Vragen CDA-fractie
1
Waarom wordt gekozen voor 16 regionale uitvoeringskantoren met een grootte van circa 1
miljoen inwoners?
1
Gekozen wordt voor een organisatiemodel met uitvoeringseenheden, die integraal
verantwoordelijk zijn voor de indicatiestelling en de bedrijfsvoering. Een en ander binnen een
door een klein hoofdkantoor te stellen beleidskader. Meer regio's zou ertoe leiden dat de regio's
niet groot genoeg zijn voor integraal management en er een tussenlaag nodig is tussen het
hoofdkantoor en de regio's.
2
Wat blijft lokaal aanwezig en wat wordt gecentraliseerd?
2
De indicatiestelling AWBZ wordt gecentraliseerd in een landelijke organisatie, maar zal
gedeconcentreerd worden uitgevoerd. Indicatiestellers zullen lokaal en regionaal beschikbaar en
toegankelijk zijn, zoveel mogelijk vanuit lokale loketten.
3
Wat zijn de criteria die ten grondslag liggen aan de samenstelling van een regio en waarom is
gekozen voor deze criteria?
4
Waarom komt het werkgebied van een regionaal uitvoeringskantoor niet overeen met een
provincie, een WZV-regio, de regio van een zorgkantoor of een ander bestaand
samenwerkingsverband?
5
Waarom is bij de indeling in werkgebieden geen rekening gehouden met reisafstanden, de
bevolkingssamenstelling, de plaatselijke omstandigheden en de zorgaanbieders? Hebben
bewoners uit bijvoorbeeld Almere niet meer gemeen met Amsterdammers dan met mensen uit
Hardenberg? Waarom is bijvoorbeeld Zeeland t/m Breda een regio?
3, 4 en 5
Het CIZ is een landelijke organisatie die de uitvoerende werkzaamheden en de contacten met
aanvragers zoveel mogelijk onder zal brengen in lokale verbanden zoals een lokaal loket. De
regio-indeling is vooral relevant voor de bedrijfsvoering van het CIZ.
De regio-indeling zoals voorgesteld door het CIZ is gebaseerd op verschillende uitgangspunten;
deels bedrijfsmatige overwegingen, deels organisatorische argumenten, deels het handhaven van
goed functionerende regionale structuren en deels de voorkeuren van instellingen, medewerkers
en gemeenten. Belangrijk bij de regio-indeling is het hanteren van de buitengrenzen van de
zorgkantoren, zodat een zorgkantoor niet met meer dan één CIZ-regio te maken heeft.
De regio zuidwest is -zoals dat ook bij andere regio's het geval is- gevormd op basis van de
genoemde criteria en uitgangspunten.
Zeeland zou als zelfstandig CIZ-regio te beperkt van omvang zijn om integraal management te
organiseren. Overigens is er binnen Zeeland ook sprake van diversiteit die op lokaal niveau
vraagt om maatwerk.
6
Welke indicaties zijn in het getal van 60.000 á 70.000 indicatieaanvragen meegenomen? Omvat
dit slechts alleen de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ ) of ook de Wet
voorzieningen gehandicapten (Wvg) en/of welzijnsindicaties (bijvoorbeeld parkeerkaart)?
6
Het betreft aanvragen voor een indicatiebesluit in het kader van de AWBZ.
7
Zullen de AWBZ-indicaties bij minderjarigen tot het takenpakket van de Centrum Indicatiestelling
Zorg (CIZ) gaan behoren of wordt dit onderdeel van Bureau Jeugdzorg (BJZ)? Indien dit laatste
het geval is, hoe wordt de benodigde kennis over gehandicapten gewaarborgd?
7
Deze AWBZ-indicaties gaan vanaf het van kracht worden van de Wet Jeugdzorg behoren tot het
takenpakket van de Bureaus Jeugdzorg, behoudens de AWBZ-indicaties voor jeugdigen op grond
van een handicap. Uitzondering daarop kan de indicatiestelling voor licht verstandelijk
gehandicapte jongeren gaan worden. Er wordt onderzocht of die indicatiestelling wel bij de
Bureaus Jeugdzorg kan worden ondergebracht. Een beslissing hierover wordt in het najaar 2004
verwacht.
8
Wat betekent de in het Hoofdlijnenakkoord afgesproken overheveling van de AWBZ naar het
tweede compartiment voor het aantal indicaties, het aantal indicatiestellers en de regio-indeling?
9
Wat betekent de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) voor het aantal
indicaties, het aantal indicatiestellers bij het CIZ en de regio-indeling?
8 en 9:
Het voornemen is om vanuit de AWBZ de extramurale GGZ over te hevelen naar het tweede
compartiment. De indicatiestelling voor de GGZ richt zich op dit moment op die mensen die
langer dan een jaar intramuraal in zorg zijn. Voor de extramurale zorg worden de aanvragen van
verzekerden geregistreerd. Dat gebeurt door de zorgaanbieders die daartoe software matig
ondersteund worden. Dat betekent dat het aantal te stellen indicaties op basis van de
overheveling naar het tweede compartiment voor de intramurale zorg langer dan een jaar niet
afnemen.
Als de WMO per 1 januari 2006 wordt ingevoerd zal functie huishoudelijke verzorging, als geen
verblijf is geïndiceerd, niet langer onderdeel uitmaken van de AWBZ. Weliswaar worden er
relatief veel indicaties huishoudelijk verzorging afgegeven, maar dit gebeurt vaak in mandaat of
de indicaties worden telefonisch gesteld. Dat betekent dat er relatief weinig tijd besteed wordt
aan het afgeven van dit type indicatiebesluiten. De inschatting is dat als er minder werk voor
handen zou zijn dit via natuurlijk verloop kan worden opgevangen.
10
Op welke wijze is rekening gehouden met zorgzwaarte-indicaties van cliënten in intramurale
instellingen?
10
Verzekerden die intramuraal opgenomen worden krijgen een indicatiebesluit dat in ieder geval de
functie verblijf zal omvatten. De zorgzwaarte van de client komt tot uitdrukking in de overige
functies die geindiceerd worden, door bij het indicatiebesluit ook de klasse( het aantal uren of
dagdelen) te vermelden wordt de zorgzwaarte van de client aangegeven.
11
Kan de staatssecretaris toelichten hoe zij tot de conclusie komt dat in een werkgebied van circa
1 miljoen inwoners 150 indicatiestellers nodig zijn?
11
De schatting is gebaseerd op de extrapolatie van ervaringscijfers en schatting van wijzigingen in
de werkdruk door maatregelen als standaardisering van de indicatiestelling, mandatering en
verbeteringen in de procedures en de organisatie van het uitvoerende werk.
12
Indien een regio circa 1 miljoen inwoners moet hebben, waarom wordt in voorstel een regio van
0,6 miljoen inwoners geopperd? Leidt dit niet tot problemen? Zo neen, waarom zijn er dan niet
meer kleinere regio's?
12
Gestreefd is naar de vorming van regio's met gemiddeld 1 miljoen inwoners. In de praktijk zitten
bijna alle regio's tussen de 0.8 en 1,2 miljoen. De regio met 0.6 miljoen inwoners is een
uitzondering op die regel, omdat in dit gebied andere combinaties leiden tot een te groot
werkgebied.
13
Hoeveel mensen werken er op het hoofdkantoor nu en in de toekomst en welke taken krijgen
ze?
13
Op dit moment werken er geen medewerkers op het hoofdkantoor omdat dit nog niet is
gevormd. Het huidige verandermanagement gedurende de transitieperiode is ondergebracht in
het voormalig LCIG-hoofdkantoor en wordt ondersteund door 8 medewerkers. Daaraan worden
afhankelijk van verschillende vraagstukken op ad hoc basis adviseurs toegevoegd Afhankelijk
van de taakverdeling tussen het hoofdkantoor en de regio's zal de formatie voor het toekomstige
hoofdkantoor in de komende maanden in het kader van het formatieplaatsenplan worden
bepaald.
14
Waarom is gekozen voor een stichting in plaats van de eerder voorziene zelfstandig
bestuursorgaan (ZBO), een agentschap of een onderdeel van het ministerie van VWS?
14
Om een andere bestuursvorm te realiseren is een wetswijziging noodzakelijk, met name artikel
9a van de AWBZ. Daarom zal de centralisering van de indicatiestelling AWBZ voorlopig binnen
het huidige wettelijke kader worden uitgevoerd.
De keuze voor de definitieve bestuurlijke en juridische vorm voor de centrale indicatiestelling wil
ik bepalen aan de hand van het kabinetsstandpunt over het Interdepartementaal
Beleidsonderzoek verzelfstandigde organisaties op rijksniveau (Commissie-Kohnstamm) dat eind
2004 beschikbaar komt. Als dan zal ik een wetswijziging in gang zetten. Naar verwachting zal
het CIZ eind 2007 zijn definitieve positie krijgen. In de tussenfase moet het CIZ zowel
beleidsmatig als organisatorisch op orde gebracht worden.
15
Wat is het verschil tussen een aparte stichting en een ZBO?
15
Ook een stichting kan een zelfstandig bestuursorgaan kan zijn. Privaatrechtelijke zelfstandige
bestuursorganen, dus privaatrechtelijke rechtspersonen met een rijksoverheidstaak, mogen
alleen in specifieke gevallen worden opgericht.
16
Op welke wijze kan de staatssecretaris c.q. ministerie van VWS invloed uitoefenen op het CIZ?
60
Op welke wijze kan de staatssecretaris invloed uitoefenen op het CIZ, bijvoorbeeld als het gaat
om de standaardisering van de indicatiestelling of om het salaris van de directeur?
16 , 60
In 2005 is artikel 9a van de AWBZ, op grond waarvan gemeentebesturen een indicatieorgaan
aanwijzen nog van toepassing. Het CIZ zal in 2005 naar verwachting door alle gemeenten
worden aangewezen als indicatieorgaan, waardoor het CIZ het enige landelijke indicatieorgaan
wordt. Het CIZ zal zich in 2005 als indicatieorgaan moeten houden aan de bepalingen van het
Zorgindicatiebesluit. Artikel 11 biedt de mogelijkheid om een beleidsregel vast te stellen over de
werkwijze van de indicatieorganen. Aan de subsidieverlening aan het CIZ worden voorwaarden
verbonden over de wijze van uitvoering van activiteiten en de te behalen resultaten, de
besteding van middelen en de werkwijze voorzover deze niet in strijd zijn met de bepalingen van
het Zorgindicatiebesluit.
17
Op welke wijze wordt gegarandeerd dat lokale voorzieningen niet worden opgeheven en mensen
niet moeten gaan reizen?
17
Het CIZ streeft er naar zoveel mogelijk lokaal bereikbaar te zijn. Het CIZ heeft het uitdrukkelijke
voornemen om de uitvoering van de indicatiestelling zoveel mogelijk te bundelen met lokale
initiatieven en lokale loketten. De gemeenten voeren de regie op de vorming van lokale loketten.
Medewerking van gemeenten is daarom een voorwaarde.
18
Zijn de mensen die voor het CIZ werken ook bij in dienst van deze organisatie?
18
De indicatiestellers komen in dienst van het CIZ.
19
Is de datum van 1 januari 2005 voor de overheveling van taken en personeel reëel?
19
Het is de reële verwachting dat het CIZ vanaf 1 januari in staat zal zijn om medewerkers en
taken over te nemen van de indicatieorganen. Uitstel kan in individuele, lokale of regionale
situaties noodzakelijk blijken als overleg niet tijdig blijkt te kunnen worden afgerond. Hoofdzaak
blijft, dat de indicatiestelling door moet kunnen blijven gaan en dat een zorgvuldig
transitieproces plaatsvindt.
20
Kunnen, c.q. moeten gemeenten nu hun contract voor AWBZ-indicaties met een Regionaal
Indicatieorgaan (RIO) per 1 januari 2005 opzeggen, zoals de gemeente Harderwijk heeft gedaan?
20
Vanuit hun bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid hebben veel gemeenten reeds de
conclusie getrokken, dat de uitname uit het gemeentefonds en mijn voornemen om het CIZ te
subsidiëren voor de uitvoering van de indicatiestelling aanleiding is tot het aanwijzen van het CIZ
als indicatieorgaan met ingang van 1 januari 2005. Die aanwijzing is gelet op artikel 9a van de
AWBZ niet verplicht, maar sluit wel aan bij de maatregelen die zijn genomen (o.a. uitname uit
het Gemeentefonds per 1 januari 2005) en de voorgenomen centralisatie. De aanwijzing vormt
een tussenstap naar de centralisatie en biedt ruimte voor een zorgvuldige ontvlechting.
