Fries als officiële taal in het bestuurlijke en juridische verkeer
Promotie Rechtsgeleerdheid
vrijdag 15 oktober 14.00 uur
In het najaar van 1948 stonden twee melkboeren terecht voor de Heerenveense kantonrechter. Ze hadden op de melkbussen niet de verplichte Nederlandse aanduidingen melk en karnemelk staan maar de Friese woorden: molke en sûpe . Toen zij tijdens het verhoor de rechter kenbaar maakten dat zij liever Fries spraken, reageerde deze vol onbegrip en zei hij dat hij ze dan niet zou verstaan, of zou willen verstaan. Hij meende dat in het moderne Nederland van 1948 iedereen Nederlands zou moeten kunnen spreken. De zaak van de Oldeboornster melkboeren leidde destijds tot ophef in de pers en de rechter zag zich zelfs genoodzaakt om in de krant te reageren. Deze zaak is een goed voorbeeld van de problematiek die Bastiaan van der Velden onderzocht. Hij bestudeerde de wijze waarop de Nederlandse en de Friese overheid de laatste twee eeuwen hebben gereageerd op pogingen in de Friese samenleving om de Friese taal te gebruiken in het juridische en bestuurlijke verkeer. Aan de zijde van de overheid ontstonden met enige regelmaat problemen als burgers de Friese taal gebruikten. Men kan dan denken aan rechters, de commissaris van de Koningin maar ook de inspecteur van belastingen, ambtenaren van de burgerlijke stand, de hypotheekbewaarders, medewerkers van de Kamer van Koophandel en controleurs van de Warenwet. Tot 1956 ontbrak wetgeving ten aanzien van het gebruik van het Fries in het officiële verkeer en bestond er bijna geen jurisprudentie over de problematiek. Uit een reeks gevallen waarin overheidsdienaren het Fries niet toestonden kan echter niet geconcludeerd worden dat het Fries a priori niet toegelaten was. Uit het onderzoek blijkt dat in de dagelijkse gang van zaken het Fries in de rechtbank regelmatig mondeling gebruikt werd.
B.D. van der Velden: Waar gaan wij heen met het Fries? Het gebruik van de Friese taal in het juridische en in het bestuurlijke verkeer in de laatste twee eeuwen. Promotor is prof. dr. T.J. Veen.
Meer informatie over de items in deze agenda kunt u krijgen bij de afdeling Persvoorlichting, tel. 020 - 525 2695, e-mail:
Universiteit van Amsterdam