European Commission

IP/04/1188

Brussel, 6 oktober 2004

De Commissie stelt voorschriften vast voor "de minimis"-steun in de landbouw- en de visserijsector: een primeur

Vandaag heeft de Europese Commissie een verordening vastgesteld inzake "de minimis"-steun in de landbouw- en de visserijsector. Krachtens de verordening valt nationale steun tot maximaal 3.000 euro per onderneming in de landbouwsector of de visserijsector over een periode van drie jaar niet onder de aanmeldingsverplichting. Dankzij dit initiatief wordt steunverlening aan ondernemingen in een crisissituatie sterk vereenvoudigd. Om concurrentieverstoring te voorkomen dienen de lidstaten die dergelijke steun verlenen, een algemeen plafond van ongeveer 0,3% van de waarde van de totale landbouw- of visserijproductie in acht te nemen. De lidstaten mogen zonder voorafgaande goedkeuring door de Commissie dergelijke steun verlenen voorzover aan alle voorwaarden van de verordening is voldaan. Zij dienen evenwel een register bij te houden waaruit moet blijken dat beide plafonds in acht zijn genomen. De verordening is goedgekeurd na ruim overleg met de lidstaten en andere belanghebbenden.

De heer Franz Fischler, lid van de Commissie belast met landbouw, plattelandsontwikkeling en visserij, heeft verklaard "dat dit een belangrijke stap is op de weg naar een modernisering van de regels inzake staatssteun in de landbouw en de visserij. De lidstaten beschikken voortaan over een flexibel en eenvoudig instrument om, vooral in crisissituaties wanneer snel optreden vereist is, de ondernemingen de noodzakelijke steun te verlenen. Een en ander moet worden gezien in de context van de verklaring van de Commissie inzake crisisbeheer die in 2003 is opgesteld in Luxemburg in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Tezelfdertijd wordt het nodige gedaan om elke vorm van concurrentieverstoring te voorkomen", aldus nog de commissaris.

De verordening geldt ook voor steun die wordt verleend aan ondernemingen die landbouw- en visserijproducten verwerken en afzetten.

Indien alle lidstaten optimaal gebruik maken van deze mogelijkheid, zou per jaar in de gehele EU gemiddeld ongeveer 317 miljoen euro worden uitgekeerd in de vorm van "de minimis"-steun voor de landbouw en 27 miljoen voor de visserij. Met het oog op meer flexibiliteit hebben de bedragen die in de verordening zijn vastgesteld betrekking op een periode van drie in plaats van één jaar. De bedragen die elke lidstaat over een periode van drie jaar mag toekennen, zijn door de Commissie berekend en in een bijlage vastgesteld. De perioden van drie jaar moeten worden gezien als glijdende perioden zodat voor elke nieuwe toekenning van "de minimis"-steun het totale steunbedrag in de voorbije drie jaar moet worden bepaald.

De lidstaten mogen "de minimis"-steun verlenen op de door hen gekozen wijze. In de verordening zijn evenwel enkele beperkingen vastgesteld om distorsies te voorkomen; zo mag bij voorbeeld geen steun worden verleend voor de uitvoer.

Deze hervorming werd mogelijk dank zij een verordening van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd specifieke regels vast te stellen voor bepaalde soorten staatssteun. Daarin is bepaald dat de Commissie regels mag vaststellen op grond waarvan de aanmeldingsverplichting niet van toepassing is op steun beneden een bepaalde drempel ("de minimis"-steun).

De verordening voor de sectoren landbouw en visserij vormt een aanvulling op Verordening (EG) nr. 69/2001 van de Commissie, met betrekking tot "de minimis"-steun. Deze laatste verordening heeft geen betrekking op landbouw en visserij.

De verordening vormt het sluitstuk van een ingrijpende herziening van de voorschriften voor het verlenen van staatssteun in de landbouwsector, waarmee in 1995 is begonnen. De regels zijn gemoderniseerd, vereenvoudigd, geconsolideerd en transparanter gemaakt.

Bijlage 1: Cumulatief bedrag per lidstaat voor de landbouwsector, over een periode van drie jaar

Bijlage 2: Cumulatief bedrag per lidstaat voor de visserijsector, over een periode van drie jaar

Bijlage 1

Cumulatief bedrag per lidstaat voor de landbouwsector, over een periode van drie jaar

BE

EUR 22.077.000

DK

EUR 27.294.000

DE

EUR133.470.000

EL

EUR 34.965.000

ES

EUR 106.755.000

FR

EUR 195.216.000

IE

EUR 17.637.000

IT

EUR 130.164.000

LU

EUR 789.000

NL

EUR 62.232.000

AT

EUR 17.253.000

PT

EUR 17.832.000

FI

EUR 11.928.000

SE

EUR 13.689.000

UK

EUR 72.357.000

CZ

EUR 9.696.000

EE

EUR 1.266.000

CY

EUR 1.871.100

LV

EUR 1.686.000

LT

EUR 3.543.000

HU

EUR 16.980.000

MT

EUR 474.000

PL

EUR 44.895.000

SI

EUR3.018.000

SK

EUR 4.566.000

Bijlage 2

Cumulatief bedrag per lidstaat voor de visserijsector, over een periode van drie jaar

BE

EUR 1.368.900

DK

EUR 6.341.400

DE

EUR 7.287.000

EL

EUR 2.036.370

ES

EUR 15.272.100

FR

EUR 11.073.300

IE

EUR 1.944.000

IT

EUR 9.413.400

LU

EUR 0

NL

EUR 3.548.100

AT

EUR 114.000

PT

EUR 2.703.300

FI

EUR 460.200

SE

EUR 1.557.900

UK

EUR 12.651.900

CZ

EUR 169.200

EE

EUR 407.400

CY

EUR 123.000

LV

EUR 510.300

LT

EUR 906.000

HU

EUR 144.180

MT

EUR 21.000

PL

EUR 1.652.100

SI

EUR 21.900

SK

EUR 86.100