Kamerstuk, 8-10-2004
Wetvoorstel 29 483 (no-claimteruggaaf Ziekenfondswet)
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-CB-U-2523255
8 oktober 2004
In het ordedebat van 7 oktober 2004 is gevraagd of ik de Kamer op de
hoogte wil brengen van het bedrag dat voor het consulteren van de
huisarts overdag meetelt voor de berekening van de no-claimteruggaaf.
Verder vroeg de Kamer naar de relatie tussen de no-claimteruggaaf en
de koopkrachtcijfers voor chronisch zieken en gehandicapten; hoe de
verschuivingen binnen de VWS-begroting zullen plaatsvinden als de
huisartsenzorg buiten de no-claimteruggaaf valt; en tot slot of
uitstel van de behandeling van het voorstel van wet in de Kamer niet
tot ongelofelijke invoeringsproblemen gaat leiden bij zorgverzekeraars
en huisartsen. In antwoord hierop deel ik u het volgende mede.
In het voorstel van wet is geregeld dat maximaal 25% van de kosten van
de huisartsenzorg voor de berekening van de no-claimteruggaaf in
aanmerking wordt genomen.
De gemiddelde kosten per consult per ziekenfondsverzekerde van 18 jaar
en ouder bedragen ongeveer EUR 20. Hiervan zal 25%, dus EUR 5,
meetellen voor de berekening van de no-claimteruggaaf.
De gevraagde koopkrachtcijfers zal de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid u tijdig voor de behandeling van het wetsvoorstel doen
toekomen.
Over de vraag hoe eventuele verschuivingen binnen de VWS-begroting
dienen te worden gefinancierd, merk ik op dat het in eerste instantie
aan de Kamer zelf is aan te geven hoe de kosten van eventuele
amenderingen dienen te worden gedekt.
Wat betreft de invoering heeft Zorgverzekeraars Nederland mij op 27
september 2004 meegedeeld dat invoering per 1 januari 2005 kan, mits
de Tweede Kamer uiterlijk medio oktober 2004 een besluit neemt. Verder
heeft het CTG in zijn uitvoeringstoets van
30 september 2004 meegedeeld dat de invoering van het consulttarief
zoals hiervoor is aangegeven, in circa drie maanden kan worden
afgerond.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport