Gemeente Rotterdam

Nr. 137
15 oktober 2004

Onderzoek naar garantstellingen RDM gereed

Het verlenen van garantstellingen verloopt binnen de gemeente Rotterdam volgens de daarvoor geldende regels. De gang van zaken rond de vermeende garantstellingen voor de RDM-groep vormt daarop de enige uitzondering. Deze documenten, getekend door de voormalig algemeen directeur van het Havenbedrijf, zijn opzettelijk aan het zicht van de openbaarheid onttrokken. Door onjuiste, onvolledige en niet tijdige informatievoorziening heeft het bestuur van de gemeente Rotterdam zijn verantwoordelijkheid niet kunnen nemen. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het Onderzoeksrapport Garantieverstrekkingen Havenbedrijf dat prof. dr. Lemstra vandaag overhandigde aan burgemeester Opstelten.

Voormalig directeur van het Havenbedrijf, Willem Scholten heeft met het afgeven van de vermeende garantstellingen zijn bevoegdheden overschreden. Hij ging zijn verantwoordelijkheid te buiten zonder daarin bestuurders of medewerkers bij het Havenbedrijf of de gemeente te betrekken. De geheimhouding komt, naar eigen zeggen, voort uit zijn vrees dat bekendmaking zou hebben geleid tot een afwijzing, waardoor uiteindelijk het havenbelang geschaad zou worden.

Lemstra heeft zijn onderzoek voornamelijk gericht op de bevoegdheden van Scholten als havendirecteur, en de processen voor besluitvorming en controle binnen de gemeente. Lemstra zoekt een deel van het antwoord op de vraag hoe dit heeft kunnen gebeuren in de spanning tussen enerzijds de wil om commercieel slagvaardig te kunnen handelen als Havenbedrijf en de ambtelijke kaders anderzijds. Om aan de dynamiek van het Havenbedrijf als economische motor tegemoet te komen, zijn de bevoegdheden van de algemeen directeur in de loop van de tijd enkele malen uitgebreid. De verzelfstandiging per 1 januari 2004 noemt Lemstra een logisch sluitstuk op deze ontwikkeling. Bij het hoofd van dienst van het gemeentelijk bedrijf, aldus het rapport, kon zo een steeds sterkere bevestiging zijn ontstaan van het beeld dat hij ruimte heeft om zaken zelf te regelen in het belang van haven en stad. Ondanks deze ontwikkeling stelt Lemstra dat wie bewust risico's van ruim E 100 mln. aangaat, zonder deze aan het bestuur voor te leggen, de zaken fundamenteel verkeerd beoordeelt.

Het College staat op het standpunt dat de garanties door Scholten onbevoegd zijn afgegeven en dat er daarom geen verschuldigdheid bestaat. De totaalsom van de openstaande leningen aan diverse bedrijven, deels uit de RDM-groep, deels in eigendom overgegaan naar de HbR NV vormt het bedrag waarop de gemeente en het Havenbedrijf kunnen worden aangesproken. Het betreft respectievelijk E 79,2 mln. en E 28 mln. Er hebben nog geen betalingen plaatsgevonden en die zullen ook niet plaatshebben. De gemeente en het Havenbedrijf zullen de claims juridisch aanvechten.

Het onderzoeksrapport eindigt met een aantal aanbevelingen in algemene zin om de controle verder te verbeteren. Het College neemt deze aanbevelingen ter harte.

Lemstra gaf de afgelopen vijf weken leiding aan het onderzoek waartoe het College op 30 augustus besloot. Eerder had de Raad van Commissarissen van het Havenbedrijf opdracht gegeven tot een eigen onderzoek uitgevoerd door Price Waterhouse Coopers. Dit onderzoek is nu als bijlage toegevoegd aan het Onderzoeksrapport Garantieverstrekkingen Havenbedrijf. De gemeentelijke Rekenkamer onderwerpt het onderzoek de komende tijd aan een second opinion, zoals bij motie door de gemeenteraad is gevraagd. Noot voor de redactie/