Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Persbericht 04/201

Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie

11 oktober 2004

Nr. 04/201

Regeling voor werktijdverkorting wordt eenvoudiger

De regels voor werktijdverkorting worden eenvoudiger. Hierdoor worden ze makkelijker toe te passen en te controleren, terwijl de
administratieve lasten voor werkgevers die werktijdverkorting
aanvragen omlaag gaan. Dit schrijft minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan het parlement bij de aanbieding van het evaluatieonderzoek `Werktijdverkorting: een complex geval'.

Soms is het nodig dat een bedrijf de werktijd van werknemers tijdelijk verkort, bijvoorbeeld als er minder werk voorhanden is als gevolg van een onvoorziene ramp, zoals een overstroming, een brand of een
epidemie. In principe is het verboden dat een werkgever de werktijd eenzijdig verkort, maar onder bepaalde voorwaarden kan de minister een uitzondering maken. Dit kan alleen als de verminderde bedrijvigheid niet tot het normale ondernemersrisico kan worden gerekend. De
werknemer kan in zo'n geval in aanmerking komen voor een WW-uitkering. Redenen voor verlening van werktijdverkorting waren de laatste jaren onder meer wateroverlast (1998, 1999), de vuurwerkramp in Enschede
(2000), de mond- en klauwzeercrisis (2001), de vogelpestcrisis en de oorlog in Irak (2003).

Eén van de voorwaarden voor het toestaan van werktijdverkorting was dat het bedrijf, afhankelijk van de mate waarin het bedrijf wordt
stilgelegd, de eerste twee tot zes weken voor eigen rekening neemt. Door de wijziging zal er voortaan een voor iedereen gelijke wachttijd worden aangehouden van twee weken. Dit schept meer duidelijkheid voor werkgevers. Verder zal - anders dan nu - de werkgevers minder vaak
worden gevraagd om (omzet)gegevens uit de afgelopen drie jaren. Dit gebeurt alleen nog als onduidelijk is of de omstandigheden die de
werkgever aanvoert om werktijdverkorting te krijgen, inderdaad tot
vermindering van werk hebben geleid. Dit verlaagt de administratieve lasten die gepaard gaan met een aanvraag tot werktijdverkorting.

Overigens blijkt uit het evaluatieonderzoek dat de regeling voor
werktijdverkorting grotendeels voldoet. Werktijdverkorting voorkomt onnodige ontslagen in situaties waarin werkgevers worden
geconfronteerd met minder bedrijvigheid als gevolg van omstandigheden die niet tot het normale ondernemersrisico horen. Om die reden heeft De Geus dan ook besloten de regeling als zodanig te handhaven, en
slechts op onderdelen te herzien.