Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

College voor Zorgverzekeringen
t.a.v. de heer drs. J.S.J. Hillen
Postbus 320
1110 AH DIEMEN

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DVVO-ZV-2520119 J.P. Dopheide
Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kernmonitor PGB Nieuwe Stijl

Geachte heer Hillen,

Op 24 augustus jl. hebt u mij de Kernmonitor PGB Nieuwe Stijl (nr. 24063489) doen toekomen, met naar aanleiding daarvan een twaalftal aanbevelingen. Ik heb deze monitor met belangstelling gelezen; ik meen dat de gepresenteerde gegevens een goed beeld geven van de ontwikkelingen in de afgelopen periode.

U constateert dat de PGB-regeling niet voor 100% kan garanderen dat minder wenselijke zaken zoals (te grote) kostenstijging, een mindere kwaliteit van de ingekochte zorg, oneigenlijke besteding van het PGB, een minder juiste verantwoording en mogelijkheden tot fraude geheel niet voorkomen. Mede op basis van de bezoeken die u gebracht hebt aan de zorgkantoren komt u echter tot de conclusie dat hier sprake zal zijn van incidenten, waarbij de voordelen van het PGB de potentiële nadelen nog steeds overtreffen.

Ik deel, in grote lijnen, uw opvatting. Ik beschouw het PGB onverminderd als een belangrijke stap op weg naar vraagsturing in de zorg, en als een mogelijkheid om nieuwe segmenten in de arbeidsmarkt aan te boren. We moeten echter niet blind zijn voor de mogelijk minder goede ontwikkelingen in deze. Zoals u weet heb ik aan het bureau Hoeksma, Homans en Menting (HHM) opdracht gegeven tot een evaluatie van het PGB Nieuwe Stijl. Ik hoop uit dit onderzoek meer gedetailleerde informatie te krijgen over (onder andere) de feitelijke besteding van het PGB en de eigen bijdrage, over de personen en instellingen die ten laste van het PGB zorg verlenen, een en ander gespecificeerd naar de 'grondslag' voor de indicatiestelling. Naar verwachting zal HHM het eindrapport van het onderzoek rond 15 oktober aan mij doen toekomen. Ik zal mij vervolgens buigen over de vraag of de bevindingen van het onderzoek mij aanleiding geven tot het aanbrengen van wijzigingen in de Subsidieparagraaf Persoonsgebonden Budget Nieuwe Stijl. Daarbij zal ik ook de bevindingen van de Kernmonitor betrekken, alsmede de in dat kader door u gedane aanbevelingen. Ik verwacht eind november op basis van deze beide stukken een afgerond oordeel te hebben over de aan te brengen wijzigingen.

U hebt mij ambtelijk doen weten dat u gaarne rond 15 oktober duidelijkheid wilt hebben over mijn reactie op de door u gedane aanbevelingen. Daar ik nadrukkelijk de resultaten van het onderzoek van HHM daarbij wil betrekken is dat, zoals u begrijpt, niet mogelijk.

Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres: 2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van deze brief.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
2
Kenmerk
DVVO-ZV-2520119

Het alternatief, thans reageren op uw aanbevelingen en eind november op de bevindingen van HHM (waarbij wellicht HHM nog weer tot andere conclusies komt dan de Kernmonitor), is echter geen aantrekkelijke optie.

Een deel van uw aanbevelingen heeft echter een grotendeels 'technisch' karakter en heeft betrekking op aspecten van de regeling waaraan HHM geen aandacht besteedt. Op deze aanbevelingen kan ik reeds nu een reactie geven. Andere maken deel uit van een 'bredere' discussie of zijn van een zodanige complexiteit dat ik er ook eind november nog geen oordeel over zal kunnen hebben.

Het gaat daarbij allereerst om de volgende 'technische' aanbevelingen:

Aanbeveling: Verplicht het zorgkantoor om de budgethouders aan het einde van iedere verantwoordingsperiode een verantwoordingsformulier toe te sturen. Ik heb hiertegen geen bezwaar.

Aanbeveling: Verkort de termijn voor het inzenden en beoordelen van het verantwoordingsformulier tot zes weken.
Ik heb hiertegen geen bezwaar.

Aanbeveling: Als op 1 maart nog niet over inkomensgegevens beschikt kan worden, moeten deze gebaseerd kunnen worden op de meest recente gegevens. Ik heb hiertegen geen bezwaar.

Daarnaast doet u enkele aanbevelingen waar ik, door hun complexiteit, niet op korte termijn een definitief standpunt op kan innemen:

Aanbeveling: Bevorder dat zorgkantoren een abonnement op de Gemeentelijke Basisadministratie krijgen.
Ik zeg u toe in overleg te treden met het College Bescherming Persoonsgegevens.

Aanbeveling: Geef zorgkantoren de bevoegdheid om aan het RIO opdracht te geven om een nieuw indicatie-onderzoek te starten.
Ik zal dit betrekken bij de lopende discussie over dit onderwerp. Er zitten vele haken en ogen aan; gelet op de verschillende rollen die RIO en zorgkantoor hebben meen ik dat deze bevoegdheid in ieder geval niet ongeclausuleerd dient te worden verleend.

Op de andere aanbevelingen zal ik u zoals gezegd eind november mijn standpunt doen toekomen.

Met vriendelijke groet,

de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp


---- --