Eindrapport PwC-onderzoek naar vermeende garantstellingen Havenbedrijf brengt enkele nieuwe risicoâs in beeld
15-10-2004 12:30:00
De eindrapportage van het onderzoek naar de vermeende garantstellingen
van het Havenbedrijf Rotterdam laat zien dat het totale financiële
risico in deze kwestie ruim ⬠140 miljoen bedraagt. Dat bedrag
bestaat uit:
a)⬠107 miljoen aan openstaande vermeende garantstellingen (was reeds
bekend);
b)⬠9 miljoen waarbij RDM ondernemingen betrokken zijn (twee
leningen, een vordering en een huurachterstand);
c)⬠20 miljoen betaald op rekening van SS Rotterdam BV (nader
onderzoek vindt plaats naar de achtergrond en mogelijke risicoâs voor
het Havenbedrijf);
d)⬠5 tot ⬠7 miljoen out of pocket kosten (kosten gemaakt en nog te
maken in het kader van deze kwestie: ingehuurde accountants, juristen,
salarissen van RDM TDS personeel, asbestsanering SS Rotterdam etc.).
In de eindrapportage concludeert PricewaterhouseCoopers dat Scholten,
de voormalig Algemeen directeur van het Havenbedrijf, solitair
gehandeld heeft. Er zijn geen aanwijzingen dat andere medewerkers van
het Havenbedrijf, Mainport Holding Rotterdam, de gemeente, dan wel
vaste adviseurs van een van deze partijen, bij het verstrekken van de
vermeende garantstellingen waren betrokken.
In totaal is voor ⬠183,5 miljoen vermeende garantstellingen
afgegeven. Het bedrag is ⬠3,5 miljoen hoger geworden door een
vermeende garantstelling aan Baris. Deze is inmiddels niet meer op te
eisen, omdat de desbetreffende lening is afgelost.
Zie ook: Eindrapportage (pdf, 145 kb, 41 pagina's) PwC
Havenbedrijf Rotterdam N.V.