SERV
Jozef II-straat 12-16
1000 BRUSSEL
Tel. (00 32) 2 209 01 11
Fax. (00 32) 2 217 70 08
Hoge werkdruk grootste risico voor kwaliteit van de arbeid op de Vlaamse arbeidsmarkt.
Nieuwe resultaten van SERV-peiling bij 12.000 Vlaamse werknemers.
Eerder dit jaar peilde STV-Innovatie & Arbeid, een onderzoekscel binnen de SERV, naar 'welzijn en stress op het werk' bij 12.000 Vlaamse werknemers. Vandaag zijn een bijkomende reeks onderzoeksresultaten beschikbaar. Hieruit blijkt dat voor ruim drie op tien Vlaamse werknemers (31%) de werkdruk problematisch hoog is. Een te hoge werkdruk vormt daarmee het belangrijkste risico voor de kwaliteit van het werk of de werkbaarheid in Vlaanderen.
De SERV ontwikkelde een wetenschappelijk toetsingsinstrument voor de beleidsengagementen in het Pact van Vilvoorde omtrent kwaliteit van de arbeid. Deze Vlaamse werkbaarheidsmonitor' biedt voor het eerst een representatief beeld van de kwaliteit van de arbeid op de Vlaamse arbeidsmarkt, anno 2004. Naast de vier werkbaarheidsaspecten (psychische vermoeidheid, welbevinden in het werk, leermogelijkheden en werk-privé-balans), die reeds voor de zomer werden bekendgemaakt, volgt de werkbaarheidsmonitor ook kengetallen op voor kenmerken van de arbeidssituatie die als risicofactoren kunnen geïdentificeerd worden. Deze risico-indicatoren geven een zicht op de achtergronden en oorzaken van de werkbaarheidsknelpunten. Voor zes risico-indicatoren werd berekend welk aandeel van de werknemers zich voor het betrokken jobkenmerk/risico-aspect al dan niet in een problematische situatie of zelfs een acuut problematische situatie bevindt.
De werkdruk of de arbeidsbelasting die gekoppeld is aan het werkvolume, tempo en deadlines is duidelijk het omvangrijkste probleem. Voor bijna één derde (31%) van de werknemers is de situatie problematisch, voor meer dan 1 op 10 (12,8%) zelfs acuut problematisch. Opvallend is ook het groot aandeel van de werknemers die in hun job emotioneel belast worden. Voor 20,5% is de situatie op dat vlak problematisch ( emotioneel belastend werk ), voor 4% zelfs acuut problematisch ( extreem emotioneel belastend werk ). Dit hoge cijfer reflecteert wellicht het groeiende aandeel contactberoepen en de toenemende klemtoon op het klantgericht werken.
De aspecten taakvariatie en autonomie leveren ons kennis over de structuur van de functies. Taakvariatie geeft aan in welke mate de functie-inhoud een afwisselend takenpakket omvat en beroep doet op de vaardigheden van de werknemers. Voor 23,8% van de Vlaamse werknemers is de situatie op dit vlak problematisch ( routinematig werk ), voor 11,5% is de situatie zelfs acuut problematisch ( extreem routinematig werk ). Autonomie indiceert de mate waarin werknemers beschikken over regelcapaciteiten en doordoor invloed hebben op de planning en de organisatie van hun eigen werk. Voor 20,8% van de Vlaamse werknemers is de situatie problematisch ( onvoldoende autonomie ), bij 7,3% is zelfs sprake van een acuut problematische situatie ( extreem beperkte autonomie ).
Een grote meerderheid (84%) van de werknemers krijgt voldoende steun in het werk vanuit de directe leiding. Voor een minderheid van 16% is de situatie problematisch en voor 6,1% acuut problematisch. Ook de arbeidsomstandigheden stellen voor de meeste werknemers niet zoveel problemen, hoewel een aandeel van 12% dat in onze zogenaamde informatiesamenleving aangeeft onder belastende arbeidsomstandigheden te moeten werken, toch op een niet te veronachtzamen probleem duidt.
Op basis van de prevalentiecijfers voor de onderscheiden werkbaarheidsrisico s op het niveau van de Vlaamse arbeidsmarkt kan volgende rangschikking (van hoog naar laag) worden opgemaakt: hoge werkdruk, routinematig werk (of onvoldoende taakvariatie), autonomieproblemen, emotionele belasting, gebrekkige ondersteuning vanuit de directe leiding en belastende arbeidsomstandigheden.
In het Pact van Vilvoorde van november 2001 engageerden de Vlaamse sociale partners en de Vlaamse Regering zich om tegen 2010 substantiële stappen vooruit te zetten op de weg naar meer kwaliteit van werk en leven. De doelstelling om meer mensen langer aan het werk te houden op de Vlaamse arbeidsmarkt ('een hogere werkzaamheidsgraad') is slechts realiseerbaar als dit voor de betrokkenen ook haalbaar is vanuit het oogpunt van werkstress, welbevinden in het werk, leermogelijkheden en de combinatie van gezin en arbeid. Vandaar de noodzaak van kwalitatief betere jobs en een hogere werkbaarheidsgraad, zo luidde de redenering.
Alle adviezen van de SERV evenals een samenvatting van de onderzoeksresultaten vindt u ook op de SERV-website : www.serv.be http://www.serv.be> Voor meer informatie over dit persbericht kan u contact opnemen met de SERV, Christine Jacobs, Communicatieverantwoordelijke, tel. 02/20.90.188, cjacobs@serv.be mailto:cjacobs@serv.be> Meer over de werkbaarheidsrisico s kan men ook lezen in het nieuwe nummer van STV-berichten (jg. 10, nr. 2, 2de kwart. 2004, bijlage bij SERV-bericht).
Ook het uitgebreide informatiedossier is beschikbaar Nulmeting Vlaamse werkbaarheidsmonitor: indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid op de Vlaamse arbeidsmarkt 2004, een onderzoek van SERV/STV - Innovatie & Arbeid, met de steun van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid, i.h.k.v. VIONA en het Europees Sociaal Fonds.
Martine Muylle
SERV-medewerkster
Tel.:02/20.90.189 Fax.:02/21.77.008
mmuylle@serv.be
Martine Muylle
SERV-medewerkster
Tel.:02/20.90.189 Fax.:02/21.77.008
mmuylle@serv.be