Rechtspraak - landelijke actualiteiten


Gerechtshof wijst claim van Begaclaim af

Den Haag, 14 oktober 2004 - Het Gerechtshof te âs-Gravenhage heeft vandaag uitspraak gedaan in de zaak die de stichting Begaclaim heeft aangespannen tegen de Staat en de Vereniging voor de Effectenhandel. Het hof heeft de vorderingen van Begaclaim afgewezen.

Deze zaak is een uitvloeisel van de strafvervolging van J.A.J. (Joep) van den Nieuwenhuyzen in de eerste helft van de jaren â90. Het betrof de vervolging wegens misbruik van voorwetenschap bij de handel in aandelen HCS Technology en aandelen RDM. Van den Nieuwenhuyzen is in beide gevallen door de strafrechter vrijgesproken van hetgeen hem ten laste werd gelegd.

Van den Nieuwenhuyzen en Koninklijke Begemann Groep N.V. (âBegemannâ) zijn van mening dat de Staat aansprakelijk is voor de schade die zij hebben geleden doordat Van den Nieuwenhuyzen onterecht is vervolgd. Ook vinden zij dat de Vereniging voor de Effectenhandel (âde Verenigingâ) ten onrechte bij justitie aangifte had gedaan van misbruik van voorwetenschap bij de handel in aandelen HCS. Van den Nieuwenhuyzen en Begemann hebben hun vorderingen tot schadevergoeding overgedragen aan stichting Begaclaim (âBegaclaimâ) die effecten heeft uitgegeven die zijn genoteerd aan de beurs te Amsterdam. Begaclaim heeft deze vorderingen bij de civiele rechter aanhangig gemaakt. Het hof heeft vandaag in hoger beroep beslist dat de Staat en de Vereniging niet aansprakelijk zijn voor de schade van Van den Nieuwenhuyzen en Begemann en het heeft de vorderingen van Begaclaim afgewezen.

Volgens het hof mocht de Vereniging onder de omstandigheden van het geval aangifte doen van misbruik van voorwetenschap bij de handel in aandelen HCS Technology. Op 31 juli 1991 waren immers voor rekening van de grootaandeelhouders van HCS (waaronder Van den Nieuwenhuyzen) 4,2 miljoen aandelen HCS verkocht, terwijl kort daarvoor in het kader van een reddingsoperatie belangrijk overleg had plaatsgevonden door de grootaandeelhouders met de banken over een nieuwe emissie door HCS. De Vereniging kon hieruit redelijkerwijs het vermoeden putten dat sprake was van misbruik van voorwetenschap.

De vordering van Begaclaim tegen de Staat heeft het hof afgewezen omdat het openbaar ministerie niet onrechtmatig jegens Van den Nieuwenhuyzen en Begemann heeft gehandeld. Er bestond in dit geval een redelijk vermoeden dat Van den Nieuwenhuyzen misbruik van voorwetenschap had gemaakt en in zoân geval mag het openbaar ministerie tot vervolging overgaan. Als later vrijspraak volgt betekent dat niet automatisch dat de Staat de schade die de ex-verdachte heeft geleden moet vergoeden. Alleen indien sprake is van onevenredige schade kan er aanleiding zijn de ex-verdachte te compenseren. Dat geval doet zich naar het oordeel van het hof niet voor, omdat Van den Nieuwenhuyzen zich door te handelen als hij deed (zie daarover nader het arrest) aan het risico van strafvervolging heeft blootgesteld.

De uitspraak is later vandaag te vinden onder LJ nummer AR3880.