GGD Rotterdam e.o.


Filters voor dioxine beschermen gezondheid

Begin oktober is te veel dioxine vrijgekomen bij de Afvalverwerking Rijnmond (AVR). De filters van de rookgasreiniging bleken niet goed genoeg te werken. Een verbrandingsoven is toen tijdelijk stilgelegd en er is onderzoek gedaan naar de gevolgen voor mens en milieu. Uit het onderzoek van de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) blijkt dat een half jaar lang ongeveer twee maal zoveel dioxine is uitgestoten als gebruikelijk. Wat betekent dit voor de gezondheid van bewoners rondom de AVR?

Begin oktober is te veel dioxine vrijgekomen bij de Afvalverwerking Rijnmond (AVR). De filters van de rookgasreiniging bleken niet goed genoeg te werken. Een verbrandingsoven is toen tijdelijk stilgelegd en er is onderzoek gedaan naar de gevolgen voor mens en milieu. Uit het onderzoek van de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) blijkt dat een half jaar lang ongeveer twee maal zoveel dioxine is uitgestoten als gebruikelijk. Wat betekent dit voor de gezondheid van bewoners rondom de AVR?

Dioxine is een verzamelnaam voor een groep van meer dan 200 stoffen. Dioxine ontstaat bij de verbranding van chloorhoudende verbindingen zoals PVC. Het behoort tot de giftigste stoffen die we kennen, is mogelijk kankerverwekkend en schadelijk voor de afweer en voortplanting. Verspreiding van dioxine gaat voornamelijk via de lucht. Dioxine komt vervolgens terecht op gewassen, de bodem en in water. Door het vetachtige karakter en door de slechte afbreekbaarheid stapelt dioxine in de voedselketen. Het hoopt zich met name op in dierlijk vetweefsel. Inname van dioxine komt bijna volledig tot stand via voeding, vooral via het eten van dierlijk vet. De Gezondheidsraad adviseert adviseer een maximale blootstelling van 1 picogram (één miljoenste van een miljoenste gram) per kilogram lichaamsgewicht. Een groot deel van de Nederlandse bevolking krijgt meer binnen. Zeven jaar geleden is uitgebreid onderzocht hoeveel dioxine Nederlanders via voedsel binnenkrijgen. Het gemiddelde bleek 1,2 picogram per kilogram lichaamsgewicht per dag te zijn en bij één op de twintig mensen was dat meer dan 3,6 picogram per kilogram lichaamsgewicht per dag.

Zon twintig jaar geleden waren afvalverbrandingsinstallaties grote bronnen van luchtverontreiniging. Er kwam niet alleen veel zwaveldioxide en stikstofoxiden vrij, maar ook grote hoeveelheden zware metalen en dioxine. Aan het eind van de jaren tachtig kwam de verontreiniging door dioxine uitgebreid in het nieuws in de zogenaamde Lickebaert-affaire. Het bleek dat de melk van koeien die in de polder Lickebaert (tussen Vlaardingen en Maassluis) graasden, te veel dioxine bevatte. Het ministerie van Landbouw stelde een verbod in op de verwerking van melk en schapenvlees uit het gebied. Dat verbod bleef tot 1994 van kracht. De belangrijkste veroorzakers daarvan waren de verbrandingsovens van de AVR en de incinerator van AKZO. Wegens de Lickebaert-affaire liet de regering alle vuilverbrandingsovens in Nederland doorlichten. Er werden zeer strenge normen voor toelaatbare uitstoot vastgelegd. Vier sloten de deuren, de overige, waaronder de AVR, investeerden in technische aanpassingen.

Nu dragen afvalverbrandingsovens bij goed werkende rookgasfilters nog maar weinig bij aan de totale uitstoot van dioxines. De uitstoot is gedaald van 150-200 gram in 1986-1994 tot minder dan 0,3 gram sinds 1995. Uit het onderzoek van melk blijkt dat er de laatste jaren steeds minder dioxine in consumptiemelk voorkomt. Sinds oktober 1997 wordt wekelijks consumptiemelk onderzocht op dioxine. De gehaltes waren in 2001 meer dan zeven maal lager dan vier jaar daarvoor. De storing in de rookgrasreiniging betekent dat de uitstoot in 2004 twee maal hoger is geweest dan in de voorafgaande jaren. Gelukkig is dat altijd nog honderden malen lager dan twintig jaar geleden. Maatregelen voor melk, vee en gewassen zijn dan ook niet nodig. Het incident geeft aan hoe belangrijk het is dat de overheid blijft controleren of rookgasreiniging goed werkt. Als dat het geval is onze gezondheid goed beschermd.

Meer informatie:
onderzoeksresultaten op de website van de Voedsel en Warenautoriteit persbericht op de website van de DCMR Milieudienst Rijnmond