbonden met de beslissing om al dan niet onderhandelingen te beginnen.

De regering onderschrijft de analyse van de Commissie dat, als besloten wordt onderhandelingen te beginnen, deze mede zullen dienen om het proces van hervormingen zeker te stellen, lang zullen duren en moeten worden aangegaan zonder tevoren vaststaand resultaat of datum van afronding. Eventuele toetreding zal dus zeker niet op korte termijn kunnen plaatsvinden.

Nederland acht de door de Commissie genoemde mogelijkheid van lange overgangsregelingen c.q. permanente vrijwaringsclausules voor bepaalde beleidsterreinen, zoals het vrij verkeer van personen, een adequaat instrument om eventueel verstorende effecten van de toetreding tot de Unie te verminderen.

Nederland zal de komende periode gebruiken om bij de lidstaten na te gaan of en in hoeverre de mening van de Commissie wordt gedeeld en welke stappen en voorbereidingen nodig zijn om de onderhandelingen te kunnen starten. Daarbij kan worden gedacht aan de uitwerking van de onderhandelingsstrategie ­ met name het 'noodrem-systeem' waarbij al dan niet op voorstel van de Commissie tot stopzetting van de onderhandelingen kan worden besloten ­ en aan nader te bepalen inspanningen van Turkije op het terrein van de politieke criteria, voordat de onderhandelingen daadwerkelijk kunnen starten.

II. Bulgarije-

Politieke Criteria
De Europese Commissie concludeert net als in voorgaande jaren dat Bulgarije voldoet aan de eisen die de Europese Raad terzake gesteld heeft. De positieve trend van voorgaande jaren is voortgezet. Zo geldt ten aanzien van rechtsstaat en goed bestuur dat de implementatie van een actieplan voor modernisering van het bestuur en het algemene hervormingsproces van de rechterlijke macht is voortgezet. Ook is de administratieve capaciteit van de overheid verder versterkt en zijn wetgevende maatregelen ten aanzien van het ambtelijk apparaat aangenomen. Het Ministerie van Financiën is thans in de afsluitende fase ten aanzien van de uitwerking van een strategie voor capaciteitsopbouw van regionale en lokale overheden. De Bulgaarse regering heeft dan ook aangekondigd in de begroting van 2005 50 miljoen euro aan additionele fondsen vrij te willen maken voor decentralisering.

Aandachtspunten blijven de hervormingen bij justitie en politie, de aanpak van de georganiseerde criminaliteit en de corruptie, hoewel ook daar voortgang geboekt is. Een belangrijk punt van aandacht is het gerechtelijk vooronderzoek, waar nog sprake is van onduidelijke afbakening tussen de bevoegdheden van de diverse betrokken partijen. Er zullen wetswijzigingen doorgevoerd worden om de positie van het openbaar ministerie in het gerechtelijk onderzoek te versterken. In afwachting van deze constitutionele aanpassing heeft de Bulgaarse regering ondertussen een wetsvoorstel ingediend ter gedeeltelijke amendering van het wetboek van strafprocesrecht om het mandaat van de bekritiseerde onafhankelijke onderzoekrechters in te perken en dat van de politieonderzoekers uit te breiden.

Ook ten aanzien van mensenrechten en bescherming van de rechten van minderheden voldoet Bulgarije aan de politieke Kopenhagen-criteria. De Bulgaarse regering zal, in nauw overleg met NGO's en internationale organisaties, verdere maatregelen nemen ter bestrijding van de georganiseerde misdaad. Voorts is in het recentelijk gewijzigde wetboek van strafrecht voor het eerst een speciaal aan mensensmokkel gewijd hoofdstuk opgenomen.

De situatie van de Roma in Bulgarije blijft niettemin zorgelijk. Het minderhedenbeleid zal voortdurende aandacht van de Bulgaarse regering vergen.

Economische Criteria
Bulgarije verkreeg in 2002 de status van functionerende markteconomie. De Commissie stelt dat als Bulgarije haar hervormingen voortzet, het land op het moment van (verwachte) toetreding ook de concurrentiedruk en marktkrachten van de Unie kan weerstaan.

Over het algemeen maakt de Bulgaarse economie goede voortgang, ook met structurele hervormingen. Door de combinatie van een currency board regime en gezond economisch beleid is macro-economische stabiliteit bereikt, gekenmerkt door hoge economische groei, lage begrotingstekorten en gematigde inflatie. Risico's ziet de Commissie in het oplopende tekort op de lopende rekening en de sterke kredietgroei. De Bulgaarse overheid en Centrale Bank hebben reeds verkrappende maatregelen genomen om een oververhitting van de economie te voorkomen.

Op structureel terrein heeft Bulgarije goede voortgang geboekt met het privatiseringsproces. Afronding hiervan dient de komende jaren een prioriteit te vormen. Ook het verkleinen van de structurele problemen op de arbeidsmarkt en het verder verbeteren van het ondernemingsklimaat worden door de Commissie als belangrijk aangemerkt. In dit licht is de in 2004 aangenomen wet voor de Bevordering van Ondernemersschap een positieve stap.

Overname van het acquis en administratieve capaciteit Op 15 juni 2004 zijn de laatste onderhandelingshoofdstukken met Bulgarije op technisch niveau gesloten.

De Commissie stelt dat wanneer het huidige tempo van voortgang wordt gehandhaafd, de benodigde aanpassing van wetgeving aan het acquis per datum toetreding voltooid zal zijn en zal worden toegepast. Bulgarije heeft veel vooruitgang geboekt bij de implementatie van regelgeving inzake vrij verkeer van goederen, vervoer, visserij en belastingen, maar dient de tenuitvoerlegging van fytosanitaire en veterinaire regelgeving nog te verbeteren. Het belangrijkste blijft de voortgang op gebied van justitie en binnenlandse zaken en de verdere ontwikkeling van de administratieve capaciteit, zowel om het acquis te implementeren als om een efficiënte controle op deze implementatie te kunnen voeren, aldus de Commissie. Voorts vormt het gelijk behandelen van buitenlandse ondernemers in Bulgarije een punt van aandacht.

Bulgarije heeft in nauwe samenwerking met de Commissie ingestemd met het sluiten van een verouderde kerncentrale. Na de sluiting van twee reactoren van de Kozloduy kerncentrale in 2003 heeft de Bulgaarse regering, ondanks forse oppositie van bevolking en parlement, bevestigd dat de twee andere reactoren in 2006 zullen worden gesloten.

Om de verdere afgesproken economische hervormingen, alsmede overname en implementatie van het acquis te garanderen zal de Commissie vanaf november 2005 de Raad jaarlijks een rapport over haar voortgezette monitoring geven. Ook zal de Commissie indien nodig, net zoals bij de tien recentelijk toegetreden lidstaten, eventuele vertragingen of problemen bij het nakomen van verplichtingen tijdig signaleren via early warning brieven op politiek niveau.

Daarnaast is de opname van een extra maatregel in het toetredingsverdrag met Bulgarije overeengekomen. Deze maatregel geeft de Raad de mogelijkheid op ieder moment, op aanbeveling van de Commissie en bij unaniem besluit, de Bulgaarse toetreding met een jaar uit te stellen indien de monitoring een serieus risico aantoont dat Bulgarije op 1 januari 2007 op belangrijke gebieden duidelijk niet gereed voor toetreding zal zijn.

Appreciatie
Nederland kan met de conclusies van de Commissie over Bulgarije instemmen, waaronder de constatering dat Bulgarije voldoet aan de vereisten om de toetredingsonderhandelingen formeel af te sluiten. De Commissie spreekt de verwachting uit dat Bulgarije binnen het gestelde tijdpad in staat zal zijn de verplichtingen van het lidmaatschap aan te gaan.

Wel zal voortdurende monitoring van de implementatie, zowel door de Commissie als door de lidstaten, noodzakelijk blijven tot 2007.

Het is de verwachting dat de Europese Raad in december 2004 besluit dat de toetredingsonderhandelingen met Bulgarije formeel kunnen worden afgesloten en dat spoedigst in 2005 het toetredingsverdrag kan worden getekend.

III. Roemenië

Politieke criteria
De Europese Commissie concludeert net als in voorgaande jaren dat Roemenië voldoet aan de vereisten die de Europese Raad terzake gesteld heeft. Aandachtspunten blijven de beperkte toename van de administratieve en juridische capaciteit, alsmede de bestrijding van corruptie.

Met betrekking tot het laatste is de Commissie van mening dat de Roemeense wetgeving ter bestrijding van corruptie over het algemeen goed ontwikkeld is, doch dat de effectiviteit van de beteugeling van corruptie zal afhangen van een doelmatige implementatie van de wet.

Ten aanzien van rechtsstaat en goed bestuur geldt dat deze nog in ontwikkeling zijn. De bestuurlijke capaciteit van het overheidsapparaat heeft verdere aanpassingen ondergaan. Zo zijn de politie en de grensbewaking gemoderniseerd en zijn strafrechtelijke wetten aangepast. In 2003 is de Grondwet gewijzigd die de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht vergroot. Prioritaire aandachtpunten blijven de implementatie op de werkvloer van organisatorische aanpassingen en de wetswijzigingen welke de rechterlijke macht onafhankelijker en efficiënter dienen te maken. Er is in 2005 en 2006 actieve monitoring nodig om de administratieve en justitiële capaciteit op het gewenste niveau te brengen, zo constateert de Commissie.

De mensenrechten worden redelijk tot goed gerespecteerd. Wel worden vraagtekens geplaatst bij de ruimte die de pers krijgt bij het uitoefenen van de vrije meningsuiting, hoewel het publieke debat hierover weer als positief beoordeeld wordt.

De situatie van minderheden en zwakke groepen zoals weeskinderen, psychiatrische patiënten en Roma is verbeterd, maar er blijven schrijnende situaties bestaan. Het minderhedenbeleid zal de voortdurende aandacht van de Roemeense regering vergen.

Economische Criteria
De Commissie constateert dat Roemenië voldoet aan het vereiste van een functionerende markteconomie. De Commissie stelt daarnaast dat Roemenië op moment van (verwachte) toetreding de concurrentiedruk en de marktkrachten van de Unie kan weerstaan op voorwaarde dat Roemenië haar structurele hervormingsprogramma krachtig implementeert.

De economische structuur is de afgelopen jaren significant verbeterd. Er is macro-economische stabiliteit bereikt en er zijn vergaande economische en structurele hervormingen doorgevoerd. De economische groei is al enkele jaren robuust (plm. 5% per jaar). De inflatie is sterk gedaald, maar blijft met 15 % in 2003 aan de hoge kant. De Commissie stelt dan ook dat de Roemeense overheid de komende jaren prioriteit moet blijven geven aan het desinflatieproces. Het begrotingstekort is met 2% BBP in 2003 houdbaar, maar de Commissie benadrukt dat de houdbaarheid op de lange termijn moet worden versterkt door het voortzetten van uitgavenhervormingen en verder verbeteren van de belastinginning. Verder blijft het tekort op de lopende rekening een aandachtspunt. Het stand-by-arrangement dat Roemenië onlangs gesloten heeft met het IMF, volgend op een voor het eerst succesvol afgesloten IMF programma, voorziet in substantiële hervormingen om de nog resterende macro-economische knelpunten op te lossen.

In 2004 heeft de privatisering verder vorm gekregen, onder meer door de verkoop van oliemaatschappij Petrom. De Commissie stelt dat het privatiseringsproces nu moet worden afgerond, waarbij de overheid moet vasthouden aan het herstructureren van verliesmakende bedrijven.

De Commissie concludeert verder dat er veel maatregelen zijn genomen die het investeringklimaat positief beïnvloeden, maar dat het verder verbeteren van het ondernemingsklimaat één van de belangrijkste uitdagingen voor de komende jaren vormt.

