Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Persbericht ministerraad
15 oktober 2004
NOTA BIOLOGISCHE LANDBOUW 2005-2007: 5% BIOLOGISCH IN 2007
Het kabinet wil de bijdrage versterken die de biologische landbouw kan leveren aan de verduurzaming
van de Nederlandse land- en tuinbouw. Dat kan alleen als de biologische landbouw een stevige positie
inneemt. Het kabinet streeft onverminderd naar groei van het areaal biologische landbouw. Dat staat in
de Nota Biologische Landbouw 2005-2007, waar het kabinet op voorstel van minister Veerman van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) mee heeft ingestemd. `Het zou Nederland sieren als in
2010 het areaal biologische landbouw 10 procent van het totale landbouwareaal bedraagt!' stond in de
vorige nota en zo blijft het. Voorwaarde daarvoor is dat de markt voor biologische producten verder
wordt ontwikkeld. Het kabinet wil daarover afspraken maken met marktpartijen en maatschappelijke
organisaties, met als inzet dat in 2007 5 procent van de consumentenbestedingen aan voeding
biologisch is.
Het kabinet wil sterker dan in de afgelopen periode inzetten op het stimuleren van de marktvraag naar
biologische producten. Dat gebeurt vooral door het Convenant marktontwikkeling biologische
landbouw, dat dit jaar afloopt, de komende jaren voort te zetten. Alle deelnemende partijen
onderschrijven deze intentie. Dat convenant omvat een `taskforce' en instrumenten als ketenmanagers,
meerjarige opschalingsplannen en een voorlichtingscampagne. Het ministerie van LNV wil het aandeel
van biologische producten in de eigen catering van 50 procent uitbreiden naar 100 procent in 2007, om
het goede voorbeeld te geven. Ook andere ministeries zullen het aandeel van biologische producten in
hun catering trachten te vergroten.
Het prijsverschil tussen biologische en gangbare producten blijft een belemmering voor de
ontwikkeling van de markt. De mogelijkheden voor de overheid om daar iets aan te doen zijn beperkt.
Het ministerie van LNV wil in samenwerking met betrokken partijen een praktijkonderzoek in een
middelgrote stad uitvoeren om na te gaan of verlaging van de meerprijs van biologische producten ten
opzichte van gangbare producten door bijvoorbeeld een consumentenkorting daadwerkelijk leidt tot
een grotere afzet. Realisering is afhankelijk van goedkeuring door de Europese Commissie. Het kabinet
verwacht ook een belangrijke bijdrage vanuit het bedrijfsleven aan het aanpakken van het prijsverschil.
Voor de versterking van de voorloperfunctie van de biologische landbouw op het gebied van
duurzaamheid en de groei van het areaal en de consumptie is de ontwikkeling en verspreiding van
kennis cruciaal. De betrokkenheid van de keten bij de agendering van onderzoeksvragen, onderwijs en
voorlichting, het begeleiden van onderzoek en de verspreiding van kennis krijgt extra aandacht. Het
kennisnetwerk biologische landbouw en voedsel wordt verbeterd in samenwerking met de nieuw in te
stellen Commissie Kennis voor biologische landbouw en voeding en Wageningen Universiteit en
Researchcentrum.
Alle biologische boeren en tuinders komen vanaf 2006 in aanmerking voor een subsidie per hectare met
een looptijd van vijf jaar om de voortzetting van hun biologische bedrijfsvoering te stimuleren.
Daarmee wordt de maatschappelijke waardering uitgedrukt voor de bijdrage die biologische boeren
leveren aan een goede kwaliteit van het milieu en het landelijk gebied, zij leveren een `groene dienst'.
Andere landen in de Europese Unie geven ook een dergelijke subsidie. De omschakelingssubsidie
vervalt, hiervoor in de plaats komt een voortzettingssubsidie. Om de mogelijkheden voor een regionale
aanpak bij het stimuleren van de biologische landbouw te verkennen, zal het ministerie van LNV een
project ondersteunen in de drie Noordelijke provincies, een `proeftuin regionale stimulering'.
Voor het stimuleren van de biologische landbouw heeft het ministerie van LNV de komende jaren in
totaal 60,9 miljoen euro beschikbaar.
RVD, 15.10.2004
Ministerie van Algemene Zaken