Nationale Bank van België


2004-10-12 PERSCOMMUNIQUÉ

Keuzemodellen betreffende het pensioenstelsel: een overzicht van de theoretische bijdragen NBB Working Paper No. 62 - Research Series - www.nbb.be

In dit artikel wordt getracht de balans op te maken van de theoretische literatuur met betrekking tot de politieke economie van de pensioenstelsels. Deze benadering neemt binnen de economie van de publieke financiën een steeds prominentere plaats in. Deze stroming onderzoekt de manier waarop een specifiek economisch beleid wordt goedgekeurd, in plaats van dit beleid als een exogeen gebeuren te beschouwen. De economische subjecten kunnen het economische beleid immers beïnvloeden via het kiessysteem of, meer in het algemeen, via het politieke spel. De eenvoudige hypothese waar in deze tekst wordt van uitgegaan, is dat over het bestaan en de omvang van het pensioenstelsel op repartitiebasis wordt beslist bij meerderheid van stemmen. Het artikel is theoretisch van aard.

De analyse wordt opgebouwd aan de hand van een zeer eenvoudig model, uitgaande van twee overlappende generaties en van een vaste vergoeding van de productiefactoren. De bevolking wordt opgesplitst in actieve "jongeren" en gepensioneerde "ouderen". Als de bevolking aangroeit, vormen deze laatsten een minderheid, en is de eventuele storting van een pensioen afhankelijk van de goede wil van de "jongeren". Deze jongeren hebben er slechts belang bij dit te doen als zij er, enerzijds, vertrouwen in hebben dat de toekomstige generatie hen dezelfde dienst zal bewijzen en als, anderzijds, het rendement van het pensioenstelsel hoger is dan dat van de particuliere besparingen. De kwestie van het verwerven van het vertrouwen wordt onderzocht met behulp van de instrumenten van de niet-coöperatieve speltheorie. Bij een constant bijdragepercentage ligt het rendement van het pensioenstelsel boven dat van de particuliere besparingen als het economische groeitempo hoger uitvalt dan de rente. Hoewel het empirische debat omtrent deze voorwaarde nog niet is afgesloten, zijn velen de mening toegedaan dat deze hypothese niet realistisch is.

Deze strikte voorwaarden om het repartitiesysteem interessant te maken kunnen worden afgemaakt door het onderzoekskader te vervolledigen. De vergoeding van de productiefactoren kan bijvoorbeeld endogeen worden gemaakt. Er kan ook rekening worden gehouden met het heterogene karakter van de groep van actieve kiezers op de arbeidsmarkt. Dit onderscheid werkt in twee richtingen: de invoering van meerdere leeftijdsgroepen bij de werknemers, enerzijds, en de inachtneming van het feit dat de werknemers niet allemaal over hetzelfde productieve vermogen beschikken, anderzijds.

Als de vergoeding van de productiefactoren endogeen is, zal de aanpassing van de productieve kapitaalvoorraad bij de invoering van het pensioenstelsel omgekeerde effecten sorteren op het vermogen van de subjecten. De financiering van de pensioenen leidt immers tot een vermindering van het productieve kapitaal en zodoende tot hogere vergoedingen op spaargelden. Er zij opgemerkt dat deze combinatie weliswaar gunstig uitvalt voor de eerste pensioengerechtigde generaties die nog kan terugvallen op de voorheen opgebouwd kapitaalstock, maar dat dit voordeel snel omslaat in een nadeel voor de latere generaties.

Door het aantal leeftijdsgroepen van de arbeidsmarkt actieve "jongeren" te verhogen, komt de beslissing omtrent de pensioenen in de handen van de kiezer van mediane leeftijd te liggen. Gezien deze reeds een stuk van zijn beroepsleven achter de rug heeft, is de voor hem relevante horizon niet langer de volledige levenscyclus. In deze context verhogen een hogere levensverwachting, een lagere pensioenleeftijd en een lager geboortecijfer de steun voor een pensioenstelsel. Als we bovendien in overweging nemen dat niet alle werknemers evenveel kunnen produceren en pensioenstelsels op repartitiebasis welvaart herverdelen zowel tussen als binnen de generaties, is het duidelijk dat de samenstelling van de coalities ook wordt beïnvloed door het egaliserende karakter van de pensioenen. Hoe sterker dit aspect meespeelt, hoe meer belang de minderbegaafde werknemers hebben bij het ondersteunen van een hoogwaardig pensioenstelsel. Voor hen biedt dergelijk systeem immers een veel hoger rendement dan de particuliere besparingen.

Voor elk van de hierboven omschreven hypothesen kan men aan de hand van een comparatief-statische analyse vaststellen wat de invloed is van een wijziging in de basisparameters op de beslissing van de mediane kiezer. De conclusies van dit soort van denkoefeningen verschillen uiteraard naargelang van de uitgangshypothesen, wat aantoont waarom het zo belangrijk is dat men rekening houdt met de verschillende aspecten van de pensioenproblematiek. Dit soort van onderzoek leidt tot conclusies die vrij sterk verschillen van die van de traditionele normatieve analyse, en illustreert hoe moeilijk het is om een optimaal economisch beleid ten uitvoer te leggen, zo het al is afgebakend.

_______
Communicatie de Berlaimontlaan 14 tel. + 32 2 221 46 28 BTW BE 203 201 340 Nationale Bank van België n.v. BE-1000 BRUSSEL www.nbb.be


---

Communicatie de Berlaimontlaan 14 tel. + 32 2 221 46 28 BTW BE 203 201 340 Nationale Bank van België n.v. BE-1000 BRUSSEL www.nbb.be HRB 22 300