Gemeente Reimerswaal
Burgemeester Verbree stopt op 1 maart 2005
Burgemeester Verbree heeft zijn ontslag per 1 maart 2005 ingediend.
In een brief aan de gemeenteraad licht hij zijn besluit toe.
De brief is in dit bericht opgenomen.
Wethouders, raadsleden, medewerkers en medewerksters zijn gisteren al
geïnformeerd.
AAN
De Raad der gemeente Reimerswaal.
Kruiningen, 6 oktober 2004.
Onderwerp: ontslag als burgemeester der gemeente
Geachte Leden van de Raad,
Bijgaand doe ik U een afschrift toekomen van mijn verzoek van heden
aan Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, om mij met ingang van
1 maart 2005 ontslag te verlenen als burgemeester van Uw gemeente.
Al bij de aanvang van de huidige collegeperiode heb ik de wethouders
vertrouwelijk mijn voornemen kenbaar gemaakt in 2005 ontslag te willen
nemen. Ik heb begrepen dat dit gegeven ook onderdeel uitmaakte van de
overwegingen bij de wethoudersbenoeming in mei dit jaar.
Deze zomer bereikte mij de vraag van de Commissaris der Koningin of ik
per 16 april 2005 weer in aanmerking wenste te komen voor verlenging
van mijn ambtstermijn.
Voor mij een gelegenheid mij te beraden op mijn positie.
Verlenging zou het begin betekenen van mijn vierde ambtstermijn in
deze gemeente. Ofwel, op dat moment ben ik achttien jaar burgemeester
van Uw gemeente. Dit betekent voor mij dat ik in totaal meer dan 26
jaar het burgemeestersambt uitoefen, en bijna veertig jaar op de
loonlijst van een gemeente sta.
Ik wil voorop stellen dat ik me nog steeds als een vis in het water
voel als burgemeester in Uw gemeente. Ik heb noch politieke
overwegingen, noch moeite met het huidig functioneren van het
gemeentelijke bestel.
Maar juist het eerste gegeven, dwingt mij mijzelf ook de vraag te
stellen of mijn aanblijven als burgemeester van deze gemeente, na een
zo lange periode, ook niet te verstikkend kan zijn/worden. Ofwel, of
het niet tijd wordt dat een ander het ambt hier uitoefent met een meer
onbevangen kijk op de gang van zaken in deze gemeente.
Een langdurig werkzaam zijn in de dezelfde positie kan voor de persoon
zelve een dermate gewenning en beroepsblindheid veroorzaken, dat zaken
blijven liggen of dat een en ander te vanzelfsprekend wordt. Dit is
niet in het belang van de gemeente en kan zelfs belemmerend werken.
Het gevaar dat de dynamiek uit het functioneren verdwijnt, is groot.
Dit alles overwegende ben ik tot de conclusie gekomen dat ik er goed
aan doe plaats te maken voor een ander.
Neemt niet weg dat ik steeds met plezier gewerkt heb en nog werk in Uw
gemeente.
Met vriendelijke groeten,
A Verbree
(Geplaatst op: 07-10-2004)