8 oktober 2004
Verbinding tussen betekenis en klank van woorden niet willekeurig
Inaugurele rede bijzonder hoogleraar Psycholinguïstiek prof.dr. Niels
Schiller:
Het dogma van De Saussure, grondlegger van de moderne taalkunde, dat
bepaalt dat elk woord zowel een betekenis als een vorm of klank heeft,
en dat de verbinding tussen beide volstrekt willekeurig is, wordt door
prof.dr. Niels Schiller in zijn oratie op vrijdag 8 oktober weerlegd.
Schiller spreekt op die dag zijn inaugurele rede uit, getiteld: Whats
in a name? Op zoek naar de klank van woorden in het brein. Op 1 maart
2004 is professor Schiller benoemd tot bijzonder hoogleraar
Psycholinguïstiek in het bijzonder fonologisch encoderen.
Waarom de dingen heten zoals ze heten (waarom heet een tafel 'tafel'
en een bed 'bed') is een vraag die iedereen zich wellicht ooit heeft
gesteld. Zo vraagt Juliet aan Romeo in Shakespeares beroemde
toneelstuk: What's in a name? / that which we call a rose / By any
other name would smell as sweet. Volgens Ferdinand de Saussure (1916)
heeft een woord een betekenis en een vorm of klank. De verbinding van
betekenis en klank is volstrekt willekeurig: er is bijvoorbeeld niets
in de klank wat op een 'roos' wijst. Al bijna honderd jaar wordt
de linguïstiek door De Saussures dogma gedomineerd. Toch zijn er
voldoende woorden te vinden die wel overeenkomsten vertonen in zowel
betekenis als klank en die dus het dogma van De Saussure weerleggen.
"Als je maar goed genoeg kijkt", aldus Schiller.
Professor Schiller baseert zijn stelling op eerdere (deels door
hemzelf uitgevoerde) onderzoeken naar taalproductie, die hij in zijn
oratie behandelt. Iemand die spreekt heeft een bepaalde boodschap
(oftewel betekenis) in zijn hoofd die hij in woorden probeert uit te
drukken. De betekenis en klank van woorden liggen beide in het
zogenaamde mentale lexicon van het brein opgeslagen. Hoe men aan de
klank van een woord komt als men de betekenis ervan gevonden heeft
(het zogenaamde fonologisch encoderen), is de vraag die prof. Schiller
al meer dan tien jaar boeit. In zijn onderzoek maakt Schiller gebruik
van verschillende methoden, zoals EEG/ERP (Electroencephalography/
Event Related Potentials) en fMRI (Functional Magnetic Resonance
Imaging).
Noot voor de pers:
De volledige tekst van de oratie wordt na afloop van de rede
beschikbaar gesteld via de UM-website (klik hier).
Voor meer informatie over de inhoud van dit persbericht kunt u terecht
bij prof. dr. N. Schiller, tel. 043 388 4041 , e-mail
n.schiller@psychology.unimaas.nl
De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 388 2044.
Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 4602 4992,
pers@bu.unimaas.nl
Universiteit Maastricht