Koenders/Karimi/Van Baalen over de politieke en mensenrechtensituatie
in Birma
Beantwoording kamervragen Koenders/Karimi/Van Baalen over de politieke
en mensenrechtensituatie in Birma
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Azië en Oceanië
Zuidoost Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Datum
6 oktober 2004
Auteur
Maurice Pourchez
Kenmerk
DAO - 0815/05
Telefoon
070-3486055
Blad
1/5
Fax
070-3485323
Bijlage(n)
maurice.pourchez@minbuza.nl
Betreft
beantwoording vragen van de leden Koenders (PvdA), Karimi (GroenLinks)
en Van Baalen (VVD) over de politieke en mensenrechtensituatie in
Birma)
www.minbuza.nl
C.c.
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de vragen gesteld door de
leden Koenders (PvdA), Karimi (GroenLinks) en Van Baalen (VVD) over de
politieke en mensenrechtensituatie in Birma. Deze vragen werden
ingezonden op 4 oktober 2004 met kenmerk 2040501070.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen
over de politieke en mensenrechtensituatie in Birma van de leden
Koenders (PvdA), Karimi (GroenLinks) en Van Baalen (VVD).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de rapporten van de Verenigde Naties, A/59/269
en A/59/311, inzake de politieke en mensenrechtensituatie in Birma?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Bent u van mening dat Birma voldoet aan de in april 2004 door de
Europese Unie gestelde minimumvoorwaarden voor deelname aan de
ASEM-top op 8 en 9 oktober 2004 in Hanoi?
Antwoord
Tijdens het informele overleg van EU-ministers van Buitenlandse Zaken
(Gymnich) van 3 september jl. heeft de EU vastgesteld dat de gehoopte
voortgang in Birma met betrekking tot Aung San Suu Kyi, de National
League for Democracy en de Nationale Conventie niet had
plaatsgevonden.
De EU heeft bij deze bijeenkomst aangegeven welke maatregelen het zou
treffen, indien de Birmese autoriteiten niet de drie voorwaarden
vervullen die gesteld waren bij de Gymnich bijeenkomst van Tullamore
in april 2004. Hiervoor zij kortheidshalve verwezen naar het verslag
van Gymnich (TK 21501-02, nr. 569 ). Aan deze voorwaarden heeft Birma
tot op heden niet voldaan.
Tijdens de Gymnich-bijeenkomst op 3 september jl. is voorts
vastgesteld dat de ASEM-Top de gelegenheid zou bieden Birma te
confronteren met de EU zorgen op het gebied van mensenrechten en de
noodzaak van democratische hervormingen. Tot slot is de verwachting
uitgesproken dat de Birmese deelname lager zou zijn dan het niveau van
Staatshoofd/regeringsleider.
Vraag 3
Als Birma niet vóór 8 oktober 2004 aan de door de EU gestelde
minimumvoorwaarden heeft voldaan, zullen de economische sancties van
de EU ten aanzien van Birma dan ook de Birmese staatshoutbedrijven
treffen?
Antwoord
In het Gymnich-overleg van 3 september en de RAZEB van 13 september
jl. zijn maatregelen overeengekomen voor het geval Birma vóór 8
oktober a.s. niet heeft voldaan aan de eisen. Die maatregelen zijn:
uitbreiding van de visumban en een verbod voor in de EU geregistreerde
bedrijven of organisaties op het ter beschikking stellen van
financiële middelen aan nader aan te duiden Birmese
overheidsbedrijven. Verder is de Commissie verzocht concrete
voorstellen te presenteren om de praktijk van illegale houtkap tegen
te gaan, inclusief mogelijkheden voor het terugdringen van de
ontbossing in Birma en de export van teakhout vanuit dit land.
Voorstellen van de Commissie over de te nemen maatregelen worden
tijdens de RAZEB van 11 oktober a.s. besproken.
Vraag 4
Kan een land in het kader van de ASEM worden geschorst?
Antwoord
De ASEM is een informeel forum. Het kent geen formele procedures die
voorzien in dergelijke maatregelen.
Vraag 5
Op welke wijze zal het kabinet het voorzitterschap van de Europese
Unie benutten om middels bilaterale contacten met ASEM-landen, Birma
te bewegen de benodigde sociale en politieke veranderingen door te
voeren
Antwoord
Tijdens de aanstaande ASEM-top in Hanoi staat Birma uitvoerig op de
agenda en zal deze kwestie zowel multilateraal als bilateraal aan de
orde worden gesteld. In de contacten met de Aziatische landen de
afgelopen maanden is Birma overigens een vast agendapunt geweest.
Vraag 6
Gaat u er als minister van Buitenlandse Zaken bij de Raad op
aandringen dat voor Nederland het ASEM -voorzitterschap van Birma in
2006 onacceptabel is- en dat dit voor Europa onacceptabel behoort te
zijn?
Antwoord
De ASEM kent geen voorzitterschap. Zie ook mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 7
Welke resultaten wilt u tijdens de EU-ASEM top in Hanoi minimaal
bereiken?
Antwoord
Een van de belangrijkste doelen is het bevorderen van de samenwerking
tussen Azië en Europa op economisch, politiek en
cultureel/wetenschappelijk terrein. Ik zal aangeven dat er in deze
internationale samenwerking niet alleen sprake kan zijn van rechten,
maar ook van plichten. Voorts zal ik mij inzetten voor het bereiken
van overeenstemming over voortzetting van de dialoog tussen Azië en
Europa over de kwestie Birma en over steun aan de Secretaris-Generaal
van de VN in zijn pogingen om oplossing van de Birma-kwestie via een
gecoördineerde internationale aanpak te bewerkstelligen.
Vraag 8
Zal het kabinet het voorzitterschap van de Unie benutten om de
situatie in Birma op de agenda van de VN Veiligheidsraad te krijgen?
Antwoord
De kwestie Birma dient in New York primair behandeld te worden in de
Derde Commissie van de AVVN. De EU is een voorstander van het indienen
van een resolutie in deze Commissie.
Vraag 9
Kunt u vóór donderdag 7 oktober 10.00 uur antwoorden op deze vragen?
Antwoord
Ja.
Ministerie van Buitenlandse Zaken