Ingezonden persbericht
Jonge Democraten en CDJA willen jongerenzetel in SER
Jongeren moeten een eigen vertegenwoordiging krijgen in het
sociaal-economisch overleg in Nederland. Dit stellen Jan Paternotte en
Ronald van Bruchem, voorzitters van de Jonge Democraten respectievelijk
het CDJA. Zij vinden dat de vakbonden hun geloofwaardigheid als
vertegenwoordiger van alle werknemers hebben verloren en eisen daarom
dat jongeren, naast de overheid, werkgevers en werknemers een zetel
krijgen in de Sociaal Economische Raad (SER). Ze schrijven dit vandaag
in een brief aan minister Aart-Jan de Geus en SER-voorzitter Herman
Wijffels.
Volgens JD en CDJA zijn de huidige regelingen voor VUT en Prepensioen
op de lange termijn onmogelijk houdbaar. Een stelling die wordt
ondersteund door vele wetenschappers, waaronder de 71-jarige socioloog
Henk Becker. "De vakbonden denken niet aan de lange termijn maar
bedenken slechts oplossingen waar alleen hun eigen leden, de
50-plussers, van profiteren. Hiermee beginnen zij steeds meer op
ouderenbonden te lijken", aldus Jan Paternotte.
Als jongeren een zetel in de Sociaal-Economische Raad en de Stichting
van de Arbeid krijgen, kunnen ze volwaardig meepraten over het
langetermijnbeleid. Ronald van Bruchem: "Jongeren hebben tenslotte de
toekomst. Als je jongeren nu niet betrekt bij de samenleving, loop je
kans dat een hele generatie verloren gaat. Dat mag niet gebeuren."
Jan Paternotte sluit zich hierbij aan. "De generatie die nu aan de
macht is, zijn bijna allemaal boven de vijftig. Dat zijn mensen die
over vijftien jaar allemaal weg zijn. Als we nu niks doen, wordt daar
over twintig jaar een gigantische rekening voor betaald.''
De jongerenorganisaties willen dat de jongerenvertegenwoordiger wordt
verkozen middels een landelijke verkiezing, op de wijze waarop nu ook
de jongerenvertegenwoordiger naar de Verenigde Naties wordt benoemd.
Deze vertegenwoordiger moet een status krijgen gelijk aan die van
vakbonden, werkgevers en regering.