NAT. FONDS GEEST. VOLKSGEZ.HD
Slachtoffers niet gebaat bij meehuilen omgeving
Embargo van 5 oktober tot 11 oktober 6.00 uur
Eerste resultaten slachtofferenquête bekend:
Slachtoffers niet gebaat bij meehuilen omgeving
Utrecht, 8 oktober 2004
Steun uit de omgeving is essentieel voor het verwerken van een
schokkende en ingrijpende gebeurtenis. 80 tot 90 procent van de
slachtoffers ontvangen die steun van hun directe omgeving maar meer
dan de helft wordt ook geconfronteerd met onbegrip en bagatelliserende
opmerkingen. Slachtoffers zitten niet te wachten op het meehuilen van
de omgeving maar willen zo normaal mogelijk behandeld worden. Dit
blijkt uit een onderzoek onder een selectieve groep slachtoffers van
schokkende gebeurtenissen. Het Nationaal Fonds Geestelijke
Volksgezondheid (NFGV) en het Instituut voor Psychotrauma (IVP)
presenteren de eerste resultaten op 11 oktober tijdens de Nationale
Dag Geestelijke Volksgezondheid 2004.
Ieder jaar worden anderhalf miljoen volwassenen geconfronteerd met een
schokkende, ingrijpende of zelfs levensbedreigende gebeurtenis als
een verkeersongeluk, een brand, een inbraak of overval met geweld, de
plotselinge dood van een dierbare of een ernstige ziekte. Slachtoffers
raken (tijdelijk) behoorlijk van slag en kunnen allerlei psychische
problemen krijgen. Naast behoefte aan steun uit de omgeving stellen
slachtoffers dat zij ook zelf actief met de gebeurtenis moeten omgaan
en een passieve slachtofferrol moeten vermijden.
Steun
Uit het onderzoek blijkt dat de deelnemers in grote mate met de
omgeving over hun ervaringen hebben gesproken. Maar liefst 90 procent
spreekt er met zijn of haar partner over, 83 procent met de familie,
89 procent met vrienden en 71 procent met collega's. Hoe dichter de
persoon bij het slachtoffer staat hoe sterker het slachtoffer steun
ervaart. Zo geeft 80 procent aan dat ze zich door hun partner geholpen
of gesteund voelden. Wat de familie, vrienden en collega's betreft is
dat respectievelijk 68, 79 en 59 procent.
Bagatelliseren
Tegenover de steun ziet het slachtoffer zich ook geconfronteerd met
onbegrip uit de omgeving. Van alle respondenten kreeg meer dan helft
een of meerdere keren te maken met bagatelliserende opmerkingen (53%),
ze werden niet serieus genomen (52%), contact met hen werd vermeden
(61%), over hun ervaringen werd heen gepraat (73%) en ze kregen
ongevraagd advies (65%). Met flauwe grappen (24%), de schuld ervan
krijgen (27%) plagerige opmerkingen (21%) hebben alle deelnemers
minder vaak te maken gehad.
Meehuilen
Op de vraag 'Wat heeft u het meest geholpen?' antwoordden respondenten
dat praten vaak helpt om de gebeurtenis een plek te geven.
Respondenten gaven aan niet te zitten wachten op het meehuilen van de
omgeving maar ze willen zo normaal mogelijk behandeld worden. Volgens
een aantal respondenten moet de omgeving daar wel bij geholpen worden.
Een van de deelnemers aan de enquête schrijft: 'Je omgeving weet vaak
niet zo goed wat ze er mee aan moet, met gevolg dat men na verloop van
tijd niet meer vraagt hoe het met je gaat. Ik ben gewoon blijven
vertellen en dat was voor de anderen een opluchting en het deed mij
goed. Je moet soms gewoon en expliciet aangeven wat je nodig hebt'.
Respondenten adviseren andere slachtoffers zelf actief om te gaan met
de gebeurtenis en de gevolgen ervan en dus een passieve slachtofferrol
moeten vermijden. Ze adviseren weer structuur in het leven aan te
brengen en weer aan het werk te gaan, ook al komt er een tijdlang
minder uit je handen. Zij geven verder het advies professionele hulp
te zoeken als je er zelf niet uitkomt.
Verwerkt?
Bijna de helft van de deelnemers geeft aan de gebeurtenis verwerkt te
hebben maar uit de zogenaamde schokverwerkingslijst blijkt dat ze
over het algemeen nog veel klachten hebben als herbelevings- en
vermijdingsreacties. Driekwart van de mensen met deze klachten maakt
geen gebruik (meer) van professionele hulp.
Adviezen
Het onderzoek is gehouden onder een selectieve groep slachtoffers van
schokkende gebeurtenissen en geeft niet een representatief beeld. Via
een oproep in advertenties en radiocommercials konden mensen de
enquête via de websites www.nadeschok.nl of www.slachtofferenquete.nl
invullen. De eerste resultaten (meting 22 september) zijn op basis van
865 deelnemers. De meerderheid van de deelnemers zit in de
leeftijdscategorie 30 tot 50 jaar. De groep deelnemers is relatief
hoog opgeleid, maar liefst 53 procent heeft een opleiding op HBO of
universitair niveau. Het lijkt erop dat vrouwen mededeelzamer zijn
over hun ervaringen dan mannen. Van de deelnemers is maar liefst 69
procent vrouw. Bijzondere aan dit onderzoek is verder dat aan een
grote groep slachtoffers advies is gevraagd hoe zij zouden willen dat
de omgeving op hen reageert.
Na de Schok
'Na de Schok' is het thema van de Nationale Dag Geestelijke
Volksgezondheid die wordt gehouden op 11 oktober 2004. Het Nationaal
Fonds Geestelijke Volksgezondheid (NFGV) organiseert deze achtste
Nationale Dag samen met organisaties uit de geestelijke
gezondheidszorg en patiënten- en familieorganisaties. Deze
organisaties willen slachtoffers ondersteunen en mensen in de directe
omgeving stimuleren met begrip om te gaan met slachtoffers. Op en rond
11 oktober worden overal in het land publieksactiviteiten gehouden.
Via actietelefoonnummer 0900 - 1450 (Korrelatie) en de website
www.NadeSchok.nl kan het publiek reageren en de Wegwijzer met tips en
adviezen aanvragen.