Socialistische Partij
Financiële Beschouwingen: het vertrouwen is weg
06-10-2004 * Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen wordt deze
week in de Tweede Kamer gesproken over de begroting van het ministerie
van Financiën. Uiteraard stond voor de SP de brede maatschappelijke
onrust centraal, en de arrogante reactie daarop vanuit de regering en
de coalitiepartijen. Agnes Kant: "Schril is het contrast tussen het
gemak waarmee opnieuw wordt gepakt wie niets heeft, en de
onbespreekbaarheid van andere mogelijkheden: bezuinigen op de
salarissen van degenen die best iets kunnen missen."
De bijdrage in de eerste termijn van Agnes Kant namens de SP:
Agnes Kant Voorzitter. Wie het na zaterdag nog niet door heeft, moet
wel een bord voor z'n kop hebben. Er is geen vertrouwen in dit
kabinet. Gezien de reacties van kabinetsleden en VVD-leider Van
Aartsen, die vanmiddag zelfs sprak over ophitsing van de mensen,
hebben het kabinet en de coalitiepartijen inderdaad een bord voor hun
kop. Zij hebben overigens nog een afwijking: ze zijn Oost-Indisch
doof.
Uit de reacties spreekt een enorme arrogantie. Mensen hebben het niet
goed begrepen. Of: mensen begrijpen niet waarom die maatregelen nodig
zijn. Ik heb het zaterdag nogmaals gemerkt. Mensen hebben juist heel
erg goed begrepen wat er staat te gebeuren en dat is precies de reden
waarom zij er zaterdag waren. Dit kabinet onderschat het volk. De
tactiek van het overdreven negatief schetsen van de Nederlandse
situatie, het schetsen van doemscenario's en bangmakerij werkt niet.
Ja, het werkt wel, maar als olie op het vuur. Mensen trappen niet in
die praatjes. Mensen laten zich niet bang maken.
Tekenend vind ik dat vorige week bij de algemene beschouwingen de
waarnemend minister-president de kritische vragen en opmerkingen uit
de mond van mijn fractievoorzitter over overdrijvingen en halve
waarheden uit de mond van de minister van Economische Zaken niet heeft
kunnen weerleggen. Hij is er eigenlijk helemaal niet op in gegaan. Ik
vind dat tekenend. Ik vraag de minister van Financiën alsnog in te
gaan op deze opmerkingen over arbeidsproductiviteit,
arbeidsparticipatie en concurrentiekracht uit de mond van de minister
van Economische Zaken die gezien kunnen worden als halve waarheden en
leugens. Ik zal één voorbeeld geven, want na het debat van vorige week
ging de minister van Economische Zaken gewoon door. Afgelopen zondag
zei hij in Buitenhof: in geen land is de arbeidsparticipatie zo laag
als in Nederland. Dat is gewoon niet waar. Ik wil graag een reactie
van de minister van Financiën over zo'n stelling van de minister van
Economische Zaken.
Exemplarisch vond ik een andere opmerking van de minister van
Economische Zaken in datzelfde programma Buitenhof. Ik heb er eerlijk
gezegd met enige verbazing naar zitten luisteren. Hij zei ergens aan
het begin van de uitzending nogal gedragen: in de jaren negentig lag
de AEX boven de 1000 en nu rond de 300. "Wat zegt hij nou?", dacht ik.
Ik zie de minister kijken, want hij dacht ook "wat zegt hij nou?". Het
klopt, maar het klopt omdat er in de tussentijd een andere schaal is
gekomen, want zoals iedereen weet, hebben wij de euro ingevoerd. Ik
vind het nogal wat dat de minister van Economische Zaken zoiets voor
het oog van heel Nederland op de televisie zegt. Het is natuurlijk
gewoon onzin en de minister weet dat. Ik wil dat de minister hier op
in gaat, omdat het exemplarisch is voor de manier waarop maar van
alles beweerd kan worden.
Hetzelfde geldt voor de doemscenario's die het kabinet, leden van het
kabinet en coalitiepartijen schetsen rondom de vergrijzing. Natuurlijk
worden wij allemaal ouder, moeten wij zorgen voor de ouderen, heeft
dat consequenties en leidt dat tot maatschappelijke aanpassingen. Deze
asociale hervormingsagenda is daar alleen niet voor nodig. De minister
probeert dat ons en het Nederlandse volk aan te praten, maar het is
gewoon een alibi om de verslechteringen in de sociale zekerheid door
te kunnen voeren. Ik wil dat de minister morgen ingaat op deze
stelling.
Mensen hebben geen vertrouwen in het kabinet, geen vertrouwen in hun
eigen financiële situatie volgend jaar en geen vertrouwen in de
economie. Dit kabinet investeert ook niet in dat vertrouwen. Ik citeer
Leo Stevens, hoogleraar fiscale economie. Dit kabinet rijdt
conjunctureel pal op de bumper van de optrekkende economie en
stokkende economie. Enige afstand zou verstandiger zijn. Einde citaat.
In datzelfde artikel noemt de heer Stevens ook het voorbeeld van de
arbeidsparticipatie van ouderen. Ik citeer opnieuw. De kortademige en
dwingende beleidsingrepen in de lange-termijn-verplichtingen zijn
contraproductief. Het kabinet investeert niet in vertrouwen.
Vertrouwen levert een hoog sociaal-economisch rendement op. Wantrouwen
leidt tot suboptimale economische posities en gaat gepaard met
maatschappelijke kosten. Het is daarom beter de oudedagsvoorziening in
collectief verband te organiseren. Einde citaat. Ik vind deze analyse,
waarin het om vertrouwen gaat, belangrijk. Het staat precies haaks op
wat het kabinet op dit moment doet. Het kabinet investeert niet in
vertrouwen, maar schept wantrouwen. Ik wil graag een reactie van de
minister van Financiën op deze analyse van een hoogleraar fiscale
economie.