21
Zijn er afvloeiingsregelingen of andere voorzieningen voor indicatiestellers die niet in dienst van
het CIZ komen of die bij het CIZ komen en overbodig zijn of die na invoering van de WMO of de
overheveling naar het tweede compartiment overbodig worden? Zo ja, wat zijn hiervan de
kosten en hoe zijn die verwerkt in de genoemde bedragen?
21
Bij de beantwoording van vraag 8 en 9 is aangegeven dat de effecten van de overheveling naar
het tweede compartiment en de invoering van de WMO via natuurlijk verloop kunnen worden
opgevangen. Dat laat onverlet dat het zo kan zijn dat er bij de overgang niet voor iedereen een
passende functie gevonden kan worden. Het CIZ onderhandelt met de vakbonden over een
sociaal plan. Op het moment dat het plan gereed is en bekend is welke CAO er gevolgd zal
worden kan er een eerste inschatting van de kosten gemaakt worden.
22
Hoe is het bedrag van 163 miljoen euro opgebouwd, dat aan indicatiestelling wordt uitgegeven?
Welke berekening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ligt hieraan ten
grondslag?
26
Indien de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) heeft berekend dat de uitgaven aan
indicatiestelling 163 miljoen bedraagt, waarom wordt er dan slechts 81 miljoen euro uit het
gemeentefonds gehaald?
34
Wat is de herkomst van het bedrag van 163 miljoen euro dat volgens de staatssecretaris door
de VNG voor 2004 wordt geraamd als begrote uitgaven aan indicatiestelling verpleging en
verzorging (VenV)?
22, 26 en 34
Het bedrag van 163 in de brief van 10 juni 2004 (TK 26 631 nr. 95) betreft een schatting van
de totale uitgaven voor indicatiestelling, waarbij naast de cijfers van de VNG, gegevens van het
onderzoeksinstituut SGBO en schattingen of berekeningen van de bureau's HHM en BMC zijn
betrokken. Schattingen lopen uiteen, omdat de kosten voor indicatiestelling AWBZ op
verschillende manieren kunnen worden berekend: het optellen van de begrotingen van de
indicatieorganen, het sommeren van de gereserveerde bedragen op de gemeentebegroting en
het achteraf bepalen van de som van de werkelijke uitgaven leiden tot verschillende bedragen.
Daarbij moet worden vastgesteld of specifieke bijdragen van het rijk via gemeenten of de kosten
van indicatieadvisering voor de Wvg zijn meegeteld en incidentele méér- en minderkosten van
afzonderlijke instellingen.
In de brief van 10 juni is het bedrag van 163 mln genoemd als de meest redelijke schatting
van de daadwerkelijke structurele kosten voor de indicatiestelling AWBZ op dat moment.
De uitname van 81,3 mln is niet gebaseerd op de werkelijke kosten, maar op de toevoeging
aan het gemeentefonds voor de kosten van de indicatiestelling thuiszorg vermeerderd met het
accrés en een berekening van de kosten van indicatiestelling voor verpleeghuizen en
verzorgingshuizen. De berekening is onder meer gebaseerd op een onderzoek van SGBO uit
1999, dat op verzoek van de VNG werd uitgevoerd.
23
Is in dit bedrag van 163 miljoen euro ook meegenomen de extra subsidiegelden die via het
ministerie van VWS worden verstrekt in het kader van het wegwerken van wachtlijsten?
23
Het bedrag van 163 mln. heeft betrekking op de kosten van uitvoering van de indicatiestelling
AWBZ.In 2004 worden de bestaande werkvoorraden van de indicatieorganen zoveel mogelijk
afgedaan door extra inzet en bijzondere maatregelen. De verwachting is dat door dez
maatregelen in 2005 geen nieuwe werkvoorraden zullen ontstaan.
24
Gaan alle RIO's, inclusief alle verplichtingen, op in het CIZ?
24
De Rio's als juridische entiteit gaan niet op in het CIZ in de zin dat een fusie plaatsvindt. Het CIZ
treedt in regionaal verband in overleg met RIO's en gemeenten over de overname van taken,
middelen en menskracht zo mogelijk op basis van een algemeen landelijk protocol van afspraken
met de VNG en het sociaal plan dat met de werknemersorganisaties en de VNG zal worden
afgesloten. Per regio kan sprake zijn van specifieke omstandigheden.
25
Op welke wijze wordt omgegaan met de huisvesting (huurcontracten en eigendom panden) en
waarom is één van de 5 projectleiders van het CIZ bezig met nieuwbouw?
25
De term "nieuwbouw" geeft mogelijk aanleiding tot een misverstand. Deze term heeft
betrekking op de nieuwbouw van de nieuwe organisatiestructuur en niet op de bouw van
nieuwe kantoren. De wijze van omgaan met de afwikkeling van huurcontracten en
eigendomsverhoudingen vormt onderdeel van het algemene protocol van overdracht. In
specifieke situaties worden maatwerkafspraken gemaakt.
26
Indien de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) heeft berekend dat de uitgaven aan
indicatiestelling 163 miljoen bedraagt, waarom wordt er dan slechts 81 miljoen euro uit het
gemeentefonds gehaald?
26
Zie antwoord 22.
27
Zijn de genoemde bedragen voor indicatiestelling slechts bestemd voor AWBZ-indicaties of zijn
daarin ook meegenomen de indicaties voor de Wvg e.d.?
27
De genoemde bedragen hebben betrekking op de kosten van indicatiestelling AWBZ.
28
Hoeveel geld zal van de begroting naar het gemeentefonds worden overgeheveld in verband met
de indicatiestelling voor de WMO?
28
Bij de overheveling van taken in het kader van de WMO zullen bij de over te hevelen budgetten
ook de uitvoeringskosten worden betrokken, waaronder de middelen die gemoeid zijn met de
indicatiestelling. Ik ben hierover in overleg met de VNG.
29
Is het waar dat in 2005 een extra bedrag van 68 miljoen euro op de begroting wordt
vrijgemaakt voor indicatiestelling?
29
Uit de algemene middelen wordt in 2005 een bedrag van 68 mln toegevoegd aan de
begrotingsmiddelen voor indicatiestelling ter compensatie van het verschil tussen de werkelijke
kosten van de indicatiestelling en de omvang van de uitname uit het gemeentefonds en voorts
voor de (tijdelijke) transitiekosten. Na de transitieperiode zal sprake zijn van inverdieneffecten,
wat in de meerjarencijfers tot uiting komt.
Vragen PvdA-fractie
30
Is het waar dat bij een aantal van 600 á 700 indicaties per indicatiesteller en uitgaande van 235
werkdagen per jaar, acht uur per dag, in beginsel gemiddeld 2,8 uur per indicatiestelling is
begroot en dat bij een streven van 800 á 900 indicaties per indicatiesteller er per indicatie
gemiddeld 2,2 uur kan worden besteed?
Is dat dan inclusief de afhandeling van beroep en bezwaarprocedures, of zal het zo zijn dat
indicatiestellers hun volledige werktijd besteden aan indicaties en dat anderen
bezwaarprocedures afhandelen? Indien de hierboven aangegeven gemiddelde tijd per
indicatiesteller niet klopt, kan worden toegelicht hoeveel tijd er dan wel gemiddeld met een
AWBZ-indicatie is gemoeid? Mag er van worden uitgegaan dat het merendeel van de af te geven
indicaties dan op een administratieve manier wordt afgehandeld aangezien voor gesprekken of
huisbezoeken geen tijd zal zijn?
30
In de huidige situatie varieert de gemiddelde tijd per indicatie tussen de RIO's. Bij de vorming
van het CIZ wordt uitgegaan van uniformering van het indicatieproces en het standaardiseren
van eenvoudige en enkelvoudige zorgvragen. Dit bevordert zowel de uniformiteit als de snelheid
van het indiceren. Juist op dit punt moet de voorgenomen centralisatie van de indicatiestelling
een meerwaarde krijgen boven de huidige versnipperde situatie. Voor de standaard-
indicatiebesluiten is ook mandatering aan lokale loketten en zorgaanbieders mogelijk mits hierop
door het CIZ adequaat toezicht wordt gehouden. Voor complexe of meervoudige zorgvragen
blijft er voldoende tijd beschikbaar voor individuele benadering, respectievelijk huisbezoek. Deze
voorgenomen werkwijze moet leiden tot een toename van het aantal indicaties per medewerker
zonder dat er sprake is van kwaliteitsvermindering.
31
Welk deel van de indicaties zal worden gemandateerd? Hoeveel tijd wordt gemiddeld besteed
door het regionale indicatieorgaan aan gemandateerde indicaties?
31
Het CIZ blijft bij mandatering verantwoordelijk voor de indicatiebesluiten, de registratie daarvan,
de afhandeling van eventuele bezwaarprocedures en toetsing. Het tijdsbeslag per
gemandateerde indicatie kan sterk verschillen, maar in elk geval dient het besluit te worden
geregistreerd en gerapporteerd aan het zorgkantoor en de aanvrager. Daarnaast is tijd gemoeid
met toetsing, met de afhandeling van eventuele bezwarenprocedures en verzoeken tot
herziening bijvoorbeeld als aan een PGB de voorkeur wordt gegeven. In het convenant AWBZ
2005-2007 dat ik heb afgesloten met de zorgaanbieders is de verwachting uitgesproken dat
tenminste 30% tot 50% van alle indicaties via een mandaat aan de zorgaanbieders tot stand zal
komen.
32
Hoeveel bestuursleden en directieleden zijn er voor het CIZ werkzaam? Werken directieleden
fulltime of in deeltijd en wat is de beloning van elk van hen?
32
Voor de interim periode waarin het CIZ moet worden opgebouwd is uit de markt een drietal
bestuursleden aangetrokken. Deze werken tegen marktconforme tarieven. Voor de voorzitter
wordt uitgegaan van 2 dagen per week en voor de overige bestuursleden is dat gemiddeld een
dag per week.
De directeur/verandermanager is voor 3 dagen per week vanuit het ministerie van VWS
gedetacheerd en stelt zich in 2004 indien nodig fulltime beschikbaar. De vergoeding voor de
voorzitter bedraagt 1600 per dag( ex BTW en reiskosten) en de vergoeding voor de overige
bestuursleden 1000 (ex BTW) per dag. De beloning van de directeur/verandermanager
bedraagt de door het ministerie in rekening te brengen loonkosten voor de drie
detacheringsdagen en eventueel door hemzelf in rekening te brengen kosten voor de genoemde
meerinzet.
33
Hoeveel fte's zal het CIZ en de regiokantoren totaal moeten hebben per 1 januari 2005?
33
Bij de vorming van het CIZ wordt uitgegaan van het principe 'mens volgt taak'. Dit betekent dat
in principe medewerkers van RIO's, waarvan de taak overgaat naar het CIZ in dienst treden van
het CIZ.Het betreft voor het merendeel indicatiestellers AWBZ. Een beperkt aantal medewerkers
is bij enkele Rio's aangesteld voor advisering over voorzieningen van de WvG. Uit de
boedelbeschrijvingen moet het aantal fte's per 1 januari 2005 blijken. In het definitieve
organisatieplan zal de noodzakelijke formatie (centraal en regionaal) van het CIZ worden
vastgesteld.
34
Wat is de herkomst van het bedrag van 163 miljoen euro dat volgens de staatssecretaris door
de VNG voor 2004 wordt geraamd als begrote uitgaven aan indicatiestelling verpleging en
verzorging (VenV)?
34
Zie antwoord 22.
35
Volgens de VNG was voor 2002 een budget van 51 miljoen euro in het gemeentefonds voor
indicatiestelling opgenomen. De uitgaven bedroegen volgens de VNG in dat jaar 110 miljoen
euro. Kloppen deze bedragen volgens de staatssecretaris?
35
De vraag of de door de VNG genoemde bedragen kloppen kan pas worden beoordeeld als
duidelijk wordt gemaakt op welke wijze een aantal variabelen daarbij zijn betrokken. Het bedrag
van 51 mln betreft uitsluitend de toevoeging aan het gemeentefonds voor de kosten van de
indicatiestelling thuiszorg vermeerderd met het accres. De herkomst en berekeningsgrondslag
van het bedrag van 110 mln heeft de VNG niet bekend gemaakt.
36
Het onderzoeksbureau Hoeksman, Homans en Menting heeft in de periodieke Inventarisatie
Regionale Indicatieorganen uiteengezet dat in 2003 gemeenten gezamenlijk 169 miljoen euro
hadden begroot aan uitgaven voor regionale indicatie, en voor 2004 een bedrag van 187 miljoen
euro. Kloppen deze bedragen volgens de staatssecretaris? Zo ja, hoe kan het dat het CIZ voor
aanmerkelijk lagere bedragen heeft begroot?
36
De raming van HHM bevat naast de AWBZ-indicatiestelling ook de advisering voor de Wvg,
voorzover die door RIO's wordt uitgevoerd. Vervolgens is dat bedrag voor 2004 geëxtrapoleerd.
De nu genoemde bedragen zijn gebaseerd op actuelere gegevens van RIO's en dus exclusief de
Wvg-advisering. Voor de Wvg-advisering door het CIZ zullen de betrokken gemeenten de
daarvoor benodigde middelen beschikbaar moeten stellen.
37
Hoeveel was er volgens de staatssecretaris in 2003 en 2004 opgenomen in het gemeentefonds
aan fictief budget voor regionale indicatie VenV?
37
Het fictief budget kan als volgt worden berekend. Voor de indicaties in thuiszorg kan op de
oorspronkelijke toevoeging van het gemeentefonds ( 72,5 mln) het accres worden toegepast.
Dat resulteert in een bedrag van circa 52 mln. Voor de kosten van indicatiestelling voor
verzorgingshuizen en verpleeghuizen is het bedrag gebaseerd op een SGBO-onderzoek over
1999; het gemiddeld genomen in dat jaar benodigd budget voor de indicatiestelling ( 63 mln
gulden) is verhoogd met de jaarlijks indexering tot circa 30 mln
38
Is het CIZ rechtsopvolger van de RIO's? Is er volgens de staatssecretaris sprake van een
verplichting, juridisch of moreel, om al het personeel werkzaam bij RIO's in principe over te
nemen in de nieuwe organisatie onder het motto: de mens volgt het werk? Zo neen, waarom
niet? Verwacht de staatssecretaris dat ontslag moet worden aangezegd aan personeel dat
momenteel bij de RIO's werkt?
38
Bij de beantwoording van vraag 24 heb ik vermeld dat er in juridische zin geen sprake is van
fusie of rechtsopvolging. Wel is het zo dat het CIZ de indictiestelling op basis van het
Zorgindicatiebesluit zal uitvoeren in opdracht van gemeenten en hiervoor uit de VWS begroting
gefinancierd wordt. Op grond hiervan zal het CIZ zoveel mogelijk op basis van het principe
"mens volgt taak " menskracht overnemen van de Rio's tot het maximum van de noodzakelijke
personeelsformatie. Een reorganisatie heeft onvermijdelijk tot gevolg dat functies verdwijnen of
veranderen en dat daarom personele maatregelen moeten worden genomen. Daarvoor wordt een
sociaal plan opgesteld in overleg met de werknemersorganisaties.
39
Welk deel van de huidige AWBZ-indicaties valt na 1 januari 2006 volgens de staatssecretaris
onder de WMO en derhalve onder de indicatiestelling voor de WMO?
39
Als op 1 januari 2006 de WMO ingevoerd wordt maakt de functie huishoudelijke verzorging,
indien ook niet gelijktijdig voor verblijf wordt geïndiceerd, niet langer deel uit van de AWBZ
aanspraken. Hiervoor zullen dan geen indicaties meer door het CIZ worden afgegeven. Het is
vervolgens aan de gemeenten zelf om te beslissen of en hoe er in het kader van de WMO
geïndiceerd zal worden.
40
Betekent de overheveling van delen van de AWBZ naar de WMO tevens dat delen van de
indicatiestelling vanuit de AWBZ overgaan naar gemeentelijke verantwoordelijkheid? Zo ja, gaat
de staatssecretaris ervan uit dat opnieuw delen van de organisatie terug moeten naar
gemeenten?
Zo ja, had u niet een jaartje kunnen wachten met het formeel reorganiseren van de
indicatiestelling totdat er meer duidelijkheid zou zijn over de overdracht van AWBZ naar WMO
en de consequenties daarvan voor de indicatiestelling?
40
In de WMO beslissen de gemeenten zelf of en hoe zij de toegang tot die WMO willen regelen.
Het CIZ is primair opgericht om de indicatiestelling voor de AWBZ te organiseren. Alleen op
uitdrukkelijk verzoek van de gemeenten is het toegestaan om werk voor derden te verrichten. Er
moet dan sprake zijn van een heldere opdrachtgever -opdrachtnemer - relatie en het CIZ moet er
voor zorgen dat er bij het indicatieorgaan een scherpe functie -en verantwoordelijkheidsverdeling
aanwezig is. In die gevallen is er dus na de invoering van de WMO geen sprake van dat delen
van de organisatie weer terug gaan naar de gemeenten. Als gemeenten afzien van
indicatiestelling voor de WMO doet zich het veronderstelde probleem ook niet voor.
Overigens is de centralisering van de indicatiestelling nu urgent omdat de uniformiteit en de
klantvriendelijkheid van de indicatiestelling door centrale aansturing snel verbeterd moet worden.
Vragen VVD-fractie
41
Worden er prestatieafspraken gemaakt met het bestuur van het Centrum Indicatiestelling Zorg
(CIZ) om de doelstellingen van de centralisatie te bereiken? Zo ja, hoe luiden deze
prestatieafspraken? Zo neen, is de staatssecretaris alsnog bereid deze alsnog te maken?
