Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Directie Voorlichting en Communicatie
Speech van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H. Hoogervorst, bij het
congres Medisch Specialistische Zorg 2005 op 6 oktober 2004 in Amsterdam
Wijzigingen voorbehouden. Alleen de uitgesproken tekst geldt!
Dames en heren,
Drie weken geleden was ik in Noordwijk bij een zogenoemde Informele Raad van ministers
van Volksgezondheid. Informeel klinkt overigens wat frivoler dan het is; de kern van zo'n
bijeenkomst is dat je met je collega's van gedachten wisselt over de stand van zaken in de
verschillende landen zonder dat er besluiten worden genomen. Verder heeft iedereen wel
gewoon een net pak aan.
Ik vertel u dit, omdat ik het zo interessant vond om bij die gelegenheid zo veel gelijkluidende
verhalen te horen. Veel van mijn collega's zijn namelijk, net als ikzelf, bezig met een min of
meer ingrijpende hervorming van het stelsel van gezondheidszorg. Dat geldt bij voorbeeld
voor de Fransen, de Portugezen, de Grieken, de Duitsers en de Slowaken.
En voor al die hervormingen geldt, dat de rol van de overheid in het hele stelsel kleiner
wordt en die van de consument groter.
Gedurende de laatste decennia was die ontwikkeling omgekeerd. Uitgangspunt in veel
Europese landen was: de overheid zorgt voor u "from the cradle to the grave" zoals Lord
Beveridge, de uitvinder van het Welfare-state het noemde. En wat de gezondheidszorg
betreft was de impliciete boodschap: dat is een zaak die u helemaal aan de overheid kunt
overlaten.
En zo zijn hele generaties mensen opgegroeid met de gedachte dat gezondheidszorg in de
eerste plaats de verantwoordelijkheid van de overheid is en dus gratis.
Dat dat niet zo is, hoef ik u niet te vertellen.
Maar zolang de bevolking in Europa gemiddeld nog jong was en de technologie niet zo ver
ontwikkeld en nog niet zo duur, was er geen reden om dat uitgangspunt ter discussie te
stellen.
Dat is echt voorgoed veranderd. En dat is de reden dat ook al mijn collega-ministers
nadenken over hoe het anders zou kunnen. Over een systeem waarin de consument meer
verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen gezondheid, kritischer is op de gezondheidszorg
die hem geboden wordt en ook financieel een grotere steen bijdraagt. En waarin de wetten
van de overheid wat minder regeren en die van de markt wat meer.
Vorig jaar op deze plek heb ik u in grote lijnen geschetst hoe ik mij de hervorming van de
gezondheidszorg voorstel. Ik noemde toen mijn eerste begroting als minister van
Volksgezondheid een eerste stap op weg naar een nieuw stelsel.
Sindsdien hebben we niet stilgezeten. We zorgen op verschillende gebieden voor een andere
verdeling van verantwoordelijkheden.
Ziekenhuizen mogen onder voorwaarden winst maken en geven inzicht in hun werk door de
invoering van dbc's.
Fysiotherapeuten gaan experimenteren met vrije tarieven.
Consumenten kunnen voor steeds meer informatie over instellingen op Internet terecht,
waardoor ze zich bewuster worden van kwaliteitsverschillen. Een no claim-korting maakt
hen bewuster van de kosten. Toespraak
Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend
Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het
2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar
Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -
En wat de verzekeraars betreft: vlak voor Prinsjesdag kon ik het wetsvoorstel voor de
nieuwe Zorgverzekeringswet aan de Kamer sturen. Met ingang van 2006 komt er één
basisverzekering voor iedereen, uitgevoerd door elkaar beconcurrerende verzekeraars.
Consumenten gaan kritischer kijken naar de prestaties van hun verzekeraar en verzekeraars
naar de prestaties van de zorgaanbieders met wie ze wel of niet contracten sluiten.
Er is dus veel in beweging.
De vraag is, wat u daar als medisch specialist van merkt.
Laat ik beginnen met de dbc's; die heeft u immers zelf bedacht.
Hoewel ik weet dat niet élke specialist overloopt van enthousiasme, ben ik blij dat de
meesten van u inzien dat dbc's zinvol zijn. Meteen na zijn aantreden zei Pieter Vierhout in
een interview met Medisch Contact er dit over: "Ik kan mij op dit moment geen beter
systeem voorstellen. Het huidige is mistig en transparantie in het betalingsysteem was hard
nodig." Dat ben ik nou helemaal met hem eens.
Natuurlijk, de invoering vergt veel van de ziekenhuizen; daar ben ik mij van bewust. We
zullen zeker nog te maken krijgen met kinderziektes, ook na 1 januari. Daarom ben ik in
gesprek met de Stichting dbc-onderhoud, het CVZ en het CTG over de oprichting van een
centrale opvangorganisatie die kan helpen om concrete problemen snel op te lossen. Zo
komen we er zeker uit.
Ook in de kwestie van het uurtarief staan we er met elkaar beter voor dan een jaar geleden.
Twee weken geleden heeft de Zorgautoriteit het voorlopige tarief vastgesteld en de
commissie die zal adviseren over het definitieve, onderbouwde uurtarief is ook aan het
werk.
Ik hecht eraan dat de discussie daarover tot een goed einde komt en volgens mij geldt dat
voor u ook.
Ik denk namelijk dat ook u vindt dat we het beter over de inhoud kunnen hebben.
Overigens spelen de dbc's daarbij, bij de inhoud van uw werk, ook een belangrijke rol.
