Raad voor de Transportveiligheid
PERSBERICHT 7 oktober 2004
Raad voor de Transportveiligheid na onderzoek van reeks ongevallen met
afneembare laadbakken
Bevestiging verwisselbare laadbakken vrachtauto's beter controleren
Bedrijfsleven en overheid moeten er beter op toezien dat afneembare
laadbakken op vrachtauto's goed worden bevestigd. Die aanbeveling richt de
Raad voor de Transportveiligheid, onder voorzitterschap van mr Pieter van
Vollenhoven, tot carrosseriebouwers (FOCWA), wegvervoerders (TLN, KNV en
EVO) en de Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Justitie in een
rapport over ongevallen met afneembare laadbakken. In het onderzoek,
toegespitst op een dodelijk ongeval dat op 29 augustus 2003 plaatsvond op
de A67 bij Venlo, heeft de Raad onder meer vastgesteld dat bij de
toelatingskeuring van vrachtauto's met een afneembare laadbak wel de
afmetingen van de laadbak wordt gecontroleerd maar niet het
bevestigingsmechanisme. Het ongeval in 2003 werd veroorzaakt doordat, als
gevolg van een ontwerpfout, de op een vrachtauto geplaatste afzetbak
losschoot en op de andere weghelft belandde. Per jaar vinden in Nederland
enkele van dergelijke ongevallen plaats.
Verder acht de Raad het nodig dat de bevestiging van afneembare laadbakken
ook wordt gecontroleerd bij APK keuringen en dat de politie vaker controles
uitvoert. De FOCWA zou haar leden nadrukkelijk moeten wijzen op de risico's
van een ondeugdelijk bevestigingsmechanisme bij verwisselbare laadbakken.
Eenzelfde aanbeveling richt de Raad tot de vervoersorganisaties.