Overname van het acquis en administratieve capaciteit Er zijn 27 onderhandelingshoofdstukken afgesloten. Nog openstaande hoofdstukken zijn Mededinging, Milieu, JBZ en het hoofdstuk Overig. De Commissie stelt dat Roemenië ook na afronding van de onderhandelingen de gemaakte afspraken op het gebied van de overname en implementatie van het acquis zal moeten blijven nakomen. Om de verdere afgesproken economische hervormingen, alsmede overname en implementatie van het acquis te garanderen zal de Commissie, zoals voor Bulgarije het geval is, vanaf november 2005 de Raad jaarlijks een rapport over haar voortgezette monitoring geven. Ook zal de Commissie -net als bij Bulgarije en de recentelijk toegetreden lidstaten- indien nodig eventuele vertragingen of problemen bij het nakomen van inspanningsverplichtingen tijdig signaleren via early warning brieven op politiek niveau. De Roemeense regering heeft ingestemd met de opname in het toetredingsverdrag van eenzelfde extra maatregel als voor Bulgarije geldt.

Aandacht moet worden besteed aan de voltooiing van de overname van het JBZ acquis, alsmede aan het implementeren van het herziene wettelijke kader en aan het verder versterken van de bestuurlijke capaciteit. Het personeelsbestand en de opleidingscapaciteit dienen te worden vergroot. Verder is er een aanzienlijk tekort aan implementatiecapaciteit, zoals op de terreinen corruptiebestrijding, juridische samenwerking, bestrijding van georganiseerde misdaad en grensmanagement.

Ten aanzien van het beleid op het gebied van buitengrenzen, de interne veiligheid en de kwaliteit van het leven heeft Roemenië aanzienlijke voortgang geboekt. De grenspolitie is gemoderniseerd en er vinden verdere hervormingen in het justitieel apparaat plaats. Veel grootschalige weeshuizen zijn vervangen door kleinschalige gezinsvervangende tehuizen. De wetgeving op het gebied van adoptie is nu ­ in het belang van de kinderen- zeer streng.

De landbouwstructuur van Roemenië is nog niet gereed voor Europese concurrentie. Wel is veel voortgang geboekt op het gebied van veterinaire en fytosanitaire zorg. Echter de versterking van administratieve structuren blijft een aandachtspunt, ook na afronding onderhandelingen.

Op milieugebied staat Roemenië nog veel werk te wachten. Met behulp van lange overgangstermijnen zal het milieuhoofdstuk gesloten moeten worden. Zaken die onomkeerbare en grensoverschrijdende effecten veroorzaken worden hierbij uitgesloten van overgangstermijnen.

Appreciatie
Nederland kan met de conclusies van de Commissie over Roemenië instemmen. In de rapportage wordt de verwachting uitgesproken dat de onderhandelingen met Roemenië, net als met Bulgarije, tijdig afgerond kunnen worden opdat het toetredingsverdrag zo vroeg mogelijk in 2005 kan worden getekend zodat beide landen in 2007 kunnen toetreden. De Commissie verbindt zich ertoe zich ten volle in te spannen deze afronding in 2004 tot stand te brengen. Zeker is dat Roemenië nog de nodige inspanningen zal moeten verrichten om de resterende hoofdstukken te kunnen sluiten.

Belangrijk ijkpunt voor de afronding van de onderhandelingen betreft de Draft Common Position voor het Justitie en Binnenlandse Zaken-hoofdstuk. Indien deze en de andere resterende hoofdstukken tijdig besproken kunnen worden en de Commissie deze gereed acht voor sluiting is, mede gezien de houding van andere lidstaten, afronding van de onderhandelingen in 2004 haalbaar. Indien dit echter niet het geval is zal de (Europese) Raad daaraan nadere politieke conclusies dienen te verbinden.

Voortdurende monitoring van de implementatie, zowel door de Commissie als door de lidstaten, zal in elk geval echter noodzakelijk blijven tot 2007.

Het is de verwachting dat de Europese Raad in december 2004 besluit dat de toetredingsonderhandelingen met Roemenië formeel kunnen worden afgesloten en dat spoedigst in 2005 het toetredingsverdrag kan worden getekend.

IV. Kroatië

In het strategy paper wordt naast Roemenië en Bulgarije ingegaan op de pre-accessie strategie voor Kroatië (inclusief een financieel instrument) en het raamwerk voor toetredingsonderhandelingen met Kroatië.

