Ministerie van Algemene Zaken


1red14817

8-10-2004, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

VICE-MINISTER-PRESIDENT ZALM, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER TOETREDINGSONDERHANDELINGEN TUSSEN TURKIJE EN

DE EU, HET CPB-RAPPORT OVER VUT/PREPENSIOEN EN OVER HERVATTING VAN

DE DIALOOG MET DE VAKBONDEN

WALLAART:

1 mei 2017 bereikt u de pensioengerechtigde leeftijd. Is Turkije dan al lid van de EU?


ZALM:
Dat zou ik niet weten. Dat is heel moeilijk te voorspellen. We hebben natuurlijk die besluitvorming in december. De Commissie zegt: Turkije moet nog steeds de goede kant op gaan; er moet nog veel gebeuren en als het terugvalt worden de onderhandelingen gestaakt. Het zal zeker een zeer lang onderhandelingsproces zijn als we daar aan gaan beginnen.

WALLAART:
Maxime Verhagen, fractievoorzitter van het CDA, vindt Turkije eigenlijk nog niet klaar voor die onderhandelingen. Deelt u die opvatting?


ZALM:
Uit het Commissie-rapport komt helder naar voren dat aan de ene kant heel veel hervormingen zijn doorgevoerd, maar dat er ook nog wetgeving moet worden veranderd en dat het met uitvoering van wetgeving beter moet. Wat we nu als voorzitter van de EU moeten gaan doen is vooral luisteren naar hoe andere landen er tegenaan kijken en dan zien welk besluit in december door alle 25 lidstaten wordt gedragen.

WALLAART:
U kunt het achterste van uw tong niet laten zien, maar de Nederlandse bevolking is in grote meerderheid tégen toetreding van Turkije. Het kabinet kennende gaat u zich niets aantrekken van die maatschappelijke onrust?


ZALM:
Nee, dat doen we juist wel. Ik denk dat ook de Commissie-rapporten daar aanknopingspunten voor bieden. Eén van de zorgen is natuurlijk: als Turkije lid zou worden, kan dan iedereen die dat wil vanuit Turkije naar Nederland komen? Daar zegt de Commissie van: daar moeten we gewoon een uitzonderingsregel voor hebben. Een ander punt is de financiële kant: als een land dat zo groot en arm is, hoeveel geld gaat dat dan wel niet kosten? Ook daar biedt de Commissie aanknopingspunten voor.

WALLAART:
Stel nou dat dat allemaal geregeld is, zou u dan een referendum aandurven?


ZALM:
De Nederlandse regering is tegen referenda over welk onderwerp dan ook, dus dat zit niet in onze planning.

WALLAART:
Knijpt u hem al een beetje voor dat referendum dat de bonden nu hebben aangekondigd over uw plannen met VUT en prepensioen?


ZALM:
Waar ik nu vooral op let is of we het wetsontwerp over dit onderwerp goed door de Kamer kunnen loodsen. Dat is nu mijn eerste zorg.

WALLAART:
Maar er kan een referendum komen. Kijkt u daarnaar uit?


ZALM:
Daar zie ik niet met genoegen naar uit. Maar dat komt ook omdat ik een referendum geen goed instrument vindt, omdat je ook niet de alternatieven kunt bespreken.

WALLAART:
U kunt ook zeggen: het is een raadplegend referendum, ik leg het naast me neer.


ZALM:
Dat is ook nog een punt.

WALLAART:
Zult u dat doen?


ZALM:
Laten we nu eerst de behandeling in de Tweede Kamer maar afwachten. Dan zien we wel weer verder.

WALLAART:
Nu kwam er vanmorgen voor de bonden steun uit onverdachte hoek: het CPB heeft gehakt gemaakt van uw plannen met VUT en prepensioen. Dat was geen leuke verrassing, denk ik?


