14-10-2004
Werkbezoek Child Friendly Cities
Vrijdag 15 oktober aanstaande brengt het Nederlandse netwerk Child
Friendly Cities een werkbezoek aan 's-Hertogenbosch.Tijdens dit bezoek
staat het beleid op spelen centraal. Wethouder Eigeman presenteert het
Bossche beleid op spelen. Het gaat hierbij zowel om de visie op
spelen, gerelateerd aan het jeugdbeleid, als om de praktische
uitwerking in wijkspeelplannen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan
de wijkspeelplaatsen voor jong én oud, met een bijzondere
ontmoetingsfunctie. De deelnemers bezoeken op de fiets enkele
wijkspeelplaatsen die al gerealiseerd zijn in 's-Hertogenbosch Noord.
Verder is er 's middags aandacht voor het project Speelstraten, dat al
enkele jaren met groot succes in 's Hertogenbosch wordt uitgevoerd.
Netwerk Child Friendly Cities
In 2003 hebben de vereniging Nederlandse Gemeenten en Jantje Beton het
initiatief genomen om in Nederland het Netwerk Child Friendly Cities
op te zetten. Het Netwerk is een platform van gemeentebestuurders,
gemeenteambtenaren en andere geïnteresseerden voor het ontwikkelen
van innovatief jeugdbeleid. Deelname aan het Netwerk biedt gemeenten
de gelegenheid inspiratie op te doen en kennis, ervaringen en
voorbeelden uit te wisselen. Het eerste centrale thema van het Netwerk
Child Friendly Cities is 'Jeugd en openbare ruimte'. Het Netwerk
maakt deel uit van de internationale beweging Child Friendly Cities.
Deze is in 1996 gestart door Unicef/UN-Habitat. Een wereldwijd
initiatief, gerelateerd aan het implementeren van het Verdrag van de
Rechten van het Kind. (NB Voor een overzicht van het wereldwijde
netwerk, zie: www.childfriendlycities.org; voor het Nederlandse
Netwerk: www.kindvriendelijkesteden.nl. )
Beleid op spelen in 's-Hertogenbosch
In de Bossche visie op spelen wordt erkend dat spelen van groot belang
is voor de ontwikkeling van kind tot volwassene. De speelwaarde van
speelplekken én de kwaliteit van de woonomgeving bepalen of het goed
opgroeien is in een wijk. De voorzieningen die daarvoor nodig zijn in
de openbare ruimte maken het bovendien mogelijk elkaar in de wijk of
buurt te ontmoeten, en hebben een identificatiefunctie. Ze leveren op
een natuurlijke wijze een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid in
de wijk of buurt. Ruimte is tegenwoordig schaars en ruimte om te
spelen komt er vaak bekaaid vanaf. De gemeente 's Hertogenbosch wil
door het hanteren van de 3%-norm als één van de eerste gemeenten in
Nederland ervoor zorgen dat er voldoende ruimte wordt gereserveerd
voor buiten spelen. De speelvoorzieningen komen tot stand in twee
fasen. Eerst worden voor alle wijken wijkspeelplannen ontwikkeld
waarin de speelplekken voor de verschillende leeftijdsgroepen worden
aangewezen.
Voor het ontwikkelen daarvan wordt overlegd met de wijkraad en
professionals die in de wijk werkzaam zijn, zoals politie,
jongerenwerkers en opbouwwerkers, medewerkers van BOR en de scholen.
Bij het ontwikkelen van de inrichting van de speelplekken worden
aansluitend volwassen en jeugdige wijkbewoners betrokken.
Om initiatieven van bewoners en scholen (het openbaar maken van de
schoolspeelplaatsen) te kunnen honoreren zijn twee "Euro voor een
Euro-regelingen" getroffen. Op dit moment zijn de wijkspeelplannen
voor Noord, Rosmalen Noord, Rosmalen Zuid, en Maaspoort ontwikkeld;
Graafse Poort en West zijn in voorbereiding. Komend jaar worden de
overige wijkspeelplannen ontwikkeld. Ondertussen zijn ook
verschillende wijkspeelplaatsen (die bij de uitvoering prioriteit
krijgen) afgerond.
Gemeente 's-Hertogenbosch