Veel mensen maken nu hun eigen financiële beschouwing. Wij hebben deze
week financiële beschouwingen, maar mensen kijken natuurlijk ook wat
er volgend jaar op hen afkomt.
Zij kijken naar hun financiële situatie en worden daar niet vrolijk
van. De koopkracht van de mensen met lage inkomens daalt. De minima
gaan er opnieuw op achteruit. Dit kabinet moet wel hebben gedacht:
drie keer is scheepsrecht. Dat gebeurt namelijk. Voor de derde keer op
rij gaan mensen die weinig hebben en niets kunnen missen er opnieuw op
achteruit. Ik wil weten waarom het kabinet dit acceptabel vindt. Ik
wil ook vragen of het kabinet werkelijk denkt dat de mensen het
volgend jaar nog steeds kunnen dragen, drie keer scheepsrecht of niet.
Kan het kabinet niet op zijn minst de garantie geven dat volgend jaar
de mensen met de laagste inkomens niet nog eens moeten inleveren?
Ook voor de chronisch zieken en gehandicapten zijn de financiële
gevolgen ernstig. Wij hebben hier vorig jaar hele debatten over
gevoerd, maar dat is dan ook alles. Er zijn wat compensatiemaatregelen
genomen, maar het kabinet geeft in een brief aan de Kamer ruiterlijk
toe dat die in specifieke situaties geen soelaas bieden en dat vooral
de mensen die veel gebruik moeten maken van zorg er wel degelijk op
achteruit zijn gegaan. Hoe kan het kabinet dit accepteren?
Schril is het contrast tussen het gemak waarmee opnieuw wordt gepakt
wie niets heeft en de onbespreekbaarheid van andere mogelijkheden om
te bezuinigen op de salarissen van degenen die best iets kunnen
missen. Zo zijn de gevolgen voor de koopkracht van het kabinetsbeleid
samen te vatten.
Politiek is keuzes maken. Dit kabinet maakt voor het vertrouwen van de
mensen en voor een sociale, solidaire samenleving de verkeerde keuzes.
Met andere keuzes kan het anders, zo blijkt uit de verschillende
alternatieve begrotingen die zijn gepresenteerd. Die alternatieve
begrotingen leiden tot grotere koopkracht, een socialer land en een
eerlijke verdeling. Dit kabinet kiest hier niet voor. De keuzes van
dit kabinet zijn niet eerlijk en ook niet sociaal. Een voorbeeld
hiervan is de no-claim die volgend jaar in het ziekenfonds wordt
ingevoerd. Ziek gaat betalen voor gezond. Daar is niets eerlijks aan
en daar is niets sociaals aan. Voorbeelden hiervan vormen de afbraak
van de WW en de ingreep in de VUT en het prepensioen. Dat is niet
eerlijk; dat is niet sociaal. Het is evenmin eerlijk en sociaal om
niets te doen aan bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek. Kies er dan
voor om daar iets aan te doen! Het is niet sociaal en ook niet eerlijk
om niets te doen aan de 30%-belastingvrijstellingsregeling voor
buitenlandse managers, terwijl dat zo gemakkelijk is. Het kabinet
heeft er het lef niet voor. Ik vind het onbegrijpelijk dat mensen met
zeer hoge inkomens die vanuit het buitenland naar Nederland komen, een
belastingvrijstelling van 30% op hun onkosten krijgen. Dat is
werkelijk ongehoord!
Met de keuze van het kabinet om de vennootschapsbelasting te verlagen,
zijn wij het niet eens. Het kabinet wilde die verlaging dekken door
het grijs kenteken af te schaffen. Nu is dat plan van de baan. Toch
heb ik een aantal vragen. Waarom is de mensen in de afgelopen jaren
niet verteld dat het particulier gebruik van een auto met grijs
kenteken oneigenlijk gebruik is? Het kabinet kan dit nu wel zeggen,
maar mensen hebben hun auto met grijs kenteken jarenlang particulier
kunnen gebruiken zonder dat er iets van werd gezegd. Waarom is het nu
ineens oneigenlijk gebruik? Bent u het met mij eens dat het
particulier gebruik van een auto met grijs kenteken tot nu toe
eigenlijk volstrekt legaal was en dat nu niet van de ene op de andere
dag kan worden gezegd dat mensen frauderen als zij hun auto met grijs
kenteken particulier gebruiken?
Waarom wordt de groep gebruikers van een auto met grijs kenteken niet
ontzien, maar juist zwaarder aangepakt doordat de vrijstelling in één
keer wordt afgeschaft? Los van wat je er in politiek opzicht van
vindt, is dat toch niet redelijk? Mensen hebben op grond van de
bestaande regels een auto aangeschaft. Je kunt dus niet van de ene op
de andere dag zeggen dat vanaf 1 januari aanstaande een streep wordt
gehaald door het grijs kenteken. Van zeer veel dingen vindt het
kabinet dat het niet kan, dus waarom vindt het kabinet dat het ten
aanzien van het grijs kenteken wel kan?
Ik maak mij hier grote zorgen over. Ik begrijp dat er iets wordt
gedaan voor de gehandicapten, maar er is nog een ander probleem.
Sommige zorginstellingen, vrijwilligersinstellingen en
gehandicapteninstellingen maken gebruik van auto's met een grijs
kenteken. Als dat per 1 januari aanstaande wordt afgeschaft, komen die
instellingen en vrijwilligers in de knoop. Zij moeten er dan in een
keer veel meer voor betalen. Hoe denkt het kabinet dit probleem op te
lossen?