In het strategy paper beveelt de Commissie aan om de versterkte pre-accessie strategie voor kandidaat-lidstaten, zoals vastgelegd door de ER van Luxemburg (1997), ook te gebruiken ten aanzien van Kroatië. Eerder was dit de strategie die voor de recent toegetreden lidstaten, alsmede Bulgarije en Roemenië werd en wordt gebruikt. De Commissie heeft in dit kader voorgesteld om in 2005 voor pre-accessie steun 105 meuro vrij te maken uit Phare en ISPA (respectievelijk 80/25 meuro). Voor 2006 stelt de Commissie voor 140 miljoen euro vrij te maken uit Phare, ISPA en SAPARD (80/35/25). Vanaf 2007 wil de Commissie de drie genoemde programma's samenvoegen in een enkel pre-accessie instrument (Phare gaat over institution building en sociale cohesie, ISPA over milieu en transport, SAPARD over rurale ontwikkeling). Concept-verordeningen om de toegang van Kroatië tot genoemde programma's mogelijk te maken worden op korte termijn verwacht. Vanaf 2005 zal de Commissie elk najaar een voortgangsrapport over Kroatië uitbrengen.

De Commissie wil de overlegstructuren van de Stabilisatie- en Associatie Overeenkomst (SAO) met Kroatië gaan gebruiken om het acquis uit te leggen en om voortgang van overname van het acquis te bezien. In aanvulling op de pre-accessie strategie wil de Commissie de politieke dialoog met Kroatië voortzetten over onderwerpen die in het 'avis' specifiek werden genoemd. Het gaat hierbij om samenwerking met het ICTY, rechten van minderheden, terugkeer van vluchtelingen, herziening van het gerechtelijk apparaat, regionale samenwerking (vooral ook de regionale dimensie van het Stabilisatie en Associatie Proces) en de strijd tegen corruptie.

Voor het raamwerk voor toetredingsonderhandelingen stelt de Commissie de volgende elementen voor:


·De Kopenhagen-criteria als leidende beginselen.
·Voortgang in de onderhandelingen is direct gekoppeld aan de duurzaamheid van de politieke hervormingen en de vervulling door Kroatië van regionale en internationale verplichtingen, waaronder samenwerking met het ICTY. In het geval van een langdurige en serieuze schending door Kroatië van de principes van vrijheid, democratie, respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden en de rechtsstaat, zal de Commissie opschorting van de toetredingsonderhandelingen aanbevelen, waarover de Raad met QMV zal beslissen. Dit is een nieuw element ten opzichte van het eerdere raamwerk voor de recentelijk toegetreden lidstaten, alsmede Roemenië en Bulgarije.
·De onderhandelingen zullen niet worden doorkruist door interim-overeenkomsten die invloed hebben op de interne markt of op het terrein van mededinging.
·Meteen na opening van de onderhandelingen zal de Commissie beginnen met 'acquis screening'; nadat een hoofdstuk 'gescreened' is, kunnen toetredingsonderhandelingen beginnen.
·Het tempo van onderhandelingen wordt bepaald door de overname en implementatie van het acquis, inclusief de effectieve en efficiente toepassing van het acquis door de ge-eigende juridische en administratieve structuren.
·De Commissie zal voor elk onderhandelingshoofdstuk een track record vragen en 'benchmarks' voorstellen aan de hand waarvan bepaald kan worden of een hoofdstuk gesloten kan worden. Dit is eveneens een nieuw element; bij de vijfde uitbreiding gold en geldt dit alleen voor het hoofdstuk mededinging.
·Voortgang in de onderhandelingen zal worden bepaald door het vervullen van Kroatië van de verplichtingen onder de Stabilisatie- en Associatie Overeenkomst (SAO), met name op het gebied van mededinging.
·De Commissie zal de voortgang die gemaakt wordt door Kroatië zorgvuldig monitoren.

Appreciatie
De Regering kan zich vinden in de voorstellen van de Commissie met betrekking tot de pre-accessie strategie en het raamwerk voor toetredingsonderhandelingen voor Kroatië. De voorstellen m.b.t. zekerstelling van politieke hervormingen en samenwerking met o.m. het ICTY worden van bijzonder belang geacht en overeenkomstig gesteund.

===