Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

2004

Vogelgriep 2003: besmettelijker dan gedacht, maar beperkte invloed op volksgezondheid 13 oktober 2004

Naar schatting ten minste duizend mensen zijn tijdens de vogelgriepepidemie in 2003 besmet met het vogelgriepvirus. Bij de meeste mensen leidde besmetting niet tot gezondheidsklachten. Als er wél sprake was van klachten, dan waren die meestal mild (oogvliesontsteking of griepverschijnselen). De omvang van de besmetting en de overdracht van mens op mens bleken groter dan verwacht. Het antivirale middel oseltamivir beschermde tegen besmetting, maar een beschermend effect van veiligheidsbrillen of mond-neusmaskers is niet aangetoond. Eenderde van de pluimveehouders met een geruimd bedrijf meldde stressreacties, vermoeidheid en depressieve klachten. De informatievoorziening over en de bejegening bij de ruimingen is grotendeels goed verlopen.

Dit zijn de belangrijkste bevindingen uit het Gezondheidsonderzoek Vogelgriepepidemie, uitgevoerd door het RIVM en het Instituut voor Psychotrauma (IvP) in opdracht van het Ministerie van VWS. Deelnemers aan het onderzoek waren pluimveehouders en hun gezinsleden in het toezichtgebied Gelderse Vallei-Beneden Leeuwen, Noord-Brabant en Limburg en mensen die zijn ingezet bij de bestrijding van de epidemie.

Lichamelijke klachten
Er meldden zich 453 personen zich met gezondheidsklachten, voornamelijk oogvliesontsteking. Circa 50% van de 500 onderzochte personen die tijdens de epidemie contact hadden met besmet pluimvee, had antistoffen tegen het vogelgriepvirus. Ook bij 59% van huisgenoten van bestrijders die een infectie met vogelgriepvirus doormaakten zijn antistoffen gemeten.

Psychische klachten
Naast het gevaar van besmetting zijn betrokkenen bij de epidemie geconfronteerd met ingrijpende gebeurtenissen, zoals de (dreiging van) ontruiming van het bedrijf, het sociaal isolement door het vervoersverbod en zorgen om de toekomst van het bedrijf. Deze gebeurtenissen gaven aanleiding tot stress, vermoeidheid en depressieve klachten. Zo meldde eenderde van de pluimveehouders met een geruimd bedrijf stressreacties, vermoeidheid en depressieve klachten. Bestrijders hadden twee maal zo vaak vermoeidheidsklachten als de algemene beroepsbevolking. Circa een kwart van de pluimveehouders van geruimde bedrijven gaf aan zich zorgen te maken over het voortbestaan van het bedrijf en de sector. Van deze groep had 16% behoefte aan aanvullende ondersteuning, hulp of zorg vanwege de vogelgriep. Daarvoor benaderden zij de agrarische hulpverlening en de huisarts, en minder vaak de geestelijke gezondheidszorg.

Aanbevelingen
De onderzoekers adviseren om bestaande protocollen en draaiboeken voor dierziektebestrijding aan te scherpen en daarbij rekening te houden met de nieuwe inzichten over infectierisicos voor de mens. De betrokken organisaties moeten zorgen voor een heldere taakverdeling en optimale afstemming bij de bestrijding van dierziekten. Verbeteringen zijn mogelijk in het verstrekken van, instructies voor en toezicht op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, in de informatievoorziening en in de afstemming en samenwerking tussen hulpverleningsinstanties. Bestrijders kunnen beter worden voorbereid op emotionele reacties van getroffenen. De stress en spanningsklachten samenhangend met de bestrijding van de vogelgriepepidemie vereisen specifieke zorg.

Postbus 1, 3720 BA Bilthoven, T:030-2749111, F:030-2742971 Home Agenda Contact