CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 42
Datum: 11 oktober 2004
CPB: ouderenparticipatie vooral gebaat bij beëindigen premie op vervroegd uittreden
Vorige week heeft het Centraal Planbureau (CPB) een notitie geschreven ter voorbereiding van de vandaag gehouden hoorzitting in de Tweede Kamer over VUT/prepensioen en levensloopregeling. Deze notitie heeft veel reacties losgemaakt.
Vanochtend hebben directeur Henk Don en onderdirecteur Casper van Ewijk in de hoorzitting de notitie nader toegelicht. Zij benadrukten dat de participatie van ouderen vooral gebaat is bij een beëindiging van de premie op vervroegd uittreden die nog in veel bestaande regelingen besloten ligt. De overgangsregeling voor 55+-ers in de kabinetsvoorstellen laat de bestaande regelingen voor een grote groep baby-boomers in stand.
Dit blijkt uit de antwoorden die de CPB-directie vanochtend bij de hoorzitting in de Tweede Kamer heeft gegeven op vragen vanuit de Vaste Commissie voor Financiën. De kern van hun bijdrage is beschikbaar op www.cpb.nl. In dat stuk gaat het planbureau eerst in op de commotie die vorige week is ontstaan, gevolgd door een korte schets van de elementen die het CPB onder de aandacht van de Tweede Kamer wil brengen.
Het CPB stelt dat de commotie over de notitie deels is veroorzaakt doordat de kritische opmerkingen bij de fiscale ontmoediging van omslagfinanciering door velen zijn geïnterpreteerd alsof zij ook betrekking hadden op het afschaffen van de fiscale faciliëring. Een tweede oorzaak voor de commotie is de minder gelukkige woordkeuze in de notitie. Onbedoeld is bij sommige lezers zelfs het beeld ontstaan dat het CPB een politiek oordeel velt over het kabinetsvoorstel. Het CPB heeft niet meer willen doen dan een analyse geven van te verwachten economische effecten.
Kort samengevat heeft het CPB de volgende elementen onder de aandacht gebracht.
1. Naar verwachting zal de voorgestelde levensloopregeling vooral worden gebruikt door de hogere inkomensgroepen, ten behoeve van prepensioen.
2. Als je de participatie van ouderen wilt bevorderen is de door het kabinet voorgenomen afschaffing van de fiscale faciliteiten voor vervroegde uittreding op zich een voor de hand liggende gedachte. Het CPB verwacht echter dat het effect van afschaffing van de faciliteiten op de participatie van ouderen niet groot zal zijn, onder meer omdat er allerlei uitwijkmogelijkheden zijn naar alternatieve spaarvormen.
Na invoering van de kabinetsvoorstellen kent het belastingstelsel immers nog relatief ruime mogelijkheden voor fiscaal gefacilieerde vormen van prepensioen, niet alleen binnen de individuele levensloopregeling maar ook binnen collectieve verplichte regelingen voor een hoog ouderdomspensioen dat gedeeltelijk mag worden ingezet voor een prepensioen.
3. De crux voor het bevorderen van de arbeidsparticipatie van ouderen ligt bij de vraag of de uitkeringen op een zuivere manier worden aangepast aan het moment van uittreden. Als dat het geval is, noemen we het systeem neutraal voor de uittredingsbeslissing: er staat geen premie op vervroegd uittreden. In het voorliggende wetsontwerp houdt de overgangsregeling voor 55+-ers de bestaande, vaak niet-neutrale, regelingen voor een grote groep baby-boomers in stand. Langer doorwerken leidt immers niet tot een navenant hogere pensioen- of prepensioenuitkering bij latere uittreding. Een neutraal systeem zou de arbeidsdeelname van ouderen stimuleren en een verbreding van het draagvlak opleveren waar ook de jongere generaties van profiteren.
De omzetting van een niet-neutrale naar een neutrale regeling is een zaak voor sociale partners. Wel valt te overwegen om ook van overheidswege prikkels in te bouwen voor een dergelijke omzetting, ook voor 55+-ers.
De samenvatting van de CPB-bijdrage is (gratis) beschikbaar als PDF-bestand op de website van het CPB (www.cpb.nl).
Inlichtingen bij: Jacqueline Timmerhuis (tel: 070-3383477)
Centraal Planbureau