Een tijdje geleden bracht ik een bezoek aan de Maartenskliniek in Nijmegen, gespecialiseerd
in orthopedie en revalidatiegeneeskunde. Op eigen initiatief heeft die kliniek zich aangemeld
voor een experiment met 100% dbc-financiering vanaf 1 januari 2005.
Waarom heeft die kliniek daartoe besloten?
Omdat ze dan kunnen laten zien hoe goed ze zijn en hoe efficiënt ze werken. En omdat ze
als gevolg daarvan betere afspraken kunnen maken met de verzekeraar. "In de supermarkt
van het ziekenhuis is de kaviaar nu even duur als de pindakaas", klaagde de directeur tegen
me. De dbc's laten verschillen zien en in de Maartenskliniek hebben ze zoveel
zelfvertrouwen, dat ze ervan overtuigd zijn dat de omschakeling hen alleen maar voordeel
kan opleveren.
Dat is tenslotte ook de bedoeling van deze hele operatie: dat het de verzekeraar duidelijk
wordt of hij waar voor z'n geld krijgt. En wat uw werk betreft: dat er een eind komt aan de
situatie dat specialisten de moed verloren om zich extra in te spannen, omdat het hen toch
niets opleverde.
Toespraak
Bij de opsomming die ik u net gaf van stappen die we hebben gezet sinds ik vorig jaar hier
stond ontbrak er nog één: het project Sneller Beter, waarin het ministerie samenwerkt met
de vereniging van ziekenhuizen en de Orde.
---
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -
Als we meer aandacht willen besteden aan kwaliteit, zoals ik net voorstelde, dan is Sneller
Beter daarvan een heel goed voorbeeld. Het is een programma dat transparantie,
doelmatigheid en kwaliteit moet stimuleren.
Op de website van Sneller Beter zijn vele mooie voorbeelden te vinden van "good practices"
in de ziekenhuizen, er zijn levendige veldbijeenkomsten gehouden over alle drie de thema's
en sinds twee weken is er de website ziekenhuizentransparant.nl van de NVZ, waar
consumenten kwaliteitsgegevens over ziekenhuizen kunnen vinden.
Bovendien zijn in de afgelopen maanden twee ambassadeurs van Sneller Beter aan het werk
geweest, die met een blik van de geïnteresseerde buitenstaander, met ervaring in het
bedrijfsleven, de gang van zaken in de gezondheidszorg bekijken.
Ik moet u zeggen: ze keken er wel van op.
TPG-post directeur Peter Bakker, die keek naar de logistiek in de ziekenhuizen, suggereerde
dat een slimmere logistiek niet alleen honderden miljoenen per jaar kan opleveren, maar ook
meer tevredenheid bij de patiënten en meer werkplezier bij het medisch personeel.
Shell-directeur Rein Willems is bijna klaar met zijn rapportage over veiligheid. Hij is vooral
verbaasd over het gebrek aan openheid over gemaakte fouten. Een Shell-medewerker die
onveilige situaties of gemaakte fouten niet meldt kan op forse kritiek rekenen of erger. Bij
ziekenhuizen lijkt het wel andersom. Willems vraagt zich af, hoe je dan van je fouten kan
leren.
Ik denk dat de gezondheidszorg zeker van de rapporten van Bakker en Willems kan leren. De
voorstellen tot verbetering van de processen maken enthousiast ik heb dat gezien bij de
ziekenhuisdirecteuren die actief aan het programma Sneller Beter meedoen.
Wel is nu de vraag, of dat enthousiasme ook echt tot verbeteringen leidt.
En wat dat betreft is er één aspect in de rapportage van Peter Bakker dat ik aan het eind
van mijn betoog aan u wil voorleggen. Een aspect waarvan ik verwacht dat ook Rein
Willems er uitgebreid op zal ingaan.
Laten we het de leiderschapskwestie noemen.
Voor een manager van een groot bedrijf als TPG of Shell is de gezagstructuur van een
ziekenhuis een ondoorgrondelijk mysterie. Wat omvang en complexiteit betreft doet menig
ziekenhuis niet onder voor een groot bedrijf. Maar de vraag wie uiteindelijk leiding geeft aan
het proces is aanzienlijk moeilijker te beantwoorden dan bij een multinational.
Ik denk dat het goed zou zijn als ziekenhuisdirecties en medische staf zich eens zouden
buigen over de vraag, of het management allemaal wel helder genoeg geregeld is.
Zeker, in veel ziekenhuizen gaat het goed. Ziekenhuizen waar de directie helder en
professioneel leiding geeft en de medische staf zich coöperatief en betrokken opstelt. Maar
we kennen ook allemaal de voorbeelden van ziekenhuizen met problemen en hoog
oplopende ruzies.
Vooral nu ziekenhuizen zich ontwikkelen in een zakelijker richting met de mogelijkheid om
winst te maken en met elkaar te concurreren, past volgens mij opnieuw nadenken over de
bestuursstructuur.
Toespraak
Ik doe u geen voorstel en ik ben al helemaal niet van plan u iets op te leggen. Mijn
uitgangspunt is immers, dat iedereen in de gezondheidszorg zélf zijn verantwoordelijkheid
moet nemen. Ik wil u alleen graag aan het denken zetten. Dat past denk ik wel bij deze
---
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 4 -
plaats tenslotte zijn wij hier in een voormalige kerk - en bij de aard van dit jaarlijks
symposium.
Ik wens u nog een boeiende dag toe en ik dank u voor uw aandacht.
Toespraak
---
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport