Gemeente Den Haag

oktober 2004
Immigranten blijven naar Den Haag komen (5 oktober)

De instroom van mensen met een niet-Nederlandse etniciteit naar Den Haag gaat de komende jaren gewoon door. In de periode 1998-2003 zijn er 38.000 mensen (jong en oud) met een niet-Nederlandse nationaliteit naar Den Haag gekomen, waarvan 70% (gemiddeld 4.400 per jaar) van niet-westerse afkomst. Die instroom gaat ook de komende jaren door. Prognoses op dit terrein moeten met de nodige voorzichtigheid gepresenteerd worden omdat nationale en internationale ontwikkelingen snel tot wijziging kunnen leiden (omvang arbeidsmigratie, brandhaarden in de wereld en opvattingen onder jongeren over gezinsvorming en
-hereniging).
Het College van B&W constateert dat de grote stad een belangrijke 'sociale liftfunctie' heeft, ook voor de komende jaren. Het College baseert zich hierbij op het onderzoek "Internationale migratie naar Den Haag in perspectief" van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de gemeente.

In dit onderzoek wordt de instroom van niet-westerse immigranten naar Den Haag geanalyseerd. Er worden drie prognoses geschetst voor de komende vijf jaar. Den Haag kan dan rekenen op een instroom van niet-westerse immigranten van tussen de 3.260 en 4.710 personen per jaar. De prognoses zijn gebaseerd op de migratieontwikkelingen in de afgelopen jaren in Den Haag, de huidige bevolkingssamenstelling naar etniciteit en de landelijke CBS-prognoses doorgerekend voor Den Haag. Volgens het CBS zal de landelijke instroom van migranten in de komende zeven jaar gemiddeld op hetzelfde niveau blijven als in 2003. Mogelijk ontstaat er eerst een daling door de strengere inburgeringeisen, waarna de stroom op langere termijn weer zal stijgen naar het huidige of een enigszins hoger niveau.

De nieuwe Hagenaars
Voor de niet-westerse immigranten geldt dat zij relatief jong zijn (ongeveer 30% is jonger dan 17 jaar, 70-80% is jonger dan 35 jaar) en een laag opleidingsniveau hebben. Dit laatste geldt met name voor de gezinsvormers en -herenigers uit Turkije en Marokko en hierbinnen het meest voor vrouwen. Vluchtelingen hebben gemiddeld een hoger opleidingsniveau. De man-vrouw-verhouding onder de Haagse immigranten is 50-50%. De helft van de niet-westerse immigranten komt (in volgorde van omvang) uit de Antillen, Turkije, Suriname en Marokko. De andere helft vooral uit landen als Irak, China, Nigeria, Colombia, Egypte en Oost-Europa (waaronder Polen).
Het aantal vluchtelingen/asielzoekers neemt de afgelopen jaren sterk af. Inmiddels ligt bij de inburgeringplichtigen het aandeel gezinsvormers en -herenigers op 90%.
De komende vijf jaar blijft de helft van de nieuwe niet-westerse immigranten uit de genoemde vier landen komen, waarbij een verschuiving in de omvang optreedt. Naar omvang: Turkije, Antillen, Marokko en Suriname. De groei van het aantal Turkse en Marokkaanse immigranten heeft te maken met het grote aantal jonge Turkse en Marokkaanse Hagenaars in de stad. Tot op heden halen zij voor driekwart hun partner uit het land van herkomst.

Hoewel het aantal vluchtelingen naar verwachting zal dalen, leidt dit niet direct tot een afname van de instroom van de overige niet-westerse immigranten; ook hier is sprake van gezinsmigratie. Naar verwachting zal de arbeidsmigratie de komende jaren, mede vanwege de toenemende vergrijzing, verder toenemen.

Pierre Heijnen, wethouder van integratie: "De opvang van al die nieuwe Hagenaars in de afgelopen jaren is over het algemeen goed verlopen. Dat is een compliment waard aan alle nieuwe Hagenaars, maar zeker ook aan alle Hagenaars die deze immigranten in onze stad hebben opgevangen. Het gaat de afgelopen vijf jaar maar liefst om meer dan 38.000 mensen, waarvan zo'n 26.500 van niet-westerse afkomst die een plek hebben veroverd in de Haagse samenleving. De grote stad vervult een belangrijke 'sociale liftfunctie', ook voor de komende jaren".

De gemeente Den Haag werkt momenteel ook aan een onderzoek naar de uitstroom van migranten uit Den Haag.