Verslag jaarlijks relatieseminar van NautaDutilh in Huis ter Duin

DE TOEKOMST VAN DE TOEZICHTHOUDER

Een discussie over de verantwoordelijkheid van toezichthouders in financiële en economische markten en de belangen van hen die onder toezicht staan.

Noordwijk, 14 oktober 2004 - Bij het jaarlijkse relatieseminar van NautaDutilh in Huis ter Duin vandaag stond de discussie over het functioneren van het toezicht als belangrijk onderdeel van het openbaar bestuur in Nederland centraal. Onder voorzitterschap van Chris Fonteijn, partner van NautaDutilh spraken Laurens Jan Brinkhorst, minister van Economische Zaken, Pieter Kalbfleisch, Directeur Generaal NMa, Arnold Schilder, directeur van De Nederlandsche Bank en Ger Cartigny, partner van NautaDutilh over "de Toekomst van de Toezichthouder".

In de discussie werd gezocht naar de juiste verhouding tussen de verantwoordelijkheden van de toezichthouders en de belangen van de verschillende marktpartijen die onder toezicht staan. Daarbij kwam tevens de vraag naar voren of de toezichthouders de rol van scheidsrechter, politieagent of zelfs die van regelgever moeten vervullen. Algemeen uitgangspunt was dat in een goed functionerend stelsel de marktpartijen zelf verantwoordelijkheid moeten nemen voor een goede naleving van geldende gedragsregels. In die situatie kan de rol van de toezichthouder beperkt blijven tot die van een onafhankelijke handhaver of scheidsrechter. Daarbij kan ook het aantal toezichthouders beperkt blijven.

De praktijk wijst anders uit. De marktpartijen nemen regelmatig onvoldoende verantwoordelijkheid en kijken voor hun handelswijze primair naar de toezichthouders, waardoor de toezichthouder op zijn beurt in de rol van controleur terechtkomt. Verder stimuleert de politieke roep - ingegeven door incidenten in de samenleving - toezichthouders om preventief te werk te gaan c.q. bescherming te bieden, Hierdoor neemt niet alleen het aantal gespecialiseerde toezichthouders toe maar wordt hun rol ook steeds meer die van politieagent. Het algemeen belang is daarmee niet gediend.

Minister Brinkhorst van Economische Zaken gaf aan dat goed functionerende, concurrerende markten onontbeerlijk zijn voor economische groei. Hij stelde in dat kader nadrukkelijk dat de markttoezichthouder onafhankelijk moet zijn van marktpartijen en politieke lobby. De minister bepaalt de beleidskaders; de toezichthouders krijgen daarbinnen een stevig mandaat. "Een sterke marktwerking vereist een sterke overheid" aldus Laurens Jan Brinkhorst.

Ook Pieter Kalbfleisch pleitte voor onafhankelijk toezicht. Volgens de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) moet een markttoezichthouder verschillende toezichtstijlen en ­instrumenten hanteren om naleving van wettelijke regels te bevorderen.
De NMa wil markten laten werken door sancties op te leggen maar ook door te informeren, te waarschuwen en te praten. Kalbfleisch toonde zich een voorstander van maximale flexibiliteit, uiteraard binnen de kaders van de wet.

Arnold Schilder, directeur van De Nederlandsche Bank, spreekt over een herijking van de toekomststrategie in het project 'Goed Toezicht'. "Integraal willen we vaststellen hoe het beste toezicht kan worden gehouden", aldus Schilder. Veelvuldig wordt gewezen op de vele uitbreidingen van toezichtstaken en toezichtautoriteiten. Deze uitbreidingen zijn veelal een reactie op een geschokt maatschappelijk vertrouwen. Juist dat vertrouwen is essentieel voor een stabiele samenleving. "Daar ligt ten diepste onze roeping: bijdragen aan die stabiliteit. En toezichthouders hebben een olifantengeheugen: we weten heel goed welk schandaal leidde tot welke toezichtmaatregelen.Als toezichthouder blijven we een appèl doen op de eigen verantwoordelijkheid van instellingen. De eigen verantwoordelijkheid van de onder toezichtstaande instellingen is hier groot en kan nooit door toezichthouders worden overgenomen", aldus Schilder.

Uit het oogpunt van een goed en transparant openbaar bestuur pleitte Ger Cartigny van NautaDutilh voor een beperking van het aantal toezichthouders in Nederland en waarschuwde hij voor een ontwikkeling waarbij de toezichthouder wordt afgezonderd van het reguliere bestuur. Voor zover specifieke toezichthouders onontbeerlijk zijn, moeten zij zoveel mogelijk een generiek karakter hebben ­ dus geen sectorspecifiek maar algemeen mededingingstoezicht ­ en moet opnieuw bezien worden of hun bevoegdheden nog wel in evenwicht zijn met de belangen en de waarborgen van hen die onder toezicht staan. "Zonodig moet niet geaarzeld worden om terug te keren naar de waarborgen van het Wetboek van Strafvordering", aldus Cartigny.

Over NautaDutilh
NautaDutilh is met bijna 500 advocaten, notarissen en belastingadviseurs één van de grootste kantoren in de Benelux en biedt juridische dienstverlening op het hoogste niveau. De kantoren bevinden zich in Amsterdam, Brussel, Rotterdam, Londen, Luxemburg en New York. NautaDutilh onderhoudt hechte maar niet-exclusieve relaties met topkantoren wereldwijd.

Voor meer informatie of beeldmateriaal:
Margaret van Kempen, telefoon 070 346 3760 en gsm 0653 805 856