41
Met het bestuur van het CIZ zijn prestatieafspraken gemaakt in de vorm van concrete project-
en activiteitenplannen, waarin de beoogde resultaten worden vermeld. Deze vormen de
grondslag voor de subsidieverlening. In de eerste fase heeft het CIZ-bestuur zich gericht op het
inventariseren van de stand van zaken op basis waarvan met name werkvoorraden van de
indicatiestellers worden weggewerkt en de nieuwe centrale organisatie wordt voorbereid. Voor
het jaar 2005 wordt de bekostiging gebaseerd op doelstellingen, activiteiten en
resultaatafspraken, die de grondslag dienen te vormen voor de instellingsbegroting 2005.
42
De staatssecretaris verwacht het aantal indicaties op termijn te kunnen verhogen, bijvoorbeeld
tot 800 á 900 per regio per jaar . Het was toch juist de bedoeling dat er minder zou worden
geïndiceerd door de RIO's te centraliseren?
42
Het cijfer van 800 a 900 indicaties per jaar betreft de beoogde productie per formatieplaats.
43
In de brieven over de indicatiestelling AWBZ wordt uw voornemen om van het CIZ een ZBO te
maken niet behandeld. Waarom niet?
43
In tegenstelling tot de leden van de VVD-fractie veronderstellen, heb ik in mijn brief van 7
november 2003 met mijn standpunt over het Advies bestuurlijke verantwoordelijkheid
indicatiestelling van het College implementatie indicatiebesluit en mijn brief van 13 februari
2004 over het plan van aanpak ter zake (Kamerstukken II, 2003-2004, 26 631, nrs. 61 en 72)
de optie van een status van een zelfstandig bestuursorgaan voor het CIZ opgenomen. Ik geef in
deze laatste brief aan dat ik de beslissing over de definitieve bestuurlijke en juridische vorm zal
nemen aan de hand van het kabinetsstandpunt over het Interdepartementaal Beleidsonderzoek
verzelfstandigde organisaties op rijksniveau (Commissie-Kohnstamm). Mijn brief van 10 juni
2004 (Kamerstukken II, 2003-2004, nr. 95) informeert u op uw verzoek nader over de
voortgang van het proces als zodanig van het centraliseren van de indicatiestelling AWBZ.
44
Hoe verhoudt het oprichten van het CIZ, een ZBO, zich ten opzichte van de uitspraken van
minister Zalm in het artikel van het NRC van maandag 12 juli 2004 over verzelfstandigde
overheidsdiensten?
44
De definitieve standpuntbepaling over de bestuurlijke vormgeving van de centrale
indicatiestelling is aan de orde als het kabinetsstandpunt over het advies van de Commissie
Kohnstamm eind 2004 beschikbaar is. De minister van Financiën heeft overigens in het
verlengde van het advies van de
Commissie-Kohnstamm onafhankelijkheid van besluitvorming genoemd als reden om
overheidstaken op te dragen aan een zelfstandig bestuursorgaan.
45
In het hiervoor genoemde artikel geeft de minister van Financiën aan dat hij een einde wil maken
aan de "onduidelijke positie" van de zelfstandige bestuursorganen. Deelt de staatssecretaris
deze mening? Bent u, net als minister van Financiën, van mening dat ZBO's "onvoldoende
publieke verantwoordingsplicht" hebben?
45
Ik deel de mening van de Minister van Financiën dat de positie van zelfstandige bestuursorganen
niet eenduidig is.
46
Is de staatssecretaris na lezing van het rapport Kohnstamm nog steeds van plan om van het CIZ
een ZBO te maken? Zo ja, hoe verklaart u dat?
47
Welke andere opties heeft de staatssecretaris om het CIZ onder te brengen?
46, 47
Ik bepaal de opties voor de definitieve bestuurlijke en juridische vorm aan de hand van het
kabinetsstandpunt over het advies van de Commissie-Kohnstamm. Ik wil daar niet op
vooruitlopen.
Vragen SP-fractie
48
Is de staatssecretaris van mening dat een objectieve integrale indicatiestelling alleen mogelijk is
indien de indicatiestellers zonder lasten van bezuinigingen een indicatie kunnen stellen? Zo ja,
hoe verklaart de staatssecretaris de strengere indicatieprotocollen die na het afkondigen van
bezuinigingen zijn ingevoerd?
48
De ontwikkeling van het landelijk protocol indicatiestelling en de werkdocumenten van de LVIO
staan geheel los van bezuinigingsmaatregelen. Voorafgaand aan de invoering van het Besluit
zorgaanspraken AWBZ en de functiegerichte indicatiestelling is gestart met het uniformeren van
de werkwijze, het informeren van indicatiestellers over de nieuwe systematiek en het verbeteren
van de registratie van de indicatiestelling.
De protocollering wordt op grond van ervaringsgegevens verder uitgewerkt, waarbij tevens
aandacht wordt geschonken aan het terugdringen van de bureaucratie en het verkorten en
bespoedigen van indicatieprocedures. De effecten van de werkdocumenten worden geëvalueerd.
49
Uit verschillende berichtgevingen en publicaties de afgelopen jaren is gebleken dat RIO's niet
altijd even onafhankelijk een indicatie stelde. Kan de staatssecretaris uiteenzetten waarom zij
denkt dat het centraliseren van de indicatiestelling wel deze doelstelling kan waarmaken? En is
zij bereid om hier op termijn onderzoek naar te laten doen?
49
Het is niet eenvoudig om vast te stellen of een indicatiebesluit objectief en onafhankelijk tot
stand is gekomen. Belangrijk is om de omstandigheden te scheppen, waarin objectieve en
onafhankelijke indicatiestelling is gewaarborgd. Dat is grotendeels een kwestie van de
organisatie van het primaire werkproces en de ondersteuning van uitvoerende medewerkers. In
een landelijke organisatie kan dat op een effectieve en doelmatige manier worden georganiseerd.
Een centrale registratie van de werkpraktijk en de productie kan inzicht bieden in opmerkelijke
verschillen. Ik ben voornemens om aan het CIZ te vragen in het kader van inhoudelijke
rapportages aandacht te schenken aan signalen die erop zouden kunnen wijzen dat de
onafhankelijkheid van de indicatiestelling in het geding is.
50
Is de staatssecretaris van mening dat het leveren van vraaggestuurde zorg begint bij een
indicatie op maat? Zo ja, wat is de reden geweest om de indicatiestelling op landelijk niveau te
gaan organiseren, wat juist een afstand creëert tussen de zorgvrager en de indicatiesteller, en
niet te kijken of het dichterbij de mensen gebracht had kunnen worden?
50
De landelijke organisatie van de indicatiestelling AWBZ betekent geenszins dat de decentrale
uitvoering wordt losgelaten. De centrale organisatiestructuur zal ertoe bijdragen dat de lokale
inbedding en de bereikbaarheid van de indicatiestelling worden versterkt. Indicatiestellers zullen
zoveel mogelijk in en vanuit lokale initiatieven als lokale loketten beschikbaar zijn, bij voorkeur
samen met aanbieders van informatie en andere diensten.
51
Is het de bedoeling dat het CIZ in de toekomst ook de indicaties gaat uitvoeren voor de WMO?
Zo neen, hoe wordt voorkomen dat zorgvragers met verschillende indicatiestellers te maken
krijgen op het moment dat zowel zorg in het kader van de WMO en AWBZ is vastgesteld?
51
Als in januari 2006 de WMO wordt ingevoerd is het aan de gemeenten zelf om te bepalen of en
hoe de toegangsbewaking tot de WMO georganiseerd wordt. Het CIZ is primair verantwoordelijk
voor de indicatiestelling in de AWBZ. In de frontoffice van lokale loketten kan door het
indicatieorgaan en de gemeenten samengewerkt worden om tot een klantvriendelijke
afstemming te komen. Het is daarbij wel van belang om in de backoffice de
verantwoordelijkheden strikt te scheiden.
52
Wat zijn de totale financiële middelen die het CIG ter beschikking krijgt voor de uitvoering van
hun taak? Hoeveel van deze middelen zullen worden besteed aan overhead en hoeveel concreet
aan de uitvoering?
52
In 2004 ontvangt het CIZ een budget, bestaande uit een aantal deelsubsidies. Naast de
uitvoerende indicatiestelling voor de sectoren gz en ggz (circa 15,5 mln) zijn projectsubsidies
verleend voor onderdelen van het transitietraject. Daarnaast afzonderlijke projectsubsidies voor
landelijke projecten, die in 2004 bij het CIZ zijn ondergebracht. De kosten van overhead van de
uitvoerende indicatiestelling vormen een beperkt deel van de kosten. Het exacte bedrag kan
worden vastgesteld na de eerste financiële rapportage van het CIZ.
53
Is in het instellingenbesluit opgenomen dat de salarissen van bestuurders goedgekeurd moeten
worden door de minister? Zo ja, wat zijn de salarissen die afgesproken zijn? Zo neen, waarom
niet en hoe gaat voorkomen worden dat er buitensporige salarissen worden afgesproken?
53
Er is voor het CIZ geen sprake van een instellingsbesluit. In de brief van 19 mei 2004 (AWBZ-
2479078) aan het Bestuur van het LCIG/CIZ i.o. heb ik de honorering vastgesteld. Zoals ook in
het antwoord op vraag 32 is gesteld, is het huidige bestuur als interim-bestuur tegen
marktconforme tarieven aangesteld.
54
Is de staatssecretaris van mening dat alle schijn van belangenverstrengeling bij het aanstellen
van een bestuur voorkomen moet worden? Zo ja, wat is uw reactie op de signalen dat degene
die het advies heeft uitgebracht om de RIO's te centraliseren nu lid is van het bestuur van het
landelijke bureau?
54
Ik deel de opvatting dat belangenverstrengeling moet worden voorkomen. Op mijn verzoek heeft
de voorzitter van het CIZ het voorzitterschap aanvaard.
55
Is het waar dat, indien een RIO een zorgaanbieder een mandaat geeft voor het verlenen van zorg
en deze een indicatie uitvoert voordat de zorg ook geleverd gaat worden, het RIO geen indicatie
meer hoeft uit te voeren? Zo neen, wat is dan concreet de gang van zaken en waarom is niet
gekozen voor een systeem waarbij het RIO steekproefsgewijs controleert of de indicatie door de
zorgaanbieder onafhankelijk en objectief plaatsvindt?
55
Een Rio kan niet het verlenen van zorg mandateren. Het geven van een mandaat door een Rio
betekent dat de bevoegdheid om een indicatiebesluit af te geven wordt overgedragen aan een
andere persoon of instantie. Het RIO neemt dan zelf geen indicatiebesluit, maar is wel volledig
verantwoordelijk voor het onder mandaat afgegeven besluit. Het Rio zal in de situaties waarin
onder mandaat besluiten worden genomen gelet op zijn verantwoordelijkheid toetsen of de
afgegeven besluiten voldoen aan de gestelde eisen.
56
In hoeverre is het besluit om de indicatiestelling te vereenvoudigen en te standaardiseren tot
stand gekomen door de drang om de kosten te beheersen?
56
Het is altijd van belang bij de besteding van overheidsmiddelen te letten op de doelmatigheid. De
vereenvoudiging van de indicatiestelling is echter vooral gericht op het terugdringen van
onnodige bureaucratie en het verbeteren van de dienstverlening.
Vragen GroenLinks-fractie
57
Kan de staatssecretaris garanderen dat burgers voor hun indicatiebesluit niet verder hoeven te
reizen dan nu het geval is?
57
De centralisatie van de indicatiestelling beoogt een centrale aansturing van de indicatiestelling
die ook in 2005 gedeconcentreerd zal plaatsvinden. Dat betekent dat de burgers in die nieuwe
situatie niet meer hoeven te reizen dan nu het geval is.
58
Wat verandert er op de werkvloer van de RIO's door het centraliseren van de indicatiestelling?
58
De werknemers van de Rio's komen in dienst van één landelijke organisatie met een beter
gestructureerde backoffice-functie. De indicatiesteller zal zich meer kunnen richten op het
primaire werkproces. De inhoudelijke aansturing van de werkprocessen zal centraal vanuit het
CIZ plaatsvinden.
59
Welke bevoegdheden heeft het CIZ in de aansturing van de uitvoeringskantoren?
59
De uitvoeringskantoren vormen een onderdeel van het CIZ. De medewerkers zijn in dienst van
het CIZ en vallen hiërarchisch onder de nog te benoemen Raad van Bestuur. Het CIZ bepaalt
centraal het uitvoeringsbeleid van de regionale uitvoeringskantoren op basis van door mij te
stellen beleidsmaatregelen.
60
Op welke wijze kan de staatssecretaris invloed uitoefenen op het CIZ, bijvoorbeeld als het gaat
om de standaardisering van de indicatiestelling of om het salaris van de directeur?
60
Zie antwoord 16.
61
Wie worden er betrokken bij het opstellen en wijzigen van de standaard indicatie protocollen?
61
Door het Ministerie van VWS wordt een breed overleg in stand gehouden van instanties die
betrokken zijn bij de indicatiestelling (Regieoverleg indicatiestelling AWBZ; RIA). Wijzigingen van
het protocol worden in dat overleg besproken. In het voorbereidingstraject is het daarom
gebruikelijk dat overleg wordt gevoerd met alle relevante partijen.
62
Zijn er ook in 2005 en verder nog transitiekosten te verwachten? Zo ja, hoe hoog zijn die?
Hoeveel kost het centraliseren van de indicatiestelling in totaal (dus bijvoorbeeld inclusief de
kosten die zijn gemaakt door het ministerie of in voorgaande jaren)?
62
Ook in 2005 en verder zullen er transitiekosten ontstaan. Zo kunnen de sommige kosten van het
sociaal plan in 2005 en volgende jaren pas in 2005 zichtbaar worden. Hoe hoog die kosten zijn
is niet geheel voorspelbaar omdat pas later duidelijk wordt in welke mate er gebruik gemaakt
wordt van het sociale plan. In de loop van 2005 onstaat meer duidelijkheid over de omvang van
de kosten.
De kosten van de centralisering in 2004 bedragen circa 5,4 mln.
De tijdelijke meerkosten vormen een investering voor het bereiken van structurele besparingen in
de toekomst en verdienen zichzelf terug. Over meerdere jaren gezien zal de transitieoperatie
meer dan kostendekkend zijn.
63
Is het waar dat er voor de indicatiestelling in 2005 een bedrag van 145 miljoen euro, in 2006
een bedrag van 135 miljoen euro en in 2007 een bedrag van 130 miljoen euro nodig is, maar
dat er 149 miljoen in 2005, 132 miljoen euro in 2006 en 120 miljoen euro in 2007 wordt
begroot? Wat is de reden voor het verschil?
63
Op de rijksbegroting zijn voor indicatiestelling (zowel de uitvoerende indicatiestelling als de
kosten van de transitieoperatie) de volgende bedragen geraamd: in 2005 171,5 miljoen, in
2006 154,6 miljoen en in 2007 en latere jaren 142,4 miljoen.
De daadwerkelijke kosten van de indicatiestelling in 2005 en volgende jaren zijn nog niet precies
vast te stellen. Het CIZ zal voor 2005 en volgende jaren een begroting indienen waarin naast de
kosten van de transitieoperatie de structurele kosten van de uitvoerende indicatiestelling worden
begroot. De definitieve begroting voor het jaar 2005 zal rond 1 oktober worden ingediend. Het
CIZ kan op basis van een beargumenteerd plan van aanpak afzonderlijke projectsubsidies
aanvragen.
64
Betekent de toezegging dat de rapportage van de Taskforce RIO's de basis vormt voor een door
het CIZ te ontwikkelen uitvoeringspraktijk dat alle aanbevelingen van de Taskforce worden
overgenomen? Hoe groot is de verwachte besparing die per aanbeveling gerealiseerd kan
worden?
64
Het rapport van de Taskforce Rio's noemt verschillende mogelijkheden om tot vereenvoudiging,
standaardisering en mandatering van de indicatiestelling te komen. Ik heb het CIZ gevraagd om
voor 1 januari 2005 een plan van aanpak op te stellen dat gebaseerd is op het rapport van de
Taskforce Rio's. Het is niet goed mogelijk om van elke aanbeveling in het rapport de mogelijke
besparing aan te geven. In de begroting van het CIZ wordt de komende jaren rekening gehouden
met inverdien effecten vanwege de vereenvoudigingen. Vanaf 2005 loopt de begroting van 145
miljoen euro in 2006 naar 135 miljoen euro en in 2007 naar 130 miljoen euro.
65
In hoeverre is de in de rapportage genoemde taakmandatering c.q. werkafspraken gelijk aan het
voorstel van de commissie De Beer om verwijzers en zorgaanbieders het benodigde zorgaanbod
te laten vaststellen via een uniform protocol, waarbij het RIO steekproefsgewijs achteraf
controleert?
66
Is de staatssecretaris voorstander van een dergelijke werkwijze? Zo neen, waarom niet?
65, 66
Het essentiële verschil tussen taakmandatering en mandatering met een steekproefsgewijze
controle achteraf is, dat het indicatieorgaan bij taakmandatering verantwoordelijk blijft voor het
besluit. Indien het Rio/CIZ zich beperkt tot de toezichtfunctie zou het nemen van
indicatiebesluiten de bevoegdheid worden van een andere instantie, waardoor de objectiviteit en
onafhankelijkheid niet zijn gegarandeerd en bovendien geen sprake is van een besluit,waartegen
bezwaar en beroep mogelijk is op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Dat gaat ten koste
van de rechtszekerheid van verzekerden. Taakmandatering heeft daarom mijn voorkeur.
67
Deelt de staatssecretaris de verwachting van de commissie De Beer dat 80 procent van de
zorgvragen op die manier kan worden afgedaan? Deelt de staatssecretaris de verwachting van
de Commissie De Beer dat op die manier 10 miljoen euro bespaard kan worden op de
indicatiestelling? Deelt u de mening dat de opbrengsten van deze besparing geïnvesteerd dient te
worden in directe zorg?
67
Ik heb onlangs met de zorgaanbieders het convenant AWBZ 2005-2007 afgesloten. Daarin
wordt de verwachting uitgesproken dat tenminste 30% tot 50% van alle zorgvragen via een
mandaat aan de zorgaanbieders met behoud van de verantwoordelijkheid van het CIZ tot stand
zal komen. Een besparing van 10 miljoen euro waarover de commissie De Beer spreekt is
overigens zeer wel denkbaar. Doordat er op de indicatiestelling bespaard wordt ontstaat er op de
Rijksbegroting meer ruimte voor directe zorg.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport