Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Directie Voorlichting en Communicatie
Toespraak van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross-
van Dorp, bij de uitreiking van de Gulden Gildeprijs. Hilversum, 8 oktober 2004.
Wijzigingen voorbehouden. Alleen de uitgesproken tekst geldt!
Gilde-mensen! U maakt korte metten met het imago van de langzaam levende oudere. Wég
met de geraniumgedachte, vooruít met de sociale levenshouding. Wat een klip en klare
bezigheden kom ik bij u, Gilde-mensen, tegen: u tekent overeenkomsten, werkt volgens
richtlijnen, speurt behoeftes op, en die vind ik zelf erg mooi u bekommert zich om de pr
van het Gilde-wezen. Laat ik u dít zeggen: een betere pr dan de uitstraling van uw eigen
inzet kan ik me bijna niet voorstellen.
Werkelijk, als iedere werknemer in Nederland zich met een dergelijke allure op zijn werk en
sociale contacten zou storten, zouden we een ongekende opwaartse beweging van onze
economie beleven. En over het positieve maatschappelijke effect kan een mens alleen maar
dromen...
Alleen al om dié redenen is het van groot belang dat het Gilde van voor naar achteren bij
iedereen in dit land bekend raakt.
Ik vind het leuk dat u mij heeft uitgenodigd om de Gulden Gildeprijs uit te reiken. Ik ben als
staatssecretaris verantwoordelijk voor de brede coördinatie van het ouderenbeleid en erg
enthousiast over het Gildensysteem. Als mens ben ik er ook enthousiast over, maar dat
moet ik nu even naar de achtergrond schuiven.
Als ik kijk naar het materiaal waarmee uw organisatie werkt dan kan ik - denk ik -
vaststellen dat het `geheime wapen' voor het succes van de Gilden is, de inzet van
menselijk kapitaal. Dat líjkt een weinig spectaculaire waarneming. `Lijkt' zeg ik want het is
in al zijn eenvoud een meesterlijk wapen, het menselijk kapitaal. Ik ben er een groot
liefhebber van. Het is ook precies wat het kabinet met het ouderenbeleid wil: het menselijk
kapitaal benutten, de capaciteiten en kwaliteiten van iedereen. Oók van ouderen.
Temeer daar het naadloos aansluit bij datgene wat ouderen bij herhaling uitdragen: `Wij
willen zelf iets te zeggen hebben over onze eigen oude dag. Wij willen niet behandeld
worden als kasplanten die hun beste tijd hebben gehad.
Toespraak
Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend
Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het
2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar
Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -
Laat ons onze eigen boontjes doppen zolang we dat kunnen.' Anders gezegd: u pleit voor
zelfstandigheid. En terecht!
De Rijksoverheid is het met u eens en sluit zich aan bij de wens tot zelfstandigheid van
ouderen. Zij vindt trouwens al sinds de jaren zeventig dat de zelfstandigheid en
maatschappelijke participatie van ouderen bevorderd moet worden. Die gedachte wordt
ingegeven door het feit dat er straks, in 2030, ongeveer 4 miljoen 65 plussers in Nederland
leven. Dat zal een kwart van de bevolking zijn. Dat betekent nogal wat voor de
samenleving!
Het betekent vooral iets voor de overheid. De overheid moet vooruit kijken en alert zijn op
allerlei fronten: de betaalbaarheid van de voorzieningen, AOW, pensioenstelsel, de zorg,
wonen, de inrichting van de leefomgeving, bereikbaarheid van voorzieningen, openbaar
vervoer, veiligheid en ga zo maar door. Het is een hele klus om alles in goede banen te
leiden.
De Tweede Kamer neemt de ontwikkelingen rond de vergrijzing ook uiterst serieus en heeft
een Themacommissie Ouderenbeleid ingesteld.
Geheel in lijn met de aard van de moderne oudere, heeft die commissie een website
geopend waar zij de wensen en eisen van huidige en toekomstige ouderen verzamelt. De
reacties worden verwerkt in een advies aan de Tweede Kamer over de toekomst van
ouderen. U moet bij gelegenheid maar eens kijken op die website. Hij heeft nog een leuke
naam ook: zowilikoudworden.nl. Kan je bijna niet vergeten.
En wat ben ik ondertussen bij VWS aan het doen.
Ik ben op dit moment bezig met een nieuwe wet te maken, de Wet maatschappelijke
ondersteuning en een andere, bestaande wet heb ik eens flink geordend. De Algemene wet
bijzondere ziektekosten. Dat is een belangrijke sociale voorziening. De AWBZ gaan we weer
terugbrengen naar de kern: namelijk een verzekering tegen de hoge kosten die ernstig zieke
en chronisch zieke mensen moeten maken.
Het uitgangspunt van die niéuwe wet, de WMO, is dat mensen ouderen zo u wilt - zo lang
mogelijk zo goed mogelijk zelfstandig blijven functioneren. De ideeën waar de WMO straks
vanuit gaat, zijn niet nieuw.
Ze sluiten aan op wat er in de praktijk al dagelijks gebeurt en wat sinds mensenheugenis
gangbaar is: als iemand hulp nodig heeft dan vraagt hij of zij die aan de familie of aan de
buren. Pas als dat niet meer toereikend is, gaat de persoon in kwestie om hulp naar de
gemeente. Het Rijk blijft verantwoordelijk voor de zorg van de kwetsbaren onder ons.
Dus wat u Gilde-mensen én de overheid betreft staat zelfstandigheid van ouderen bovenaan
de ranglijst. Ik zou als eervolle tweede `mondigheid' willen nomineren. Ik hoef u niet te
vertellen hoe mondig onze jongeren zijn, daar kunnen sommige ouderen nog wat van leren. Toespraak
Dat geldt waarschijnlijk in mindere mate voor u, maar over het algemeen zouden ouderen
best wel een beetje harder op hun expertise mogen tamboereren en veel meer dan tot nu
toe hun lot in eigen handen kunnen nemen. Een zelfverzekerde houding zal ongetwijfeld
helpen het imago van ouderdom op te fleuren. Wat u en ik ondertussen kunnen doen is de
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -
volgende boodschap uitdragen: ouderen zullen met een stevig profiel opkomen voor hun
eigen belangen en een stempel drukken op de samenleving.
Kijk naar wat de Gilden presteren. Wat u doet ik zei het daarnet al - is menselijk kapitaal
inzetten. Goed, je moet 50+ zijn om mee te mogen draaien, maar dat is zo'n beetje de
enige beperking die er is. Ieders vaardigheid wordt heel pragmatisch ingezet. Kan je goed
schilderen, ga je schilderles geven. Spreek je goed Engels, ga je fijn iemand helpen zijn
Engels op te poetsen. Ik zal u vertellen van één van mijn medewerksters die een
Amerikaanse schoonzoon kreeg. Zij meldde zich bij het Gilde om haar Engels op te frissen en
voor ze er goed en wel erg in had, zat ze één keer in de week bij een mevrouw op de thee
die vroeger lerares Engels was geweest. In ruil voor haar diensten hielp de schoonmoeder in
spe op haar beurt de oud-lerares wegwijs te worden op Internet. Leuk toch, dit sociale
aspect van twee generaties die elkaar iets bijbrengen.
Taal is een paradepaardje van de Gilden. De Nederlandse taal in ieder geval. Hoeveel
allochtonen zijn er via de taalprojecten al niet op weg geholpen in onze samenleving. Geen
hoogdravende ambities om die mensen `Nederlands met een hoofdletter' te leren, maar
gewoon om ze weerbaar te maken voor een bezoek aan de dokter of de slager of zo.
Pragmatisch taalonderwijs zogezegd.
De Radbout Universiteit Nijmegen heeft zelfs onderzoek gedaan naar de effecten van het
taal- en integratieproject Gilde SamenSpraak. De uitkomst klonk zeer welluidend: Gilde
SamenSpraak heeft een positief effect op de sociale integratie van allochtonen en de
beheersing van de Nederlandse taal.
Het is mooi dat de initiatieven die het Gilde ontplooit, wortel schieten in de Nederlandse
samenleving. En ik prijs alle gemeentebesturen die zo verstandig zijn het nut van de Gilden
op waarde te schatten door ze, daar waar dat nodig, is te ondersteunen. Dat gebeurt nog
niet in elke gemeente even overtuigend, heb ik me laten vertellen. Er zijn gemeenten die
`hun' Gilde maar wat laten bungelen. Dus meneer Bakker, u als burgemeester van Hilversum
zou ik willen voorstellen bij uw collega's nog eens wat pionierswerk te doen. Het
maatschappelijke nut van de Gilden is evident: het schept vreugde bij zowel gever als
ontvanger. En als ik zo om me heen kijk, houdt het de gevers in ieder geval jong van hart!
U, Gilde-mensen geeft door uw inzet op het persoonlijke vlak, vorm aan een wens die we
allemaal hebben: we willen allemaal oud worden en jong blijven. Jong van hart in ieder
geval.
Toespraak
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport