Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Beantwoording kamervragen die zijn gesteld door het kamerlid Crone (PVDA) over een eventuele busnotering van NUON
Datum: 12-10-2004
De minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst heeft deze vragen als
volgt beantwoord.
1. Kent u de berichtgeving rondom een eventuele beursnotering van NUON? Ja
2. Deelt u de mening dat hier op een onjuiste wijze vooruit wordt gelopen op
besluitvorming over eventuele privatisering?
3. Loopt NUON vooruit op een integrale privatisering, dus inclusief de netwerken?
Hoe verhoudt dit zich tot uw beleid, dat een splitsing voorziet van netwerk- en
leveringsbedrijf en in ieder geval tot 2007 geen privatisering toestaat?
Thans is bij wet de privatisering van netwerkbedrijven niet toegestaan. Op grond
van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet wordt de vereiste ministeriële instemming
met enig verzoek tot overdracht van aandelen buiten de bestaande kring van aandeelhouders
onthouden.
Uiteraard staat het marktpartijen vrij om te anticiperen op mogelijke regelgeving.
Ik deel uw mening dat door NUON op een onjuiste wijze wordt vooruitgelopen op
de besluitvorming over eventuele privatisering dan ook niet.
4. Zijn de overheidsaandeelhouders, waaronder de Gemeente Amsterdam, en de provincies
Gelderland en Friesland, hiervan op de hoogte? Deelt u de mening dat zij hierover
gaan en niet de managers van NUON?
5. Hoeveel geld gaat deze voorbereiding voor een beursnotering kosten, bijvoorbeeld
aan juristen en accountants? Wie betaalt uiteindelijk deze kosten?
6. Hoeveel kosten maakt NUON voor de marketing voor de particuliere markt, die
volgens NUON veel geld kost? Wie betaalt uiteindelijk deze kosten?
7. Welk deel van de winststijging van 54% naar 122 miljoen euro is terug te
voeren op de overname van Reliant Energy Europe? Welke conclusies trekt u ten
aanzien van de kosten die gemoeid zijn met onbalans, en kosten met betrekking
tot het ontwikkelen van marktmacht?
Deze vragen hebben betrekking op de interne bedrijfsvoering en besluitvorming
van NUON. De verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering en besluitvorming berust
bij de onderneming en haar organen binnen het geldende Nederlands vennootschapsrecht.
Ik beschik derhalve niet over deze informatie.
8. Wanneer kunnen de resultaten van het NMa-onderzoek, dat begin juli is gestart,
worden verwacht?
Onderzoek naar mogelijke overtredingen van de Mededingingswet is de zelfstandige
verantwoordelijkheid van de NMa. De duur van een NMa-onderzoek is afhankelijk
van de omvang, complexiteit en verschillende andere factoren. Wanneer het betreffende
onderzoek is afgerond kan ik dan ook niet voorspellen.
Heeft NUON in zijn financiële verslag al een voorziening opgenomen voor eventuele
toekomstige boetes?
Voor de beantwoording verwijs ik u naar de beantwoording van de vragen 4 t/m
7.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon
0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl.
Voor journalisten: Dhr. J. van Diepen, persvoorlichter, telefoon (070) 379 60
73, e-mail: J.S.vanDiepen@minez.nl