ZALM:
Zij doen een voorstel dat zij blijkbaar als alternatief zien. Dat noemen zij `spaar-VUT'. Het probleem bij die VUT is natuurlijk tweeërlei. In de eerste plaats: als je niet met de VUT gaat dan krijg je niks. Dan ben je een dief van je eigen portemonnee als je niet met de VUT gaat. Zij zeggen dan: creëer ook de mogelijkheid dat geld mee te nemen als je 65 bent, als je er voor kiest om niet vroeg weg te gaan. Dat is op zich verstandig, maar dat is iets waar de regering niet over gaat. Dat moeten bonden en werkgevers zelf met elkaar bespreken.

WALLAART:
Maar misschien als de regering het zou omarmen bent u gelijk van al dat gedoe met die bonden af?


ZALM:
Nee, want het probleem waar het CPB niet op ingaat en dat wel overeind blijft, is: ook als je op die manier de VUT doet moet dat wel opgebracht worden door de jongere generatie. Dat wordt een peperdure rekening, ook in het geval van zo'n spaar-VUT. Ook zo'n spaar-VUT drukt niet de kosten. Die maakt ze zelfs nog wat hoger.

WALLAART:
Daarvan zegt De Geus: het CPB bedrijft politiek en legt de rekening neer bij de jongere generatie. Een terecht verwijt?


ZALM:
Ze schenken geen aandacht aan dat aspect, dat die jongere generatie dit allemaal op moet brengen, terwijl ze dat in eerdere studies altijd wel als een probleem hebben gezien.

WALLAART:
In feite heeft het CPB een politiek getint advies gegeven?


ZALM:
Het is onevenwichtig. Punten die ze vroeger wel naar voren brachten zijn nu ineens helemaal verdwenen. Dus ik vind het een onevenwichtige notitie die ze hebben uitgebracht.

WALLAART:
Maar `politiek getint', wat De Geus zei, zo ver wilt u niet gaan?


ZALM:
Er zitten ook kwalificaties in dat ik denk: nou, nou, dat deden wij vroeger op het CPB toen ik daar zat in ieder geval niet.

WALLAART:
Wat je wel telkens ziet terugkomen is de kritiek dat het kabinet de relatie met de sociale partners te veel verziekt heeft ... ?


ZALM:
Dat lijkt me niet typisch een deskundigheid van het CPB. Het CPB moet goede economische analyses maken. Wij hebben enorm ons best gedaan om met de vakbeweging tot overeenstemming te komen. Bij het Najaarsoverleg hebben we tot drie keer toe een ­ vanuit het oogpunt van de vakbeweging ­ gunstiger voorstel op tafel gelegd. De werkgevers konden daar uiteindelijk mee akkoord gaan, maar de vakbeweging heeft gezegd: dat doen we niet. Dan moet het kabinet op een gegeven moment ook zijn eigen koers kiezen.

WALLAART:
Maar je hoort de laatste tijd toch weer wat verzoenende woorden in de richting van de vakbond. Bent u de geknipte persoon om de patstelling te doorbreken, of moeten we gewoon even wachten op premier Balkenende?


ZALM:
Op zichzelf moet het feit dat ik lid ben van twee vakbonden wel helpen. Maar ik geloof dat, los van het feit of Balkenende wel of niet terug is, op dit moment het klimaat er niet is ­ ook als Balkenende er wel zou zijn ­ om nu gelijk aan tafel te gaan zitten en zaken te gaan doen. Dat vergt enige tijd tot de gemoederen een beetje bekoeld zijn. Een belangrijk moment zou kunnen zijn als het wetsontwerp VUT/prepensioen door de Tweede Kamer is aanvaard. Dan is dat natuurlijk ook een feit. Ook de vakbeweging moet zich op een gegeven moment bij feiten neerleggen. Het kabinet wil graag weer in gesprek komen, want er zijn tal van onderwerpen die we gemeenschappelijk zouden moeten doen. Dat geldt voor scholing; dat geldt voor jeugdwerkloosheid; dat geldt voor loonmatiging; dat geldt misschien ook voor dat we niet alleen maar rechten beperken, maar misschien ook iets aardigs kunnen doen voor de oudere werknemers, bijvoorbeeld dat doorwerken ook financieel wat aantrekkelijker maken. Al dat soort dingen willen wij graag bepraten met de bonden. (letterlijke tekst, ongecorrigeerd, LV)