Beleidsagenda
BELEIDSAGENDA
AGENDA
BIJLAGEN
Medische Biotechnologie
Beleidsvoornemens 2004-2007
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Document3 30-09-2004 17:03 Pagina 1
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 1
eleidsagenda
LEIDSAGENDA
AGENDA
JLAGEN
Medische Biotechnologie
Beleidsvoornemens 2004-2007
Den Haag, oktober 2004
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 2
Samenvattend overzicht van VWS-acties op het
gebied van de medische biotechnologie in de
periode 2004-2007
ACTIE 1 Hogere subsidie voor het ERFO-centrum voor het informeren van burgers over erfelijke aangelegenheden.
ACTIE 2 Financiële stimulering voor de ontwikkeling van het ERFO-centrum tot informatieverstrekker medische bio-
technologie.
ACTIE 3 Werkafspraken tussen VWS en ERFO-centrum over uit te voeren acties en rapportages.
ACTIE 4 Evaluatie door VWS van het geleverde werk door ERFO-centrum met het oog op de besluitvorming over
financiering na 2007.
ACTIE 5 VWS en OCW stellen onderwijspakketten beschikbaar op het gebied van de medische biotechnologie en genetica.
ACTIE 6 VWS vraagt de opleidingscolleges van huisartsen en medisch specialisten en verloskunde om (meer) aandacht te
besteden aan medische biotechnologie.
ACTIE 7 VWS vraagt huisartsen, medisch specialisten, verloskundigen, industrie, patiëntenorganisaties gezamenlijke
initiatieven te ontwikkelen voor bij- en nascholingscursussen.
ACTIE 8 Steviger coördinatierol van VWS op het screeningsbeleid.
ACTIE 9 De wijziging van de WBO is in de loop van 2004 in grote lijnen vastgesteld.
ACTIE 10 Op het advies van de Gezondheidsraad mogelijkheden en wenselijkheid van het verruimen van het huidige pro-
gramma neonatale genetische screening en de gevolgen daarvan voor de organisatie van de zorg verschijnt een
kabinetsstandpunt.
ACTIE 11 Uitvoeren van het plan van aanpak van ZonMw voor translationeel onderzoek (van proef naar praktijk) genthera-
pie over de periode 2004-2013.
ACTIE 12 VWS stelt met betrokken ministeries een Europese agenda medische biotechnologie op.
ACTIE 13 De Gezondheidsraad levert op verzoek van VWS early warning en horizon scanning systeem dat nieuwe ontwik-
kelingen en hun effecten op de zorg aangeeft.
ACTIE 14 VWS inventariseert de maatschappelijke vraag naar medische biotechnologie en hoe onderzoek op dat terrein
georganiseerd is.
ACTIE 15 VWS inventariseert hoe publieke, private onderzoeksinstellingen, patiënten- en consumentenorganisaties en
zorginstellingen nauwer kunnen samenwerken.
ACTIE 16 Er wordt een koppeling gemaakt tussen innovatief biotechnologisch onderzoek en de maatschappelijke vraag
naar dergelijk onderzoek.
ACTIE 17 Op basis van de vorige acties wordt een nationaal, breed gedragen onderzoeksagenda op het gebied van de
medische biotechnologie opgesteld.
ACTIE 18 De vergunningsprocedures rond gentherapieonderzoek worden beter op elkaar afgestemd.
ACTIE 19 Het voorstel voor de Wet zeggenschap lichaamsmateriaal (WZL) wordt naar de Tweede Kamer gestuurd met
inwerkingtreding eerste helft 2007.
ACTIE 20 Vanaf 2007 zullen betrokken veldpartijen als gevolg van de inwerkingtreding van de WZL gedragscodes moeten
maken.
ACTIE 21 Een interdepartementale werkgroep bekijkt de mogelijkheden voor administratieve lastenverlichting waarvoor de
wet- en regelgeving aangepast moet worden.
ACTIE 22 Via een ministerieel besluit maatregelen nemen om kwaliteits- en veiligheidseisen voor bewerkt lichaams-
materiaal te waarborgen.
ACTIE 23 VWS houdt zich actief bezig met de totstandkoming van de EU-Verordening voor tissue engineered products.
ACTIE 24 Er wordt een beslissing genomen over voortzetting van het stimuleren van de innovatie en toegankelijkheid van
weesgeneesmiddelen.
ACTIE 25 Het Forum Biotechnologie en Genetica beziet jaarlijks met EZ, OCW, industrie, zorgverleners, verzekeraars en
patiënten/consumentenorganisaties welke algemene of specifieke knelpunten er zijn voor de toegankelijkheid
van nieuwe medische biotechnologische producten en hoe deze op te lossen.
ACTIE 26 Verbetering van de werking van de Wet medische keuringen (WMK) voor het nader invullen van een klachtenregeling.
ACTIE 27 Het Forum Biotechnologie en Genetica krijgt een grotere rol bij kennisuitwisseling en (interactieve) beleids-
ontwikkeling.
ACTIE 28 Na evaluatie wordt besloten of de Bilderbergconferenties worden voortgezet.
ACTIE 29 VWS organiseert jaarlijks interactieve processen over dilemma's en knelpunten op het gebied van de medische
biotechnologie.
ACTIE 30 VWS communiceert het eigen beleid op een heldere wijze naar de samenleving via een website.
ACTIE 31 De interdepartementale werkgroep Communicatie en Voorlichting draagt zorg voor een transparante overheid
die spreekt met één mond.
ACTIE 32 Het uitgezette beleid zal regelmatig worden geëvalueerd.
ACTIE 33 Aparte bedragen zijn beschikbaar voor de evaluatie van het functioneren van het ERFO-centrum en voor de les-
pakketten voor basis- en middelbaar onderwijs.
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 3
Inhoud
Voorwoord 5
1 Inleiding 6
2 Burger: patiënt, consument 10
a ERFO-centrum: informatiebron voor de burger op het gehele terrein 12
van de medische biotechnologie
Acties 1 t/m 4 12
b Meer aandacht voor medische biotechnologie & genetica in het onderwijs 13
Actie 5 13
3 Zorgverlener 14
Acties 6, 7 16
4 Genetische screening 17
Acties 8 t/m 10 21
5 Onderzoek, innovatie en toegankelijkheid 22
a Actief reageren op nieuwe ontwikkelingen in de medische biotechnologie 24
Acties 11 t/m 13 24
b Onderzoek meer sturen op `maatschappelijke vraag' 25
Acties 14 t/m 17 25
c Minder bureaucratie bij aanvraag voor gentherapieonderzoek 26
Actie 18 26
d Wet zeggenschap lichaamsmateriaal 27
Acties 19, 20 27
e Bestaande wet- en regelgeving doorlichten 28
Actie 21 28
f Veiligheids- en kwaliteitswetgeving maken voor bewerkt lichaamsmateriaal 28
Acties 22, 23 28
3 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 4
g Toegankelijkheid van de zorg 29
Acties 24 t/m 26 29
6 Overheid: duidelijk en goed communiceren over het eigen 30
beleid en kennis uitwisselen
a Uitwisselen van kennis tussen overheid en veld over medische biotechnologie 30
Acties 27 t/m 29 30
b Communiceren over het VWS-beleid 31
Actie 30 31
c Communiceren over het interdepartementale beleid 31
Actie 31 31
d Evaluatie van beleid 32
Acties 32, 33 32
Bijlage 1 Deelnemers open beleidsproces medische biotechnologie 34
Bijlage 2 Woordenlijst medische biotechnologie 40
4 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 5
Voorwoord
Medische biotechnologie: kansen optimaal benutten
De Agenda Medische Biotechnologie 2004 van het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport die u hier in handen heeft is niet alleen de verdienste van het ministerie.
Deze agenda is het resultaat van nauw overleg met vertegenwoordigers van industrie,
wetenschap, maatschappelijke organisaties, andere overheden en met zorgverleners,
patiënten en burgers.
Het bijzondere van deze agenda is dat we hierover van meet af aan met deze betrokkenen in
gesprek zijn geweest. Met onder andere interviews en workshops heeft VWS een goed beeld
gekregen van de maatschappelijke knelpunten op het gebied van de medische biotechnologie
en hoe we die het beste kunnen oplossen. Het resultaat daarvan is verwerkt in de agenda.
Ik dank ook de deelnemers aan dit proces voor het uiteindelijk behaalde resultaat!
VWS kan niet alléén ervoor zorgen dat de kansen van medische biotechnologie
optimaal worden benut. Daar hebben we u bij nodig. Doet u mee om van de uitvoering
van ons beleid voor medische biotechnologie een succes te maken?
Dat is nodig om straks tevreden terug te kunnen kijken op de bereikte resultaten.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
MEDISCHE BIOTECHNOLOGIE
Biowetenschappen (life-sciences) hebben de afgelopen jaren aanzienlijke ontwikkelingen doorgemaakt
zoals het in kaart brengen van het genoom en van eiwitproducten van genen bij mensen, dieren, planten en
micro-organismen. We weten steeds meer over het menselijk genoom, de relatie met aandoeningen en de
kennis om die aandoening te behandelen breidt zich razendsnel uit. Biotechnologie richt op het ontwikkelen
van producten en processen met organismen of bestanddelen hiervan. Met biotechnologie bedoelen we de
innovatieve technieken en processen:
· Waarmee we vormen van biologisch leven kunnen analyseren
· Die we kunnen gebruiken voor de ontwikkeling van producten en productieprocessen
Moleculaire biologie biedt moderne technieken die variëren van technieken om meer van hetzelfde te
maken (kloneren) tot technieken om genetische informatie te verzamelen en genetisch materiaal te
veranderen (genetische modificatie). Als we spreken over medische biotechnologie gaat het om producten
voor medische toepassing. Dé medische biotechnologie bestaat niet, omdat het een verzameling is van
diverse technologieën in verschillende stadia van ontwikkeling. Van insuline die al jaren op biotechno-
logische wijze worden geproduceerd en breed is geaccepteerd, tot min of meer experimentele techno-
logieën om weefsels en organen te regenereren.
5 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 6
1 Inleiding
Algemeen
Deze agenda gaat over medische biotechnologie. Dit onderdeel van de bioweten-
schappen is gericht op de gezondheidszorg: het maken van producten voor diagnostiek
en behandeling van patiënten.
De huidige toepassingen op het gebied van de medische biotechnologie richten zich
vooral op diagnostiek en nog in mindere mate op behandeling. De verwachting is dat
omvang en reikwijdte van genetische diagnostiek en screening zeer sterk zullen
toenemen.
Voor het behandelen met geneesmiddelen en vaccins bestaan al veel biotechnologische
producten, maar ook daar verwachten we veel nieuwe toepassingen. Terreinen in
opkomst zijn onder meer gentherapie, behandeling met stamcellen, tissue engineering
en farmacogenomics. Meestal gaat het nog maar om wetenschappelijk onderzoek en is
reguliere klinische toepassing pas over enige jaren of nog later mogelijk.
De medische biotechnologie kent kansen, risico's en knelpunten. Om die ontwikkelingen
goed in kaart te brengen startte VWS in februari 2002 het project "biotechnologie als
open beleidsproces". Hierin is intensief met het veld gesproken over knelpunten en
mogelijke oplossingen. Deze aanpak biedt juist op een terrein dat zich zo snel ontwikkelt
en waarbij veel partijen betrokken zijn, goede kansen om het beleid beter aan te laten
sluiten bij de werkelijke problemen en zorgt zo ook voor meer draagvlak. Het uiteindelijke
resultaat is deze integrale agenda van VWS op het gebied van de medische biotechnologie.
Kader agenda: kansen optimaal benutten binnen randvoorwaarden
De uitgangspunten van het VWS-beleid voor de medische biotechnologie liggen vast
in twee eerdere nota's: de `Integrale Nota Biotechnologie' en de `Nota toepassing van
genetica in de gezondheidszorg'1. VWS wil de kansen van medische biotechnologie
optimaal benutten maar stelt daarbij als randvoorwaarden: waarborgen voor veiligheid
en kwaliteit, openheid in de besluitvorming, ethische aanvaardbaarheid en de burger
moet kunnen kiezen.
1 Integrale Nota Biotechnologie, Kamerstuk 2000-2001 27428, nr. 2
Nota Toepassing Genetica in de Gezondheidszorg, Kamerstuk 2000-2001 27543, nr. 2
6 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 7
De DNA-structuur, een kunstzinnige expressie. (Foto: Hollandse Hoogte)
Het toepassen van medische biotechnologie is van groot belang voor het verder
verbeteren van de kwaliteit en effectiviteit van de gezondheidszorg en daarmee de
gezondheid en het welzijn van de burger. Daarom wil VWS de kansen van deze techno-
logie voor gezondheid en gezondheidszorg benutten waar dit kan. Maar dat gaat niet
vanzelf. Om dit mogelijk te maken zet VWS zich ervoor in dat:
· De burger (patiënt of consument) betrouwbare en begrijpelijke informatie kan krijgen
zodat hij weloverwogen beslissingen kan nemen over zijn gezondheid en zijn behoefte
aan gezondheidszorg.
7 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 8
· De zorgverlener deskundig en vaardig is om op basis van de laatste stand van de
wetenschap de patiënt goed te informeren, te behandelen en te begeleiden.
· Nieuwe kennis wordt gebruikt in veilige biotechnologische toepassingen die iets
extra's betekenen voor de burger en voor de samenleving ethisch aanvaardbaar zijn.
· Nieuwe toepassingen toegankelijk en betaalbaar zijn.
· Het overheidsbeleid evenwichtig, actueel en inzichtelijk is.
VWS wil dit bereiken door deze randvoorwaarden mogelijk te maken en te stimuleren.
Dat kan VWS niet alleen. Daar moeten andere departementen en de betrokken veld-
partijen ook aan meewerken. De agenda geeft aan op welke terreinen VWS het initiatief
neemt, waar wij samen met anderen optrekken, maar ook op welke terreinen VWS juist
van anderen verwacht dat zij de kar trekken. Uitgangspunt is dat iedere partij zijn eigen
verantwoordelijkheid neemt. Deze agenda presenteert onze concrete beleidsvoornemens
op hoofdlijnen.
Het benutten van kansen staat in het VWS-beleid voorop. Dit laat onverlet dat wij alert
blijven op de ethische aanvaardbaarheid en maatschappelijke gevolgen. Deze agenda gaat
daar niet zo uitdrukkelijk op in omdat discussies in het verleden over tal van onderwerpen
in de medische biotechnologie, met name op het terrein van de genetica, al tot acties
hebben geleid. Zo is er wet- en regelgeving gekomen, zijn medisch-ethische commissies
ingesteld en is het Centrum voor Ethiek en Gezondheid opgericht. Centraal in deze agenda
staat nu om met de resultaten aan de slag te gaan. Thema's waarover die ethische
discussie nog niet is afgerond of nog moet beginnen, stellen wij uiteraard wel aan de orde.
Deze agenda gaat over de randvoorwaarden en de hoofdlijnen. De meeste ethische en
maatschappelijke aspecten van nieuwe technologische mogelijkheden komen pas in
concrete uitwerking van beleid aan de orde. Dan zal de discussie over die aspecten vaak
ook worden gevoerd.
Medische biotechnologie: algemeen èn bijzonder
Medische biotechnologie is een bijzondere maar tegelijk ook een gewone technologie.
Het gewone zorgt ervoor dat het algemene beleid van VWS van toepassing is. Dit houdt
onder meer in: nadruk op goed informeren van de patiënt, deskundigheid van de zorg-
verlener, het stimuleren van verantwoorde innovatie en waken over de toegankelijkheid
van de zorg.
Aan de andere kant kent medische biotechnologie bijzondere aspecten waarvoor specifiek
beleid nodig is. Een goed voorbeeld daarvan vormen de snelle ontwikkelingen op het
gebied van genetische screening en diagnostiek. Hiermee kan vaker en met meer zeker-
heid de kans vastgesteld worden op een bepaalde aandoening die nog niet (goed) te
8 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 9
behandelen is. Dit stelt bijzondere eisen aan het omgaan van de zorgverlener met de
patiënt, maar ook aan de kennis van de burger.
Strategische doelstellingen en acties
Deze agenda gaat over de volgende onderwerpen:
· Positie burger
· Zorgverlener
· Screeningsbeleid
· Onderzoek, innovatie en toegankelijkheid
· Rol overheid
In de volgende hoofdstukken staan voor elk gebied een korte analyse van de
problematiek en de voorgenomen acties van VWS beschreven.
TERMEN
Gentherapie: Gentherapie is een behandeling waarbij in lichaamscellen wijzigingen worden aangebracht in
het erfelijke materiaal. Op die manier kunnen we misschien de negatieve effecten van sommige erfelijke
aandoeningen beperken of bepaalde vormen van kanker genezen door het ontspoorde immuunsysteem te
herstellen. Gentherapie is nog steeds experimenteel en kan nog niet standaard in ziekenhuisbehandelingen
worden toegepast. Wel wordt al geruime tijd wetenschappelijk onderzoek bij patiënten gedaan naar de vei-
ligheid en werkzaamheid van enkele toepassingen.
Stamcellen: cellen die langdurig het vermogen hebben zich te vermeerderen én in staat zijn uit te groeien
tot meer dan één type gedifferentieerde cel (bijvoorbeeld zenuw- hart- en huidcellen). We kennen embryo-
nale stamcellen (afkomstig uit een pre-implantatie embryo) en somatische stamcellen (afkomstig uit foetus-
sen of personen).
Tissue-engineering: bestanddelen van het menselijk lichaam (weefsels en organen), geslachtscellen of foe-
taal weefsel dat een bepaalde technische bewerking ondergaat, en dat niet alleen gericht is op het bewa-
ren ondergaat, noemen we tissue-engineering, in het Nederlands bewerkt lichaamsmateriaal.
Farmacogenomics: het verhogen van de effectiviteit en/of veiligheid van geneesmiddelen door inzicht voor-
af in de (genetisch bepaalde) kans dat het middel zal werken en/of bijwerkingen veroorzaken.
9 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 10
2 Burger: patiënt, consument
De keuzevrijheid van de burger staat voorop. Dit is ook een belangrijk uitgangspunt
van het algemene VWS-beleid. Om goed te kunnen kiezen moet de burger over betrouwbare en
begrijpelijke informatie beschikken. Daarmee is hij of zij goed in staat met de zorgverlener over
zijn aandoening te spreken en over de verschillende behandelmogelijkheden. Met de eigen (elders
verkregen) kennis én de uitleg van de goed opgeleide zorgverlener kan de burger uiteindelijk goed
afwegen welke behandeling in zijn specifieke situatie de beste is.
Huidige VWS-beleid
VWS wil dat de burger kan beschikken over betrouwbare en begrijpelijke informatie.
De vraag van de burger zelf staat hierbij centraal.
VWS heeft hiervoor een aantal algemene en specifieke acties in gang gezet:
· Binnen twee jaar is er voor burgers een `drempelloos' centraal punt (portaalorganisatie)
waar een breed publiek de belangrijkste informatie op het terrein van gezondheid en
gezondheidszorg kan vinden. Het portaal werkt vraaggericht en heeft vooral informatie
voor de burger om hem of haar bij keuzes te helpen. Het portaal bestaat uit een web-
site, vanaf 2006 is er ook een telefoonnummer én zal gebruik worden gemaakt van
bestaande inlooploketten bij gemeenten en bibliotheken.
· Subsidie aan het ERFO-centrum voor onder meer het verstrekken van informatie over
erfelijke en aangeboren aandoeningen aan het algemene publiek, directbetrokkenen en
aan groepen in de samenleving met een risico op een erfelijke aandoening. Het ERFO-
centrum is een landelijk centrum voor iedereen die vragen heeft of informatie zoekt
over erfelijkheid in relatie tot gezondheid en samenleving. De website is te vinden
onder www.erfelijkheid.nl.
Nieuw beleid voor medische biotechnologie
Bovengenoemde acties zijn om een aantal redenen niet genoeg om de burger
voldoende, toegankelijke informatie te bieden over medische biotechnologie.
· Het ERFO-centrum heeft nu onvoldoende geld om relevante bijzondere doelgroepen te
bereiken. Vooral de allochtone groeperingen schieten erbij in.
· Het ERFO-centrum richt zich vooral op informatie over aangeboren en erfelijke
afwijkingen (de toepassing van genetica). Zij geeft geen informatie over
ontwikkelingen op andere terreinen van de medische biotechnologie.
· De jeugd krijgt onvoldoende informatie over en is onvoldoende voorbereid op de
huidige mogelijkheden en de te verwachten nieuwe ontwikkelingen op dit terrein.
10 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 11
De samenleving, multicultureel, multi opvattingen en meningen. (Foto: Hollandse Hoogte)
11 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 12
Daarom wil VWS dat het ERFO-centrum zich ontwikkelt tot een informatiebron voor de
burger op het gehele terrein van de medische biotechnologie. Daarnaast moet er meer
aandacht komen voor medische biotechnologie en genetica in het basis- en voortgezet
onderwijs. We gaan dit de komende jaren stimuleren.
A ERFO-CENTRUM: INFORMATIEBRON VOOR BURGER OP HET GEHELE TERREIN
VAN DE MEDISCHE BIOTECHNOLOGIE
Het ERFO-centrum kan niet alle burgers op dit moment goed helpen met hun vraag over erfelijke
aangelegenheden. Het evaluatieonderzoek uit 2002 toont dit ook aan.
ACTIE 1 Het ERFO-centrum krijgt de opdracht om meer doelgroepgerichte informatie te maken en te verstrek-
ken over erfelijke aangelegenheden. De jaarlijkse instellingssubsidie voor het informeren van burgers
over erfelijke aangelegenheden gaat voor de periode 2005 tot en met 2007 omhoog.
De burger kan voor andere (algemene) vragen op het gebied van de medische biotechnologie (over
geneesmiddelen, gentherapie, kloneren en dergelijke) nu niet op één informatiepunt terecht. De media
en het internet geven weliswaar veel informatie, maar die is niet altijd voldoende begrijpelijk of
betrouwbaar.
ACTIE 2 Het ERFO-centrum krijgt de opdracht om (doelgroepgerichte) informatie te maken en te verstrekken op
het gehele terrein van de medische biotechnologie, de informatiebehoefte van burgers over medische
biotechnologie in de gaten te houden en haar informatieverstrekking regelmatig op de informatie-
behoefte van de burger aan te passen. Het ontvangt daarvoor in de periode 2004 tot en met 2007 boven
de instellingssubsidie jaarlijks een extra bedrag van VWS.
RESULTAAT In 2006 moet blijken dat het ERFO-centrum op het gebied van de medische biotechnologie een centrale,
toegankelijke en betrouwbare informatiebron voor de burger is geworden.
De beide extra subsidies aan het ERFO-centrum zijn een stimulans voor het (verder) ontwikkelen van
deze informatievoorziening voor burgers en vormen de basis voor een structurele aanpak na 2007. Het
ERFO-centrum moet in 2005 een plan van aanpak presenteren hoe het na 2007 structureel in zijn eigen
inkomsten gaat voorzien. Daarbij kunnen diverse partijen, zoals patiëntengroeperingen, zorginstellin-
gen, verzekeraars en overheid, worden betrokken.
ACTIE 3 VWS maakt in 2005 op basis van bovengenoemd plan van aanpak afspraken met het ERFO-centrum
over de te nemen acties en het rapporteren over de resultaten daarvan.
12 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 13
ACTIE 4 Begin 2007 vindt een evaluatie plaats met het oog op de besluitvorming over financiering van het ERFO-
centrum na 2007.
RESULTAAT In 2007 wordt in overleg met het ERFO-centrum en andere betrokken partijen besloten op welke wijze
het centrum verder gaat functioneren en wordt gefinancierd.
B MEER AANDACHT VOOR MEDISCHE BIOTECHNOLOGIE &
GENETICA IN ONDERWIJS
De informatie die kinderen op school krijgen over medische biotechnologie en genetica wisselt nogal.
Toch is kennis voor alle kinderen in basis- en voortgezet onderwijs over dit onderwerp belangrijk om
informatie over medische biotechnologie beter te begrijpen wanneer zij hiermee later in de persoon-
lijke sfeer te maken krijgen. Dit bevordert dan het maken van weloverwogen keuzes. Daarnaast draagt
deze kennis bij aan een open houding tegenover en actieve interesse in nieuwe technologie en kan
daarmee de kinderen helpen bij het maken van keuzes voor opleiding en beroep.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is als eerste verantwoordelijk voor het onderwijs-
pakket. VWS zal het tot stand brengen, beschikbaar stellen en gebruiken van lespakketten over
medische biotechnologie stimuleren. Dit is belangrijk voor de uiteindelijke keuzevrijheid van de burger
en het creëren van een open houding tegenover medische biotechnologie in het algemeen.
ACTIE 5 Begin 2005 zal VWS samen met OCW onderwijspakketten beschikbaar stellen (zonodig laten ontwik-
kelen) op het gebied van de medische biotechnologie en genetica. VWS stimuleert dat die lespakketten
in de schooljaren 2005-2006 en 2006-2007 worden gebruikt in basis- en voortgezet onderwijs. In najaar
2007 evalueert VWS samen met OCW de resultaten ervan.
RESULTAAT Medio 2005 zijn er goede onderwijspakketten over medische biotechnologie en genetica beschikbaar
voor gebruik in het basis- en voortgezet onderwijs in de schooljaren 2005-2006 en 2006-2007.
VWS stimuleert het gebruik ervan.
De evaluatie in het najaar van 2007 geeft antwoord op de volgende vragen:
· Hoeveel scholen hebben de lespakketten gebruikt?
· Hebben deze lespakketten geholpen om de jonge burger op school evenwichtig te informeren zodat
hij zich meer bewust is van de huidige mogelijkheden en binnenkort te verwachten ontwikkelingen op
het terrein van de medische biotechnologie en genetica.
13 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 14
3 Zorgverlener
De begrippen `preventie'en `zorg' krijgen met het verder ontwikkelen en toepassen van
medische biotechnologie een andere invulling. Een snelle groei van mogelijkheden vooral op het
terrein van genetische diagnostiek en screening heeft verstrekkende gevolgen voor patiënt en zorg-
verlener en stelt nieuwe eisen aan de zorgverlener. De patiënt moet samen met zijn zorgverlener
een overzicht hebben van de beschikbare mogelijkheden en informatie zodat hij een weloverwogen
keuze kan maken voor zijn gezondheid en zijn behoefte aan gezondheidszorg. Dit levert in de
praktijk een belangrijk knelpunt op.
Medische biotechnologie is nu al een zaak van het gehele gezin (screening, vaccinatie, etc.).
(Foto: Beneluxpress / Zefa Nederland)
14 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 15
Het algemene beleid van VWS is dat beroepsgroepen, in het verlengde van hun
verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van hun handelen, primair verantwoordelijk zijn
voor de inhoud en kwaliteit van opleiding, bij- en nascholing en het doorgeven van
kennis en ervaring in de werksituatie. Op deze manier komen wetenschappelijke kennis,
ervaring en vaardigheden (verder) ten goede aan de patiëntenzorg. De opleidingseisen
moeten van deze tijd zijn en de zorgverlener moet de ontwikkelingen in zijn vak in de
volle breedte van het curriculum bijhouden. Dit geldt ook voor de ontwikkelingen op het
gebied van de medische biotechnologie.
Patiëntenverenigingen en de zorgverleners zelf hebben laten weten dat de kennis en
vaardigheden van de zorgverlener op het gebied van de medische biotechnologie te
wensen overlaat. Het gaat om de volgende punten:
· De zorgverlener (zoals huisartsen, medische specialisten en verloskundigen) weet
weinig over de (eventuele) hulpvraag van de patiënt/consument op het gebied van de
genetische diagnostiek en screening.
· De zorgverlener is communicatief vaak niet in staat tot goede genetische advisering
over onder meer risicoperceptie en dilemma's.
· De zorgverlener heeft vaak kennisachterstand. Om de patiënt bij vragen over genetica
goed te kunnen informeren moet hij het nodige weten over erfelijkheidspatronen, de
rol van genetische invloeden bij veel voorkomende aandoeningen, diagnostische en
therapeutische mogelijkheden, verwijsindicaties en verwijsmogelijkheden.
· De zorgverlener gebruikt de ervaringsdeskundigheid van patiënten te weinig.
· Het huidige systeem van na- en bijscholing van de zorgverlener is te vrijblijvend.
Grote groepen zorgverleners krijgen bedoelde scholing niet.
Dit betekent dat VWS in haar beleid tot 2007 het volgende gaat doen:
· Stimuleren dat zorgverleners meer weten over medische biotechnologie en hoe
daarover te communiceren.
· De zorgverleners zijn mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de opleiding en van
de kwaliteit en effectiviteit van (het systeem van) bij- en nascholing. VWS steunt hen
hierin en wil daarom zekerstellen dat in de opleiding en in de bij- en nascholing
voldoende aandacht is voor bovengenoemde (verbeter)punten.
15 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 16
ACTIE 6 VWS zal de opleidingscolleges voor huisartsgeneeskunde en medische specialismen en
aan de opleidingen voor verloskunde vragen om in de opleidingseisen (meer) aandacht te
besteden aan medische biotechnologie en de daarbij behorende communicatieve vaardigheden.
Deze organisaties worden tevens gevraagd om te rapporteren over de aanpassingen van de
opleidingseisen of curricula.
ACTIE 7 VWS zal de betreffende beroepsgroepen (huisartsen, medisch specialisten, verloskundigen), des-
kundige instanties betreffende biotechnologie (industrie, patiëntenorganisaties) uitnodigen gezamenlijk
initiatieven te ontwikkelen om bij- en nascholingscursussen te realiseren, te implementeren en te
onderhouden. Van de beroepsorganisaties wordt daarbij tevens verwacht, dat zij hun leden zullen
aanmoedigen gebruik te maken van dit cursusaanbod.
RESULTAAT Uit de rapportages van de opleidingsinstanties aan VWS blijkt dat de bovenbedoelde opleidings-
curricula adequaat zijn aangepast en de toekomstige beroepsbeoefenaren (verloskundigen, huisartsen
en betrokken medisch specialisten) geschoold worden op het gebied van de toepassing van genetica
in de gezondheidszorg, dat zij zicht hebben op hulpvragen van de patiënt ten aanzien van het gebied
van de genetische diagnostiek en screening, hun kennisniveau in voldoende mate de stand van de
wetenschap benadert en zij communicatief vaardig zijn geworden om bijvoorbeeld aan goede
genetische counseling (en risicocommunicatie) te kunnen doen en beter gebruik te maken van de
ervaringsdeskundigheid van patiënten.
In 2006 bestaat voor de zorgverlener een adequaat aanbod van bij- en nascholing op deze facetten.
16 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 17
4 Genetische screening
Van steeds meer aandoeningen kennen we de relatie met het menselijke genoom, ofwel
de genetische aanleg. Van veel erfelijke aandoeningen die het gevolg zijn van een verandering in
een gen (bijvoorbeeld taaislijmziekte), weten we welk gen dit betreft. Het wordt meer en meer
mogelijk aanleg voor een bepaalde aandoening of ziekte vast te stellen. Wanneer die aandoening te
voorkomen is (preventie) bijvoorbeeld bij erfelijke hypercholesterolemie, zal tenminste een deel
van de mensen die het betreft zich op aanleg voor die aandoeningen willen laten testen.
Het wordt de komende jaren technisch steeds gemakkelijker om groepen of wellicht
de gehele bevolking op aanleg voor één of meerdere aandoeningen te onderzoeken
(screenen). Het onderzoek met de hielprik is, technisch gezien, met twintig tot dertig
aandoeningen uit te breiden. Inmiddels heb ik de Gezondheidsraad advies gevraagd over
de wenselijkheid van het uitbreiden van de neonatale screening. De technische mogelijk-
heden voor brede genetische screening bij (de circa 200.000) pasgeborenen maar ook bij
(grote aantallen) volwassenen worden naar verwachting de komende tijd steeds groter.
Organisaties in 'het veld' verwachten dat het toepassen van genetica in de gezondheids-
zorg en vooral voorspellend genetisch onderzoek en genetische screening zo grootschalig
kan worden dat de organisatie van preventie en zorg erop aangepast moet worden. VWS
zal de besluitvorming over nieuwe screeningsprogramma's tijdig en actief coördineren en
betrokken partijen daarbij in samenhang een rol geven.
Het huidige beleid
· Het huidige VWS-beleid op het gebied van preventie staat in de nota Langer gezond
leven (31 oktober 2004, TK 22894, nr.20).
· De Wet bevolkingsonderzoek (WBO) wordt gewijzigd. Daarnaast wordt gewerkt aan
algemene uitgangspunten voor het screeningsbeleid (zowel genetische als niet-
genetische screeningen).
· Het kabinet heeft voorjaar 2004 een standpunt ingenomen op het tweede advies (2004)
van de Gezondheidsraad over prenatale screening. Dit standpunt en de uitkomsten
van recent overleg met de Kamer (juni 2004) worden betrokken bij toekomstige
besluiten over andere vormen van screening.
17 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 18
Genetische diagnostiek. (Foto: Beneluxpress / Zefa Nederalnd)
GENETISCHE DIAGNOSTIEK
Genetische diagnostiek stelt ons in staat genetische aanleg en aandoeningen met een genetische compo-
nent (vroeg) vast te stellen, zodat op basis daarvan effectiever kan worden gehandeld.
VÓÓR EN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP
Alle aanstaande ouders vragen zich wel eens af of hun baby gezond zal zijn. Gelukkig worden de meeste
kinderen gezond geboren, maar ongeveer vier procent van de kinderen heeft bij de geboorte een erfelijke
aandoening of aangeboren afwijking. Soms kan al vóór of tijdens de zwangerschap onderzoek naar
erfelijke aandoeningen of aangeboren afwijkingen plaatsvinden. Het onderzoek vóór de zwangerschap
wordt preconceptioneel onderzoek genoemd. Het kan bijvoorbeeld gaan om onderzoek naar taaislijm-
ziekte of spierdystrofie.
18 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 19
Het onderzoek tijdens de zwangerschap wordt prenatale diagnostiek of prenataal onderzoek genoemd (pre-
nataal betekent vóór de geboorte). Bij dit onderzoek wordt uitgevoerd als er een erfelijke aandoening in de
familie voorkomt. Het kan bijvoorbeeld gaan om de ziekte van Huntington, om ernstige stofwisselingsziekten
die leiden tot verstandelijke handicaps, om spierziekten of ziekten die leiden tot afwijkingen aan het skelet.
Inmiddels is het ook mogelijk om bepaalde erfelijke aandoeningen bij nakomelingen te voorkomen door
een combinatie van reageerbuisbevruchting (in-vitrofertilisatie) en erfelijkheidsonderzoek. Dit onderzoek
noemt men pre-implantatie genetische diagnostiek. Bij dit onderzoek worden embryo's die via in-vitrofer-
tilisatie tot stand zijn gebracht onderzocht op de gevreesde aandoening. Alleen embryo's die de aandoe-
ning niet hebben worden teruggeplaatst in de baarmoeder.
ONDERZOEK OP AANLEG
Lang voordat een erfelijke ziekte tot uiting komt kan momenteel voor tal van aandoeningen genetisch
onderzoek op erfelijke aanleg plaatsvinden. We spreken hier van voorspellend genetisch onderzoek. Het
resultaat van zo'n onderzoek is inzicht in de kans dat de onderzochte persoon de ziekte daadwerkelijk
krijgt. Op basis van dat inzicht kan worden besloten welke preventieve maatregelen moeten worden
genomen.
BIJ AL AANWEZIGE ZIEKTEVERSCHIJNSELEN
Dit kan gaan om genetisch onderzoek:
a Alleen voor diagnostiek, bijvoorbeeld bij vermoeden van de (vooralsnog onbehandelbare) ziekte van
Huntington.
b Voor de behandeling van sommige erfelijk bepaalde ziekten, zoals bepaalde vormen van kanker,
(hemofilie (bloedersziekte), erfelijke stofwisselingsziekten, afwijkingen in de rode bloedcellen en
taaislijmziekte.
c Bij aandoeningen die het gevolg zijn van later in het leven ontstane genetische mutaties door de
inwerking van stoffen, straling e.d.; het onderzoek kan informatie opleveren ten behoeve van de
behandeling van de aandoening en over de schadelijke werking van de stoffen zodat preventie kan
worden ontwikkeld.
d Voor de identificatie van bacteriën en virussen die bij bepaalde ziekten een rol spelen om zo de juiste
medicatie te kunnen vaststellen.
Dankzij deze onderzoeken kunnen zorgverleners bij de behandeling steeds meer rekening houden met
genetische kenmerken van patiënten en van ziekteverwekkers. Dat maakt `behandeling meer op maat'
mogelijk. Deze ontwikkelingen, die voorlopig het meest in het oog zullen springen op het gebied van
medicatie, bieden kansen voor meer effectieve behandelingsmogelijkheden en verbetering van de
kwaliteit van de zorg.
19 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 20
ANDERE TOEPASSINGSMOGELIJKHEDEN
Bovenstaande onderzoeken vinden plaats "op indicatie", dat wil zeggen als zorg-
verleners vinden dat er aanleiding voor is.
In bepaalde gevallen kan er reden zijn onderzoek aan mensen aan te bieden.
Dit onderzoek op basis van aanbod gebeurt bij:
a Genetische screening
De mogelijkheden hiervoor in Nederland zijn nog beperkt maar de technische
mogelijkheden nemen snel toe. Op dit moment worden pasgeborenen gescreend op
aandoeningen die zonder behandeling kunnen leiden tot ernstige en lichamelijk en
geestelijke ontwikkelingsstoornissen. Het betreft phenylketonurie (afwijking in de
stofwisseling waarbij zich giftige stoffen ophopen), hypothyroïdie (afwijking waarbij
de schildklier onvoldoende werkt) en adrenogenitaal syndroom (afwijking van de
bijnier waarbij de hormoonproductie verstoord is). Volwassenen kunnen worden
gescreend op familiaire hypercholesterolemie (aandoening waarbij het cholesterol
gehalte zo hoog is dat er groot risico ontstaat op hart- en vaatziekten) en hemo-
chromatose (aandoening waarbij te veel ijzer wordt opgenomen waardoor onder
andere leverfunctiestoornissen, suikerziekte en veelvuldige infecties kunnen ont-
staan).
b Screening tijdens de zwangerschap bijvoorbeeld op Down syndroom en neurale
buisdefecten.
c Routinematige genetische screening tijdens in-vitrofertilisatiebehandelingen waar-
bij de embryo's vóór terugplaatsing in de baarmoeder op chromosoomafwijkingen
worden gecontroleerd. In Nederland vindt dit nog slechts plaats in enkele weten-
schappelijk studies.
ZELFONDERZOEK DOOR DOE-HET-ZELF-TESTEN
Er zijn verschillende doe-het-zelf-testen beschikbaar, bijvoorbeeld via internet.
De mogelijkheden hiervoor zijn nog beperkt. Voorbeeld: testen voor taaislijmziekte.
20 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 21
VWS kiest voor het beleid van 2004-2007 de volgende actiepunten
· Meer samenhang brengen in het screeningsbeleid.
· Aanpassen van de Wet bevolkingsonderzoek (WBO).
· Meer zicht krijgen op de huidige mogelijkheden en betekenis van neonatale screening,
evenals de mogelijke gevolgen van toepassing voor de gezondheidszorg.
ACTIE 8 Steviger coördinatierol VWS.
Dat geldt voor de besluitvorming over nieuwe programma's, de afweging tussen nut en risico, de
kosten, de financiering, de ethische aspecten, het uitvoeren en de coördinatie van de uitvoering.
Betrokken partijen moeten een goede rol krijgen in het proces van besluitvorming. Dit gaat verder dan
genetische screening, het geldt voor het screeningsbeleid in brede zin.
ACTIE 9 De wijzigingen van de WBO zijn in de loop van 2004 in grote lijnen vastgesteld. Hierover wordt met het
veld gecommuniceerd, onder meer via het Forum biotechnologie en genetica (FBG). Daar is ook de
relatie WBO-WGBO aan de orde.
De wijzigingswet-WBO wordt naar verwachting in het voorjaar van 2005 voor advies aan de Raad van
State gestuurd. De wijziging van de WBO is onderdeel van een breder kader dat de algemene
uitgangspunten beschrijft.
ACTIE 10 De Gezondheidsraad adviseert eind 2004 over de mogelijkheden en de wenselijkheid van het verruimen
van het huidige programma neonatale genetische screening en de gevolgen daarvan voor de
organisatie van de zorg. Het kabinetsstandpunt hierover verschijnt in de loop van 2005.
RESULTAAT VWS reageert actief op de nieuwe ontwikkelingen bij genetische screening, voorspellend genetisch
onderzoek en community genetics vanuit de uitgangspunten van de preventienota Langer gezond
leven.
21 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 22
5 Onderzoek, innovatie en toegankelijkheid
Dit hoofdstuk gaat over onderzoek en innovatie in de totale keten: van het ontdekken
van nieuwe toepassingsmogelijkheden van medische biotechnologie tot het beschikbaar komen en
toepassen ervan in de gezondheidszorg. Om de kansen optimaal te benutten zijn direct stimuleren
vanuit VWS en het wegnemen van belemmeringen op dit terrein nodig.
Het initiatief voor het direct stimuleren van onderzoek en innovatie en het scheppen
van goede randvoorwaarden ligt vooral bij de ministeries van Economische Zaken (EZ)
en Onderwijs. Cultuur en Wetenschap (OCW). VWS doet via interdepartementale
ambtelijke werkgroepen (IOB-werkgroep innovatie) mee in de nationale beleids-
ontwikkeling. Wij willen dat onderzoek en innovatie zich vooral richt op het verbeteren
van de effectiviteit en kwaliteit van de gezondheidszorg en het verbeteren van de
kwaliteit van de gezondheid van de burger op gebieden waar dat het hardst nodig is.
Veldpartijen geven aan dat onderzoek vanuit de consument/patiënt momenteel onvol-
doende gestuurd wordt. De burger of patiënt (vraag) moet hierbij betrokken wordt via de
koepels van patiënten- en consumentenorganisaties.
Hindernissen voor het snel beschikbaar komen van innovaties op dit terrein moeten
worden voorkomen of weggenomen. Zo moet wet- en regelgeving voldoende ingaan op
en rekening houden met nieuwe ontwikkelingen in de medische biotechnologie. Dat
maakt in een vroeg stadium al duidelijk welke regels worden gehanteerd. Bovendien wil
het kabinet bureaucratie en administratieve lasten terugdringen (een kwart in 2007), dus
dat betekent dat wet- en regelgeving en de uitvoering daarvan zo effectief, efficiënt en
duidelijk mogelijk moet zijn.
Vanuit deze uitgangspunten kiest VWS voor 2004-2007 de volgende prioriteiten:
a Actief reageren op nieuwe ontwikkelingen
b Onderzoek richten op maatschappelijke vragen
c Minder bureaucratie bij aanvraag gentherapieonderzoek
d Vaststellen van de Wet zeggenschap lichaamsmateriaal
e Bestaande wet- en regelgeving doorlichten
f Veiligheids- en kwaliteitswetgeving opstellen voor bewerkt lichaamsmateriaal
g Meer aandacht voor de toegankelijkheid van de zorg
22 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 23
Laboratoriumonderzoek. (Foto: ministerie van VWS)
GENEESMIDDELEN EN VACCINS
Bedrijven die geneesmiddelen maken gebruiken daarvoor al langere tijd genetische technologie.
Van een aantal genetische afwijkingen weten we welke stoffen in het lichaam niet of niet genoeg
worden geproduceerd. We kunnen deze stoffen maken bijvoorbeeld door genetische modificatie
van dieren. Veel ziekten zijn erfelijk bepaald. Geneesmiddelen hiervoor kunnen we in een aantal
gevallen langs biotechnologische weg ontwikkelen. Omdat onze kennis steeds groter wordt, zal dat
in de komende jaren naar verwachting steeds meer gebeuren.
Ook vaccins om ziekten te voorkomen worden steeds meer met behulp van biotechnologische tech-
nieken ontwikkeld.
Bij het ontwikkelen van geneesmiddelen en vaccins is steeds meer aandacht voor het verhogen
van de effectiviteit en veiligheid daarvan. Dat kan dankzij inzicht vooraf in de (genetisch bepaalde)
kans dat het middel zal werken of bijwerkingen zal veroorzaken.
23 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 24
A ACTIEF REAGEREN OP NIEUWE ONTWIKKELINGEN IN DE
MEDISCHE BIOTECHNOLOGIE
(Potentieel) belangrijke innovaties op het terrein van gentherapie moeten belangrijke hindernissen
nemen op hun weg van ontdekking naar beschikbaarheid en toepassing. Een obstakel is vooral de
financiering van preklinisch en klinisch onderzoek.
ACTIE 11 Uitvoeren van het plan van aanpak van ZonMw voor translationeel onderzoek (van proef naar praktijk)
gentherapie over de periode 2004-2013. Tussenevaluatie ZonMw in 2006.
RESULTAAT Meerdere jaren stimuleren van translationeel onderzoek gentherapie.
De wet- en regelgeving voor medische biotechnologie is steeds meer gebaseerd op internationale
ontwikkelingen. Nederland en VWS oefenen nog te weinig en onvoldoende tijdige invloed uit op
betrokken internationale organisaties.
ACTIE 12 Gelet op de toenemende invloed van internationale organisaties is een meer (pro-)actieve benadering
en participatie in die organisaties van belang. Daarom zal VWS in samenwerking met andere betrokken
departementen een Europese agenda medische biotechnologie opstellen. Deze agenda bevat alle
relevante beleidsontwikkelingen op EU-niveau én de voorgenomen aanpak om te zorgen dat inter-
nationaal bestuurlijke ontwikkelingen maximaal aansluiten bij de nationale doelstellingen op dit gebied.
Belangrijk punt van aandacht hierbij is om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de mededeling van de
Europese Commissie "Biowetenschappen en biotechnologie: een strategie voor Europa" COM(2002)27.
Deze mededeling bevat strategische richtlijnen en acties om biotechnologie zo goed mogelijk te
benutten en daarmee ook de concurrentiepositie van de Europese biotechnologiesector te versterken.
RESULTAAT Medio 2005 heeft Nederland een Europese agenda medische biotechnologie. De internationale
activiteiten van VWS sluiten maximaal aan bij de nationale doelstellingen en prioriteiten op dit gebied.
VWS weet onvoldoende over nationale en internationale technologische vernieuwingen op het terrein
van de zorg die beschikbaar zijn of binnen afzienbare termijn beschikbaar zullen zijn en de gevolgen
die dit heeft voor de zorg.
ACTIE 13 VWS heeft de Gezondheidsraad in 2004 gevraagd een gecombineerd systeem op te zetten met
informatie over belangrijke nationale en internationale technologische zorginnovaties (waaronder
biotechnologische) die op de markt zijn of komen. Dit systeem van early warning (tijdig signaleren) en
horizon scanning (in kaart brengen) moet ook de mogelijke effecten op de zorg aangeven. Hiermee kan
steeds worden bekeken of het beleid toereikend is voor deze nieuwe ontwikkelingen.
RESULTAAT De Gezondheidsraad informeert VWS met het signaleringssysteem periodiek over de (bio)techno-
logische ontwikkelingen die op ons afkomen en hun mogelijke effecten op de zorg.
24 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 25
B ONDERZOEK MEER STUREN OP `MAATSCHAPPELIJKE VRAAG'
Publiek onderzoek vindt plaats bij universiteiten en andere publieksinstellingen zoals het RIVM. Veel
onderzoek op het terrein van gezondheid en gezondheidszorg wordt gestimuleerd door ZonMW, zowel
fundamenteel onderzoek als toegepast onderzoek.
Privaat onderzoek richt zich primair op de belangen van de desbetreffende ondernemingen (groei,
marktaandeel, winst). Geld wordt hier vooral gebruikt voor het maken van kansrijke geneesmiddelen en
diagnostische testen die leiden tot een marktaandeel in een kapitaalkrachtige markt met voldoende
patiënten. Met de ontwikkeling van de medische biotechnologie richten ook veel nieuwe bedrijven zich
op indicatiegebieden waarin grote bedrijven minder snel zullen investeren. Die jonge bedrijven
proberen zo een hoofdrol te spelen in een deelmarkt.
Vooral privaat onderzoek zorgt voor nieuwe producten in de gezondheidszorg. Dat leidt regelmatig tot
doorbraken. Toch is ook duidelijk dat veel nieuwe (niet-biotech-)producten slechts weinig toevoegen
aan het bestaande arsenaal en dat voor medicatie en behandeling in het algemeen omvangrijke
lacunes blijven bestaan. Voor tal van aandoeningen hebben, als het gaat om de ontwikkeling van
vormen van behandeling, de publieke onderzoeksinstellingen noch de industrie voldoende aandacht.
Patiënten- en consumentenorganisaties proberen de industrie te beïnvloeden bij hun keuze voor het
ontwikkelen van producten, maar hun invloed is zeer beperkt.
Maatschappelijke problemen gaan tegen de achtergrond van wat mogelijk is met medische
biotechnologie echter steeds meer klemmen. Dat zien we bijvoorbeeld bij chronische aandoeningen,
zoals diabetes, de dreiging van epidemieën, import van tropische ziekten en de toenemende
ongevoeligheid van aandoeningen tegen klassieke geneesmiddelen. VWS neemt daarom het initiatief
om met alle betrokken partijen na te gaan hoe publieke en private onderzoeksgelden beter kunnen
worden gebruikt en beter kan worden samengewerkt bij onderzoek.
ACTIE 14 VWS inventariseert in het najaar van 2004 - begin 2005 de maatschappelijke vraag naar medische
biotechnologie en hoe onderzoek op het terrein van de medische biotechnologie nu georganiseerd is.
Dit gebeurt op basis van beschikbare rapporten, zoals de uitkomsten van onderzoek van de World Health
Organisation (WHO) naar priority medicines for the citizens of Europe, en interviews met veldpartijen.
Het resultaat wordt besproken met private en publieke onderzoeksinstellingen en financiers van
onderzoek.
RESULTAAT Maart 2005 is duidelijk welke behoefte de samenleving heeft aan medisch-biotechnologische
producten (vormen van diagnostiek en therapie) en hoe onderzoek daarnaar nu gestuurd wordt.
Dit is besproken met private en publieke onderzoeksinstellingen en met de betrokken departementen
van OCW en EZ.
25 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 26
ACTIE 15 VWS inventariseert tussen najaar 2004 en maart 2005 hoe publieke en private onderzoeksinstellingen,
patiënten- en consumentenorganisaties en zorginstellingen nauwer kunnen samenwerken.
RESULTAAT In april 2005 is duidelijk hoe betere samenwerking gestimuleerd kan worden tussen publieke, private
onderzoeksinstellingen, patiënten- en consumentenorganisaties en zorginstellingen. Dit moet leiden tot
doelmatiger onderzoek en toepassing van de resultaten van dit onderzoek in de zorg. VWS bepaalt op
basis daarvan haar rol in de eerstkomende jaren.
ACTIE 16 In 2004/2005 wordt een koppeling gemaakt tussen innovatief biotechnologisch onderzoek en de maat-
schappelijke vraag naar dergelijk onderzoek.
Eerder al heeft VWS, voor een deel vanuit het perspectief van de medische biotechnologie, hiervoor
een eerste stap gezet door het onderwerp `the development of priority medicines voor the citizens of
Europe' op de Europese agenda te zetten. Doel van priority medicines is bevorderen dat voor de
samenleving belangrijke nieuwe geneesmiddelen worden ontwikkeld. In november 2004 wordt hierover
in Den Haag (op initiatief van Nederland) een grote internationale conferentie gehouden).
Daarnaast zal VWS zeldzame aandoeningen en weesgeneesmiddelen op de agenda zetten van het
zevende kaderprogramma (het subsidieprogramma van de Europese Unie voor het stimuleren van de
innovatie.)
ACTIE 17 Vanaf april 2005 (tot eind 2005) opzetten van een nationale, breed gedragen onderzoeksagenda op het
gebied van de medische biotechnologie. Die agenda sluit aan bij de maatschappelijke vraag. Publieke
en private onderzoeksgelden kunnen zo maatschappelijk gezien efficiënter en doelmatiger worden
benut. VWS zet zich er voor in dat voor de uitvoering van die agenda ruime mogelijkheden worden
gecreëerd voor publiek/private samenwerking.
RESULTAAT Eind 2005 is er een breed gedragen onderzoeksagenda voor maatschappelijke problemen die aange-
pakt moeten worden met medische biotechnologie. Met betrokkenen wordt afgesproken welke
betekenis die lijst heeft bij het opzetten van nieuw onderzoek. Voor het uitvoeren van de agenda zijn
ruime mogelijkheden voor publiek/private samenwerking.
C MINDER BUREAUCRATIE BIJ AANVRAAG VOOR GENTHERAPIEONDERZOEK
Onderzoekers (en industrie) vinden de vergunningsprocedures onduidelijk, te lang duren en te veel
werk kosten. Meerdere instanties zijn hierbij vanuit verschillende verantwoordelijkheden betrokken.
Een werkgroep is ingesteld om deze situatie te stroomlijnen. De werkgroep bestaat uit vertegen-
woordigers van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO), de Commissie Genetische
Modificatie (COGEM), de Nederlandse Vereniging van Gentherapie (NVG), het Centrum voor
26 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 27
Biologische Geneesmiddelen en Medische Technologie (BMT) van het RIVM en de ministeries van
VROM en VWS. De ministeries van VROM en VWS hebben een voorstel gemaakt om de uitvoering van
bestaande wet- en regelgeving beter op elkaar af te stemmen, met behoud van de verantwoordelijk-
heden van de afzonderlijke instanties. Hiermee heeft de werkgroep ingestemd.
ACTIE 18 De vergunningsprocedures worden beter op elkaar afgestemd. Bij alle aanvragen voor gentherapie-
onderzoek bekijken de betrokken instanties of het nu beter gaat. Na een jaar wordt in overleg tussen
alle partijen bekeken of de klachten voldoende zijn weggenomen of dat wet- en regelgeving aangepast
moet worden om eventueel resterende problemen op te lossen.
RESULTAAT De vergunningverlenende instanties starten najaar 2004 een nieuwe aanpak bij aanvragen van vergun-
ningen en oordelen die zijn vereist om medisch-wetenschappelijk onderzoek met gentherapie bij
mensen uit te mogen voeren. Deze nieuwe aanpak is najaar 2005 op effectiviteit beoordeeld en op
mogelijke aanpassing van wet- en regelgeving.
D WET ZEGGENSCHAP LICHAAMSMATERIAAL
Op veel deelterreinen bestaan al regels maar toch bestaan er nog diverse belangrijke lacunes bij het
verkrijgen van en de omgang met lichaamsmateriaal. Er zijn bijvoorbeeld `grijze gebieden' in de regels
voor het gebruik van herleidbaar lichaamsmateriaal en het beschikbaar stellen van lichaamsmateriaal
voor onderzoek naar en productie van middelen voor geneeskundige behandelingen.
ACTIE 19 Juni 2005 sturen wij het voorstel voor de Wet zeggenschap lichaamsmateriaal (WZL) naar de Tweede
Kamer. Die wet gaat in beginsel de eerste helft 2007 in.
ACTIE 20 Eind 2006 krijgen betrokken veldpartijen te horen dat zij na publicatie van de WZL in het Staatsblad
gedragscodes moeten maken om de regels verder in te vullen. Zij moeten hiervoor ook voorlichtings-
materiaal maken. VWS helpt daarbij.
RESULTAAT In de loop van 2007 is voor iedereen duidelijk onder welke voorwaarden menselijk lichaamsmateriaal
afgestaan en gebruikt kan worden voor andere doeleinden dan diagnostiek of behandeling van degene
van wie het afkomstig is.
27 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 28
E BESTAANDE WET- EN REGELGEVING DOORLICHTEN
Bedrijven en instellingen ervaren de wet- en regelgeving over biotechnologie op een aantal punten als niet
efficiënt, onduidelijk en onnodig bureaucratisch. Dit leidt tot onnodig hoge administratieve lasten die
remmend werken op de snelheid waarmee innovaties in de gezondheidszorg ingevoerd kunnen worden.
ACTIE 21 Om dit te veranderen heeft een interdepartementale werkgroep bekeken hoe de procedures op korte termijn
doelmatiger kunnen. De Staatssecretaris van VROM stuurt het resultaat van dit onderzoek mede namens zijn
collega's van VWS, EZ en LNV zeer binnenkort naar de Tweede Kamer. De werkgroep bekijkt vervolgens de
mogelijkheden tot administratieve lastenverlichting waarvoor de wet en regelgeving aangepast moet
worden. Daarbij wordt rekening gehouden met de resultaten van de thans lopende herijkingoperaties op de
verschillende departementen voor zover die de (medische) biotechnologie raken.
RESULTAAT Het kabinet heeft in september 2004 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over minder admini-
stratieve lasten en minder regels voor de (medische) biotechnologie. De brief geeft aan op welke
terreinen procedures zijn/worden gestroomlijnd (vereenvoudigd, bij elkaar gebracht) om wet- en regel-
geving doelmatiger te maken en direct betrokkenen zo weinig mogelijk (onnodige) hinder te geven.
Alle voor de medische biotechnologie relevante wetgeving moet in 2005 in kaart zijn gebracht en op
samenhang beoordeeld zijn; ook moet worden gekeken naar gaten in wet- en regelgeving, gelet op de
huidige en verwachte ontwikkelingen. De betrokken departementen moeten korte termijnen hanteren
voor vergunningverlening; het Europese gemiddelde is het maximum.
F VEILIGHEIDS- EN KWALITEITSWETGEVING MAKEN VOOR
BEWERKT LICHAAMSMATERIAAL
Op dit moment zijn er geen specifieke wettelijke regels voor de veiligheid en kwaliteit van bewerkt
lichaamsmateriaal. Hierdoor worden potentiële ontvangers van lichaamsmateriaal onvoldoende
beschermd. Ook fabrikanten en zorgverleners weten nu niet welke regels voor deze categorie
producten gelden en dit hindert de innovatie op dit terrein.
ACTIE 22 In het kader van de Wet veiligheid kwaliteit lichaamsmateriaal worden via een ministerieel besluit
nadere maatregelen genomen om kwaliteits- en veiligheidseisen voor bewerkt lichaamsmateriaal te
waarborgen. Wij verwachten dat dit in 2006 van kracht wordt.
ACTIE 23 De Europese Unie stelt een verordening op voor producten die het gevolg zijn van `tissue engineering'.
Daarbij wordt zowel naar een product als naar het productieproces gekeken. VWS houdt zich, in
voortdurend overleg met het veld, actief bezig met de totstandkoming van deze verordening.
RESULTAAT Maken van wettelijke regels voor de veiligheid en kwaliteit van bewerkt lichaamsmateriaal.
28 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 29
G TOEGANKELIJKHEID VAN DE ZORG
De medische biotechnologie en daarop geënte producten ontwikkelen zich snel. Wil de samenleving
hier optimaal van profiteren dan moeten die producten snel toegankelijk en betaalbaar zijn, ook op de
langere termijn. De vergoedingssystemen, zowel intramuraal als extramuraal, moeten de mogelijkheid
hebben om nieuwe producten met grote toegevoegde waarde snel op te kunnen nemen. Dit geldt zeker
bij de prioriteiten in de zorg.
Medisch biotechnologische toepassingen kennen voor toelating tot de markt en de opname in de
ziektekostenverzekering dezelfde criteria als vergelijkbare toepassingen uit andere technologieën.
Het bijzondere karakter van bepaalde medisch-biotechnologische toepassingen (bijvoorbeeld bij
biotech-weesgeneesmiddelen de soms zeer hoge kosten per patiënt) maakt de afweging complexer.
Voor die gevallen is specifiek beleid nodig.
ACTIE 24 Wij beslissen in het najaar van 2004, afhankelijk van de resultaten van de evaluatie, over voortzetting
van het stimuleren van de innovatie en toegankelijkheid van weesgeneesmiddelen.
ACTIE 25 Het Forum Biotechnologie en Genetica zal met EZ, OCW, industrie, zorgverleners, verzekeraars en
patiënten/consumentenorganisaties jaarlijks bezien welke algemene of specifieke knelpunten voor de
toegankelijkheid van nieuwe medische biotechnologische producten er zijn en hoe deze op te lossen.
RESULTAAT Het gemakkelijk beschikbaar zijn van nieuwe medische biotechnologische producten wordt
gestimuleerd; steeds meer patiënten/consumenten gebruiken biotechnologische producten; de zorg
voor deze patiënten wordt meer effectief en doelmatig.
Factoren die de toegankelijkheid van zorg bedreigen, waaronder de mogelijkheid van discriminatie bij
het afsluiten van leven en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, moeten beperkt worden.
Voor de leven- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen is de Wet medische keuringen (Wmk) van
belang; die wet is geëvalueerd. Op een aantal onderdelen zijn met zelfregulering verbeteringen aange-
bracht. De afhandeling van klachten van verzekerden moet nog geregeld worden. De toegankelijkheid
van (aanvullende) ziektekostenverzekeringen verdient ook aandacht.
ACTIE 26 De werking van de Wmk wordt in 2004 verbeterd door het nader invullen van een klachtenregeling bij
de uitvoering van de Wmk in het kader van zelfregulering. Het Verbond van verzekeraars, de KNMG
en Breed Platform Verzekeringen en Werk (BPV&W) voeren dat uit en houden de resultaten in de
gaten. VWS subsidieert het BPV&W.
RESULTAAT In 2006 hebben partijen een systeem opgezet van deugdelijke zelfregulering dat ongewenste
discriminatie bij het afsluiten van verzekeringen voor arbeidsongeschiktheid en overlijden zo veel
mogelijk voorkomt. Partijen hebben afgesproken dat ze de praktijk goed blijven volgen.
29 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 30
6 Overheid: duidelijk en goed communiceren
over het eigen beleid en kennis uitwisselen
De agenda medische biotechnologie is het resultaat van het project Biotechnologie als
Open Beleidsproces dat in ruime mate interactief is gevoerd. Op die manier wilden we maximaal
gebruikmaken van de kennis in het veld en draagvlak creëren voor de maatregelen in de agenda.
Onderdeel daarvan is een plan van aanpak hoe deze agenda ook in de toekomst actueel gehouden
kan worden; de ontwikkelingen gaan immers erg snel.
Voorop staat dat VWS blijft investeren in interactief beleid. Dit maakt namelijk veel
duidelijk over de rol, verantwoordelijkheden en belangen van andere partijen op het
terrein van de medische biotechnologie. Daarnaast zorgt de interactieve benadering voor
het uitwisselen van kennis, het zoeken naar beleidsoplossingen waar zoveel mogelijk
partijen het mee eens zijn. VWS kan de uiteindelijke beleidskeuzes goed uitleggen die wij
op basis van onze eigen verantwoordelijkheid maken. Het veld heeft hier ook om
gevraagd: betrokkenheid bij beleidsontwikkeling en beleid met de afwegingen daarbij
duidelijker naar alle betrokkenen communiceren.
Dit betekent dat het beleid van communicatie en kennisuitwisseling van VWS zich voor
de periode 2005-2007 bij medische biotechnologie richt op de volgende punten:
a Kennisuitwisseling tussen overheid en veld
b Communicatie over het VWS-beleid
c Communicatie over het interdepartementale beleid
d Evalueren van beleid
A UITWISSELEN VAN KENNIS TUSSEN OVERHEID EN VELD
OVER MEDISCHE BIOTECHNOLOGIE
ACTIE 27 Het Forum Biotechnologie en Genetica krijgt een grotere rol bij kennisuitwisseling en (interactieve)
beleidsontwikkeling; vele groeperingen en experts zijn hierin namelijk vertegenwoordigd. Uitbreiding
van het secretariaat is ondertussen gefaciliteerd. Het huidige budget wordt in 2005 verhoogd vanwege
de nauwe betrokkenheid van het FBG met de acties 14, 15, 17, 25, 28 en 29 en de betrokkenheid van het
FBG bij de opstelling van de in deze agenda genoemde nieuwe wet- en regelgeving.
De bijdrage van het FBG aan bedoelde acties vragen om een extra inspanning van alle betrokkenen.
VWS zal het FBG in 2005, boven op de verhoging in 2004, hiervoor extra geld geven.
In 2005 vindt evaluatie van het FBG plaats. Dat moet leiden tot een besluit hoe het FBG wordt
voortgezet en welke bijdrage VWS daaraan geeft.
30 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 31
ACTIE 28 De Bilderbergconferenties, een initiatief van de Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiënten-
organisaties (VSOP), worden mogelijk voortgezet. Dit hangt af van de evaluatie en of er thema's zijn die
geschikt zijn voor deze aanpak. Uit de thema's worden dan keuzes gemaakt. Dit houdt in dat niet alleen
het FBG, maar ook groepen deskundigen structureel betrokken blijven bij belangrijke thema's op het
gebied van medische biotechnologie en genetica.
ACTIE 29 VWS organiseert jaarlijks interactieve processen over dilemma's en knelpunten op het gebied van de
medische biotechnologie. Dit kunnen enquêtes zijn of workshops bij overige betrokkenen in het veld
(de niet-experts) van medische biotechnologie.
RESULTAAT Een overheidsbeleid op het terrein van medische biotechnologie, dat regelmatig vernieuwd wordt en
doorzichtig en begrijpelijk is: de dynamische agenda.
B COMMUNICEREN OVER HET VWS-BELEID
ACTIE 30 VWS communiceert het eigen beleid op een heldere wijze naar de samenleving.
De VWS-internetsite is daarvoor een instrument. Deze website krijgt links met de biotech-websites van
de andere departementen, van het ERFO-centrum en van het FBG. Dit moet passen in de Internet
portaalsite voor de zorg die binnenkort wordt opgezet.
RESULTAAT Het VWS-beleid over medische biotechnologie wordt tijdig en begrijpelijk naar de samenleving
gecommuniceerd. De burger en het veld hebben te allen tijde toegang tot uitgebreide, gemakkelijk te
vinden, ook inhoudelijk toegankelijke, informatie over het VWS-beleid op het terrein van de medische
biotechnologie.
C COMMUNICEREN VAN HET INTERDEPARTEMENTALE BELEID
ACTIE 31 Er is een interdepartementale werkgroep Communicatie en Voorlichting (IOB) die het communicatie- en
voorlichtingsbeleid van de verschillende departementen op elkaar afstemt. Het inhoudelijke en
strategische doel is: een transparante overheid die spreekt met één mond.
RESULTAAT In de loop van 2005 gaat een meer geïntegreerd overheidsbeleid op het gebied van de communicatie
over medische biotechnologie van start; de Kamer is hierover dan geïnformeerd.
31 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 32
D EVALUATIE VAN BELEID
ACTIE 32 Evaluatie van beleid is van belang voor het gehele beleid medische biotechnologie. Het is één van de
aandachtspunten bij het actueel houden van de agenda (zie punt 1, actie 4).
ACTIE 33 Er zijn aparte bedragen beschikbaar voor de evaluatie van het functioneren van het ERFO-centrum en
voor de evaluatie van het beleid rond educatie.
RESULTAAT Beleid wordt periodiek geëvalueerd en bijgesteld zodat het beleid effectief en doelmatig kan omgaan
met dit dynamische beleidsveld.
Communiceren. (Foto: Beneluxpress / Zefa Nederland))
32 Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 33
BELEIDSAGENDA
BIJLAGEN
Medische Biotechnologie
Beleidsvoornemens 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 34
Bijlage 1
Deelnemers open beleidsproces medische biotechnologie
Hierbij treft u een overzicht aan van de organisaties en personen die bij het
interactieve proces betrokken zijn geweest. VWS heeft geprobeerd om zo volledig
mogelijk te zijn, maar het zou kunnen voorkomen dat u uzelf niet terugvindt in dit
overzicht. In dat geval vraag kunt u contact opnemen met VWS zodat u in de toekomst
weer benaderd kunt worden voor het actueel houden van deze agenda.
Instanties
A Academisch Medisch Centrum Amsterdam, dhr. J.K. Gevers, dhr. R.C.M. Hennekam, dhr. P.H. Reitsma,
AMSTERDAM
Amphiaziekenhuis, mw. M. de Bont, BREDA
ANBO, mw. W.J. Charité de Rooij, mw. E.P. Knol, DEN HAAG
B Biofarmind, dhr. M. Gerritsen, dhr. J.G. Hanstede, RIJSWIJK (ZH)
Bionieuws, mw. G.F. van Caulil, UTRECHT
Biopartner Network, dhr. G.M.A. Van Beynum, VOORBURG
BorstkankerVereniging Nederland, mw. F.E.G. Bach Kolling- Dandrieu, mw. H. Lindhout, DEN HAAG
BOSK, mw. K.A. Kruidenier-Bron, UTRECHT
Breed Platform Verzekerden en Werk, mw. M. Wewer, AMSTERDAM
C Campina, mw. N. van Winden, WOERDEN
Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek, dhr. M.J.H. Kenter, DEN HAAG
CG-Raad, mw. T. Teunissen, dhr. J. Troost, dhr. P. Vreeswijk, UTRECHT
Commissie Genetische Modificatie, dhr. W.A. Brandenburg, BILTHOVEN
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, dhr. H. van de Donk, dhr. J.A. Lisman,
dhr. W.F. van der Giesen, mw. B.J. van Zwieten-Boot, mw. E.M. Jansen, DEN HAAG
Consument & Biotechnologie, dhr. F. van Dam, dhr. A. van Genderen, DEN HAAG
College voor Zorgverzekeringen, dhr. J. van Loenhout, dhr. J. Mos, AMSTELVEEN
D De Dierenbescherming, mw. J. Kuil, DEN HAAG
De Praktijk, mw. P.S. Pennings, AMSTERDAM
DG Enterprise, dhr. A. Barnard, BRUXELLES, BELGIUM
DSM, dhr. R.W. van Leen, dhr. P. van Lelyveld, DELFT
E Edelman, mw. N. Verdurmen, HOOFDDORP
Erasmus Medisch Centrum, dhr. M. Kok, ROTTERDAM
Erasmus Universiteit, dhr. H. Galjaard, ROTTERDAM
Eucomed - Iso Tis NV, mw. E. Schutte, BILTHOVEN
Europa Bio, dhr. H. Schepens, BRUSSEL BELGIUM
European Federation Biotechnology, dhr. D. Schuurbiers, DELFT
Exportradet Swedisch Trade Council, mw. P. Johansson, DEN HAAG
34 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 35
F Forum Biotechnologie en Genetica, dhr. D.J.D. Dees, mevr. J. Lanphen, mw. Y. Hendriquez, VOORBURG
Federatie van Ouderverenigingen, mw. W.A.L. van Leeuwen, dhr. M.T. Niermeijer, UTRECHT
G Gezondheidsraad, dhr. P.A. Bolhuis, dhr. M.A. Bos, dhr. M. van Leeuwen,
dhr. G.H.M. ten Velden, DEN HAAG
GlaxoSmithKline, dhr. Schagen, ZEIST
Greenpeace Nederland, mw. A. Nasveld, AMSTERDAM
H Hindoe Ouderen Bond, mw. H. Mathura, mw. R. Poetoe, DEN HAAG
Hodgkin Contact Groep, dhr. F. Lindhout, DEN HAAG
Hubrecht Laboratory of Developmental Biology, dhr. B. Defize, dhr. R. Plasterk, UTRECHT
I Inspectie voor de Gezondheidszorg, DEN HAAG
Instituut voor Gezondheidsethiek, dhr. G. de Wert, MAASTRICHT
Ipse, dhr. L. van der Heijden, NOOTDORP
ISNAR Biotechnology Service, dhr. J. Komen, DEN HAAG
IsoTis N.V., mw. E. Schutten, BILTHOVEN
K Keuringsdienst van Waren NW, mw. K. Visser, AMSTERDAM
KNAW, mw. M.J. Stukart, AMSTERDAM
KNMG, dhr. dr. T.J.A.M. Meerman, UTRECHT
L Leids Universitair Medisch Centrum, mw. P.M. Rijke - van Zeijl, LEIDEN
LHV, dhr. B. Vos, UTRECHT
Licentec, dhr. S. de Kimpe, BILTHOVEN
Lindeboom Instituut, H. Jochemsen, EDE
Louis Bolk Instituut, dhr. G.H. van der Bie, dhr./mw. H. Verhoog, DRIEBERGEN
LUMC, dhr. F.P.H.A. van den Bussche, dhr. B. Heijmans, dhr. R.D. Kukenheim,
dhr. prof.dr. G.J.B. van Ommen, LEIDEN
M Ministerie van Economische Zaken, DEN HAAG
Ministerie van Justitie, DEN HAAG
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, DEN HAAG
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, DEN HAAG
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, DEN HAAG
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, DEN HAAG
Monsanto Crop Science Nederland BV, dhr. N. Stuijt, LELYSTAD
N Nationaal Regie-Orgaan Genomics, dhr. P. Folstar, dhr. W. Spek, dhr. G. van der Starre, DEN HAAG
Nationale Nederlanden, mw. S.J.M. Homsma, ROTTERDAM
Naturalis, mw. M. Laterveer - de Beer, LEIDEN
35 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 36
Ned. Vereniging voor Klinische Chemie, mw. dr. D.W. Swinkels, NIJMEGEN
Nederlands Huisartsen Genootschap, mw. G. van der Weele, UTRECHT
Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenverenigingen, mw. P. Huijbrechts, UTRECHT
Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, dhr. G. Engel, UTRECHT
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, dhr. drs. R.J. van der Plank, UTRECHT
Nederlandse Vereniging voor BioEthiek, mw. M.A. Verkerk, UTRECHT
Nederlandse Vereniging voor Gentherapie, dhr. W.R. Gerritsen, AMSTERDAM
Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, mw. E.J. Siderius, UTRECHT
Nefarma, dhr. M. van der Graaff, mw. R. Meines, DEN HAAG
Nefemed, TILBURG
Netherlands Association of Tissue Banks, dhr. J. Baare, mw. J. Hofman, LEIDEN
Netherlands Association of Tissuebanks, dhr. J.F. van Nassau, BEVERWIJK
NIABA, dhr. P.J.A. Bertens, dhr. R.T.A. Janssen, mw. S. Maas, LEIDSCHENDAM
NPCF, mw. J. Dangremond, UTRECHT
Numico Research B.V., dhr. W. van Gelder, WAGENINGEN
NVOG, mw. P.J. Roodenburg, dhr. F. van der Veen, UTRECHT
O OLVG, dhr. J.M.M. van Lith, AMSTERDAM
Orde van Medische Specialisten, dhr. dr. H.P. Muller, UTRECHT
Osteoporose Stichting & Vereniging, mw. A.E. de Boer-Oosterhuis, mw. C.C.M. Suijkerbuijk, ROSMALEN
P Patientenvereniging Duinoord, dhr. F. Jonker, DEN HAAG
Programmabureau E.E.T., dhr. B. Ten Brink, UTRECHT
Projectgroep Biotechnologie, mw. C. Oomen, RIJSWIJK (ZH)
R Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, mw. I.D. de Beaufort, ZOETERMEER
Rathenau Instituut, dhr. J. Staman, DEN HAAG
Rathenau Instituut, dhr. K van der Bruggen, DEN HAAG
RGO, mw. I. Meijer, dhr. H.G.M. Rooijmans, mw. V.W.T. Ruiz van Haperen, DEN HAAG
RIKILT, dhr. G.A. Kleter, WAGENINGEN
RIVM, dhr. R. Bos, dhr. R. Dekker, dhr. R. Geertsma, mw. S. Jansen,
dhr. J.W. van der Laan, dhr. H. Ovelgönne, mw. T. Peters, dhr. M. van de Plas,
mw. E. van Tienhoven, dhr. C. Wassenaar, BILTHOVEN
RVZ, dhr. L. Ottes, mw. A. Struis, ZOETERMEER
S Schuttelaar & Partners, mw. A.M. Huijsmans, DEN HAAG
Stichting Bloedlink, dhr. A. Van Bellen, HOOFDDORP, dhr. H. van Laarhoven, BENNEBROEK
Stichting Downsyndroom, dhr. R. Borstlap, mw. J. Scholten, MEPPEL
Stichting Health Management Forum, dhr. R.F. Schreuder, LEIDEN
Stichting Oikos, dhr. D. Renkema, UTRECHT
36 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 37
Stichting Toekomstscenario's Gezondheidszorg, dhr. J. Buytendijk, LEIDEN
Stichting Weten, mw. I.C. van Veen, UITHOORN
STOEH, dhr. dr. P.J. Lansberg, AMSTERDAM
STOET, dhr. H.F.A. Vasen, LEIDEN
Stuurgroep Weesgeneesmiddelen, mw. J. Huizer, DEN HAAG
Swammerdam Institute, A.J. van Tunen, AMSTERDAM
T The Netherlands house for Science and Technology, dhr. C.M. Vis, BRUSSEL BELGIUM
TNO Preventie en Gezondheid, mw. M. van der Gaag, mw. L. den Ouden, LEIDEN
TNO, dhr. F. Heidekamp, DELFT
TNO, Strategy, Technologie en beleid, mw. C. Enzing, mw. W. Vullings, DELFT
U Unilever Research & Development, mw. E. de Groene, dhr. J. Maat, dhr. G. van Poppel, VLAARDINGEN
Unilever, mw. A. Schlattman, ROTTERDAM
Universiteit Twente, dhr. J. Feijen, ENSCHEDE
Universiteit Utrecht, mw. E.H.M. Moors, UTRECHT
V Verbond van Verzekeraars, mw. S.J.M. Homsma, ROTTERDAM
Vereniging Klinisch Genetica Nederland, dhr. M.H. Breuning, LEIDEN
Vereniging Klinisch Genetische Centra Nederland, UTRECHT
Vereniging van Huntington, mw. J. Hopman, mw. C. Werlingshof, DEN HAAG
Vereniging voor Gezondheidsrecht, dhr. J.K.M. Gevers, UTRECHT
VNO-NCW, dhr. A. ten Wolde, DEN HAAG
Voedsel- en Waren Autoriteit, dhr. W. de Wit, DEN HAAG
Vrije Universiteit Medisch Centrum, dhr. J.M.G. van Vugt, AMSTERDAM
VSOP, dhr. Y. Poortman, dhr. C. Smit, SOESTDIJK
VSOP/Erfocentrum, dhr. C. Oosterwijk, SOESTDIJK
VU Medisch Centrum, dhr. M. Van Den Berg, dhr. L.P. ten Kate, mw. M.C. Cornel, AMSTERDAM
W Werkgroep Farmaceutische Genetica, dhr. C.G. van Schagen ,ZEIST
Wet. Inst. van de ChristenUnie, dhr./mw. C. Visser, AMERSFOORT
X X min Y, dhr. W. de Lange, AMSTERDAM
XPIN, J. van der Heijden, DEN HAAG
Z ZonMw, mw. M. Brandsma, dhr. S.P.H. Ellenbroek, mw. J.R. van Kammen, mw. Weely, DEN HAAG
Zorgverzekeraars Nederland, dhr. T.E.J. van Hemert, dhr. A. van Meel, ZEIST
37 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 38
Personen
A H
Dhr. B. Agricola, DEN HAAG Mw. M. van der Haak, NAALDWIJK
Dhr. R. Alphenaar, RIJSWIJK (ZH) Dhr. T. de Haas, AMSERDAM
Mw. A. Arensen, HAARLEM Mw. R. Hari, YPENBURG
Dhr. G.W. Hergaarden, DINXPERLO
B Mw. I.Hergaarden-Scholz, DINXPERLO
Mw. A. Beekman-van der Heiden, HEEMSTEDE Mw. N. Hofman-Nanning, OSS
Mw. A.C.M. Berk, OEGSTGEEST Dhr. L.P. Houx, HOUTEN
Mw. L. de Bie, ENSCHEDE Mw. J.Houx-Peverelli, HOUTEN
Mw. E.Bon, BILTHOVEN Mw. R. van Hulle, ZWOLLE
Mw. C. Botma, AMSTERDAM Mw. M. Hulsbergen, DEN HAAG
Mw. E.O.M. van Boxtel-van der Lande, UDEN Mw. M. Hunter, IJSSELSTEIN
Mw. I.M. Brockus-v/d Vossen, DEN HAAG
Mw. C. Brouwer, DELFT J
Mw. C. Brown, DEN HAAG Dhr. P. Jasperse, DEN HAAG
Dhr. F.J. Burger, DEN HAAG Dhr. C.A. Jong, ZOETERMEER
Mw. D. de Busser, AMSTERDAM
---
C Dhr. G.F.A. Kalsbeek, ZOETERMEER
Mw. A.M. Conijn, VOORSCHOTEN Mw. J. Kan, HAARLEM
Mw. F.M.T.A. de Coninck, LEIDEN Mw. L.C. Kasteleijn, AMSTERDAM
Mw. Th. H. Keizer, DEN HAAG
D Dhr. M. Kerssen, DEN HAAG
Dhr. A.Demir, DEN HAAG Mw. H. van Kempen, RIJSWIJK (ZH)
Mw. S.Detmar, LEIDEN Mw. R. Kingma, DIEMEN
Dhr. W. van Douwen, ALKMAAR Mw. Y. Koster-Dreese, HARMELEN
Mw. A. Douwes Dekker, WASSENAAR Mw. D. Koster, DEN HAAG
Mw. I.M.P. Driessen, AMSTERDAM Mw. W.A. Kouwenhoven-van Driel,
DEN HAAG
F Mw. A. Krabben, ZOETERMEER
Dhr. H.Feitsma, PETTEN Dhr. M.J. de Kroon, DEN HAAG
Dhr. H. Kruzdlo, MAASTRICHT
G Mw. E. Kuiper, AMSTERDAM
Mw. E.J. Geraedts, ZOETERMEER
Mw. J. Goedegebure, DEN HAAG
Mw. A. Groenewoud, PURMEREND
38 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 39
L V
Mw. I. Laan, VOORBURG Mw. G.F.A.M. van der Venne, OSS
Dhr. A.J. de Langen, AMSTERDAM Dhr. M.W.C. van der Venne, OSS
Mw. J.M.G. Lanphen, BLARICUM Dhr. M.J.H.M. Vreuls, TILBURG
Mw. D. Lesscher, AMSTERDAM Mw. Z.P.A.M. Vreuls, LEIDEN
M W
Mw. C. van Moorsel, DEN HAAG Mw. M. Welling, DOETINCHEM
Mw. M.E. Nolten, DEN HAAG Mw. B. van Wezel, DEN HAAG
Mw. C. Wijnen, OSS
O Dhr. P.E.V. van Wijnen, LEIDEN
Mw. S. van Os, DEN HAAG Mw. A. Wipkink, LEIDEN
Dhr. R. Witteman, GOUDA
P Mw. E. van Woerden, VOORBURG
Mw. C.M.J. Pohlmann-Goderie, Mw. D. Wolters, AMSTERDAM
DEN HAAG
---
R Mw. S.N. van Zijl, ZOETERMEER
Mw. H.J. van Raalte, DEN HAAG Dhr. H. Zwart, NIJMEGEN
Mw. C.M.M. Redeker, DEN HAAG
Dhr. A. Righolt, DEN HAAG
Mw. C.W. Righolt-Dam, BARENDRECHT
Mw. A.C.M. Rijk-Marquering, NIJVERDAL
Mw. S. Roels, UTRECHT
Mw. M. Roelvink, HENGELO
S
Mw. N. Schuilwerve, BARENDRECHT
Mw. A. Setz, AMSTERDAM
Dhr. L. Sleurink, ZOETERMEER
Dhr. B. Stoffele, UTRECHT
T
Mw. E. Thijsse, DEN HAAG
Mw. H. Tory, NIEUW VENNEP
Mw. R. Tuïnk, PETTEN
39 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 40
Bijlage 2
Woordenlijst medische biotechnologie
A Aminozuur
Organische verbinding waaruit eiwitten zijn opgebouwd. Zie ook eiwitten.
Agenda
Agenda opgesteld door de beleidsvormende organen, zoals ministeries. Zie ook maatschappelijke
agenda, politieke agenda.
B Biotechnologie
Een technologie waarbij gebruik wordt gemaakt van biologische kennis. Biotechnologie is een
gereedschapskist van talloze technieken en processen om vormen van biologisch leven te analyseren
en te gebruiken voor de ontwikkeling van producten en productieprocessen. Onderdeel hiervan
vormen technieken op het gebied van de moleculaire biologie om meer van hetzelfde te maken
(kloneren), genetische informatie te verkrijgen en om genetisch materiaal te veranderen (genetische
modificatie). Hierbij moet worden opgemerkt dat deze biologische gereedschapskist steeds verder
wordt gevuld met nieuwe technieken. Zie ook moleculaire biologie, klonen, genetische modificatie.
C Chromosomen
Chromosomen zijn de dragers van onze erfelijke eigenschappen en bevinden zich in de celkern. Zij
bevatten de volledige genetische informatie die noodzakelijk is voor het ontwikkelen, in stand houden
en voortplanten van een individu. Chromosomen zijn lange, dunne strengen, die onder andere
bestaan uit DNA. Zie ook DNA.
Co-dominant
Er zijn 3 `typen'genen: dominant, recessief en co-dominant. Wanneer een eigenschap wordt bepaald
door twee genen die beide even sterk zijn in het bepalen van de eigenschap, worden ze co-dominant
genoemd. Zie ook dominant, recessief.
Community genetics
De toepassing van medische genetica in de hele bevolking. Het draagt bij aan het in kaart brengen van
risico's en tevens aan het verkleinen daarvan.
D DNA
Desoxyribonucleïnezuur, DNA is de draadachtige stof waaruit chromosomen onder andere zijn
opgebouwd. Het bevat de code waarin alle erfelijke eigenschappen van biologische levensvormen zijn
vastgelegd. Zie ook chromosomen.
DNA-diagnostiek
Onderzoek naar veranderingen en varianten in het lichaamseigen DNA. Deze veranderingen kunnen
geassocieerd zijn met het ontstaan van, het risico op, en het verloop van bepaalde ziektebeelden, of
met de reactie op bepaalde medische behandelingen. Zie ook DNA.
40 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 41
DNA-modificatie
Het gericht wijzigen van de structuur van één of meer genen in een levend organisme met behulp van
technieken van de moleculaire biologie. Zie ook genen, moleculaire biologie.
DNA-sequencing
Het bepalen van de DNA-code (sequentie). Zie ook DNA.
Dominant
Er zijn 3 `typen'genen: dominant, recessief en co-dominant. Dominantie genen komen altijd tot uit-
drukking in een bepaalde eigenschap, zij overheersen het andere gen wat voor hetzelfde eigenschap
staat. Zie ook genen, recessief, co-dominant.
E Eiwitten
Eiwitten, of proteïnen, zijn grote moleculen, die opgebouwd zijn uit aminozuren. Alle processen in een cel
worden uitgevoerd door eiwitten. Ook worden eiwitten als bouwmateriaal gebruikt. Zie ook aminozuren.
Erfelijkheid
Het verschijnsel dat eigenschappen van voorouders bij nakomelingen worden teruggevonden (door
overerving overdraagbaar).
Extramurale zorg
Het geheel van poliklinische en ambulante zorg. Zie ook intramurale en transmurale zorg.
F Farmacogenetica
Onderzoeksterrein gericht op de invloed van genen op de werking van stoffen met het doel soort en
dosering van een geneesmiddel optimaal te laten aansluiten op de genetische eigenschappen van het
individu. Zie ook genen.
Farmacogenomics
Onderzoeksterrein gericht op de invloed van stoffen op functioneren van genen. Farmacogenomics is
onderdeel van genomics. Zie ook genen, genomics.
Functional genomics
Onderzoeksterrein gericht op de functie van genen en hun producten, de eiwitten. Functional
genomics is onderdeel van genomics. Zie ook genen, eiwitten, genomics.
G Gen
Een stukje DNA dat de code ('blauwdruk') bevat voor een enkel eiwit; een gen zorgt voor de bouw van
een specifiek eiwit en bepaalt zo wat de cellen in bepaalde omstandigheden doen. Genen liggen
verspreid op de chromosomen. Zie ook DNA, eiwitten, chromosomen.
41 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 42
Genetica
De wetenschap die de werking van de genen bestudeert en onderzoekt hoe eigenschappen van de ene
generatie op de andere worden overgedragen. Zie ook genen.
Genetische afwijking
Een afwijking in de DNA-code. Genetische afwijkingen kunnen specifiek zijn voor een individu, voor
een familie of zelfs voor een groep mensen met dezelfde etnische achtergrond.
Genetische diagnostiek
Het onderzoek naar veranderingen en varianten in het lichaamseigen DNA. Deze veranderingen
kunnen geassocieerd zijn met het ontstaan van, het risico op, en het verloop van bepaalde ziekte-
beelden, of met de reactie op bepaalde medische behandelingen. Zie ook DNA.
Genetische mutaties
Een spontane verandering in de DNA-code. Het kan hierbij gaan om DNA veranderingen in de
geslachtscellen (kiembaanmutaties), deze veranderingen komen tot uiting in alle cellen van de
nakomelingen. Of het kan gaan om DNA veranderingen in andere de lichaamscellen (somatische
mutaties), deze kunnen niet worden overgeërfd. Somatische mutaties kunnen een rol spelen bij het
ontstaan en de ontwikkeling van tumoren. Daarnaast kan bij het ontstaan van een ziekte sprake zijn
van een combinatie van een kiembaanmutatie en één of meer somatische mutaties. Zie ook DNA.
Genetische screening
Het systematische aanbod van onderzoek naar kenmerken die in verband kunnen worden gebracht
met toekomstige ziekten bij de onderzochte personen of bij hun nageslacht. Het onderzoek vindt
plaats bij personen die geen klachten hebben. Wanneer de screening gericht is op (dragerschap van)
erfelijke ziekten spreken wij van genetische screening.
Genetische tests
Een test om na te gaan of iemand drager is van een genetische mutatie die in verband staat met
(een kans op of de bevestiging van) een ernstige ziekte. Zie ook genetische mutatie.
Genomics
Genomics is het onderzoek naar de samenstelling van erfelijk materiaal (het genoom) van de mens,
dieren, planten en micro-organismen en de manier waarop de erfelijke eigenschappen worden
vertaald naar het functioneren van uiteindelijk het hele organisme. Onderdeel hiervan zijn onder meer
functional genomics en farmacogenomics, nutrigenomics en proteonomics. Zie ook genoom,
functional genomics en farmacogenomics, nutrigenomics en proteonomics.
42 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 43
Genoom
De gehele blauwdruk, de totaliteit aan erfelijke informatie, die in het DNA van een biologische levens-
vorm ligt opgeslagen. Zie ook DNA.
Gentherapie
Gentherapie is het inbrengen van genetisch materiaal in lichaamscellen, ten behoeve van een genees-
kundige behandeling. Bij erfelijke aandoeningen kan dit genetische materiaal dienen om een ver-
stoorde functie van een gen te herstellen door een 'gezond' gen toe te voegen. Ook kan gentherapie
gebruikt worden om extra genen toe te voegen die kunnen bijdragen aan de genezing van complexe
aandoeningen als kanker en hart- en vaatziekten. Er wordt veel onderzoek gedaan naar gentherapie,
maar voor vele aandoeningen is de gentherapie nog niet zover dat er mensen behandeld worden.
Zie ook genen.
Genetische modificatie
De gerichte wijziging van de structuur van één of meerdere genen in een levend organisme met
behulp van technieken van de moleculaire biologie. Zie ook genen, moleculaire biologie.
GMO
GMO of GGO is de afkorting voor genetisch gemodificeerd organisme. Dit is een organisme waarbij
de DNA-code is veranderd. Vaak komt het voor dat er een gen in het DNA ingebouwd is dat afkomstig
is uit een ander organisme. Zie ook DNA, genetische modificatie.
H Helix
Helix is een schroef, spiraal. Dubbele helix is structuur van DNA-moleculen in de genen.
Humaan genoom project
Het project (HUGO) is opgestart om de volledige DNA-code (sequentie) van de mens in kaart te
brengen. De positie op de chromosomen en de primaire structuur van alle genen is inmiddels bekend.
Nu ligt de uitdaging in het ophelderen van de functies van alle genen. Zie ook DNA, genoom,
chromosomen, genen.
I Indexpatiënt
(Eerste) advies- of hulpvrager.
Informed consent
Toestemming van de patiënt voor het verrichten van medische handelingen op grond van volledige,
schriftelijke en voor de patiënt begrijpelijke informatie.
43 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 44
In vitro
Betekent letterlijk `in glas', en heeft betrekking op het kweken van cellen in reageerbuizen en ander
glaswerk.
In vivo
In een levend systeem.
Intramurale zorg
Hulp die wordt verleend binnen de muren van een zorginstelling. Zie ook extramurale en transmurale
zorg.
K Klinisch genetisch onderzoek
Onderzoek naar erfelijke en aangeboren afwijkingen. Hiervoor zijn inmiddels tal van methoden
beschikbaar, zoals DNA-diagnostiek, chromosoomonderzoek, biochemisch onderzoek, echoscopisch
onderzoek en stamboomonderzoek. Dit soort onderzoek kan in elke levensfase plaatsvinden. Zie ook
DNA, chromosomen.
Klonen
Ook wel kloneren is een verzamelterm voor het kopiëren van levend materiaal. Daarvoor bestaan
verschillende technieken met diverse toepassingsmogelijkheden. Bijvoorbeeld kloneren van
menselijke cellen voor transplantatiedoeleinden. Daarbij zal vooral het gebruik van stamcellen een
steeds grotere rol gaan spelen. Dat is een uitbreiding op de al gebruikelijke beenmergtransplantaties.
Stamcellen zijn cellen die in staat zijn de tot vorming van verschillende soorten cellen en weefsels. Ze
komen (in geringe mate) voor bij volwassenen, en in meerdere mate bij foetussen en embryo's. In een
embryo van ongeveer vijf dagen oud komen stamcellen voor die in staat zijn tot alle soorten weefsels
uit te groeien die in het menselijk lichaam aanwezig zijn Het is nu nog niet duidelijk of het daadwerke-
lijk tot verantwoorde nieuwe toepassingen zal komen. Het is ook nog niet duidelijk of het dan nodig
blijft hiervoor (ook) stamcellen van embryo's te gebruiken of dat alleen gebruik van stamcellen van de
patiënt zelf voldoende is. Met stamcellen van de patiënt zelf kunnen lichaamseigen cellen en weefsels
worden gemaakt. Dat kan afstoting na een transplantatie voorkomen, maar heeft als nadeel dat de
behandeling minder effect kan hebben. Voordat het tot reguliere toepassing komt, is er nog veel
wetenschappelijk onderzoek nodig.
M Maatschappelijke agenda
Een verzameling van onderwerpen waarvan de maatschappij aangeeft deze op de agenda te willen
plaatsen. Zie ook agenda, politieke agenda.
Moleculaire biologie
De tak van biologie die het metabolisme (stofwisseling) van organismen op molecuul niveau
bestudeert.
44 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 45
Monogene aandoeningen
Erfelijke ziekten die ontstaan door een mutatie (verandering) in de DNA-code van één gen. Er zijn
inmiddels ongeveer 5000 monogene aandoeningen bekend. Wanneer beide ouders een recessieve
mutatie hebben voor een monogene ziekte (ze zijn zelf niet ziek) is de kans 25% dat hun kinderen deze
ziekte krijgen, zoals bij taaislijmziekte. Bij een dominantie mutatie in één gen van bij één van de
ouders (deze ouder is zelf ziek) is de kans 50% dat hun kinderen deze ziekte ook krijgen, zoals bij de
ziekte van Huntington. Zie ook DNA, gen, dominant, recessief.
Multifactoriële aandoeningen
Dit zijn erfelijke ziekten die worden veroorzaakt door één of meerdere genetische afwijkingen, vaak
in combinatie met één of meerdere omgevingsfactoren. Het gaat hierbij niet alleen om zeldzame
genetische afwijkingen, maar ook om vaak voorkomende verschillen (polymorfismen) in genen.
Het extra ziekterisico dat een genetische afwijking oplevert kan daarbij heel verschillend zijn en kan
variëren van minder dan 1% (Factor V-Leiden mutatie) tot meer dan 80% (bepaalde BRCA-mutaties).
Verreweg de meeste ziekten zijn multifactorieel bepaald (zoals cara, hart- en vaatziekten, kanker en
dementie). Zie ook genen, genetische afwijking.
N Nanotechnologie
Technologie waarbij gebruik wordt gemaakt van microscopisch kleine onderdelen. `Nanoschaal', dat
wil zeggen op afmetingen van onder de honderd nanometer (1 nanometer = 0,000001 millimeter).
Nutrigenomics
Onderzoeksterrein gericht op de relaties en interacties tussen voedingsmiddelen en (onderdelen van)
het genoom. Zie ook genoom, genomics.
P Politieke agenda
Onderwerpen die het kabinet en tweede kamer belangrijk vinden. Zie ook maatschappelijke agenda,
agenda.
Pre-implantatie genetische diagnostiek (PGD)
Onderzoek naar genetische afwijkingen van een in vitro tot stand gebracht embryo. Alleen embryo's
waarin de desbetreffende genetische afwijking niet wordt aangetroffen komen in aanmerking voor
terugplaatsing in de baarmoeder van de vrouw. Zie ook in vitro, genetische afwijkingen.
Prenataal genetisch onderzoek
Onderzoek naar genetische afwijkingen van het ongeboren kind.
Presymptomatische diagnostiek
Diagnostiek vindt plaats op een moment dat iemand die wordt onderzocht (nog) niet ziek is. Het gaat
er hierbij om na te gaan of iemand wel of niet drager van een bepaalde genetische afwijking.
45 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 46
Proteïnen
Proteïnen, of eiwitten, zijn grote moleculen, die opgebouwd zijn uit aminozuren. Alle processen in een cel
worden uitgevoerd door eiwitten. Ook worden eiwitten als bouwmateriaal gebruikt. Zie ook aminozuren.
Proteomics
Onderzoeksterrein gericht op eiwitten. In relatie tot genomics gaat het om het geheel van eiwitten dat
op grond van het genoom gesynthetiseerd kan worden. Voor het maken van eiwitten in een cel is RNA
van belang; met RNA kan informatie van het DNA worden gekopieerd en vervolgens worden vertaald
naar een eiwit. Zie ook DNA, RNA, eiwit.
R Recessief
Er zijn 3 `typen'genen: dominant, recessief en co-dominant. Recessieve genen komen niet tot
uitdrukking in een bepaalde eigenschap, zij worden overheerst door het andere gen wat dezelfde
eigenschap bezit. Wanneer de twee genen voor een bepaalde eigenschap echter allebei recessief zijn,
komt deze recessieve eigenschap wel naar voren.
Recombinanttechnieken
Technieken die gebruikt worden bij genetische modificatie. Dit omvat de technieken om genen te
isoleren, te identificeren, te karakteriseren, te klonen en te gebruiken om stukken DNA te `knippen' en
`plakken'. Zie ook DNA, Genetische modificatie.
RNA
RNA-moleculen geven informatie door van het DNA aan de `machines' die de eiwitten maken aan de
hand van deze informatie. RNA is de afkorting voor ribonucleïnezuur. Zie ook DNA, eiwitten.
S Stamcel
Een cel die oneindig kan delen en gespecialiseerde cellen aan kan maken, zoals bijvoorbeeld hart-
spiercellen, rode bloedlichaampjes en huidcellen. Een embryo bestaat in eerste instantie alleen uit
stamcellen. Later gaan deze zich specialiseren en vormen ze cellen met elk een eigen functie. Deze
gespecialiseerde cellen kunnen daarna geen andere functies meer vervullen, en ze kunnen ook nooit
meer teruggaan in hun ontwikkeling om weer stamcellen te vormen.
T Tissue engineering
Het kweken en gebruiken van levende cellen om beschadigde weefsels en organen te vervangen of te
herstellen.
Transmurale zorg
Zorg die wordt verleend op basis van samenwerkingsafspraken tussen verschillende zorginstellingen.
Het zorgaanbod wordt (idealiter) niet gehinderd door grenzen van bestaande zorgvoorzieningen. Zie
ook extramurale en intramurale zorg.
46 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 47
V Voorspellend genetisch onderzoek
Onderzoek gericht op de opsporing en verkleining van risico's op erfelijke aandoeningen later in het
leven. Aan de hand van een genetische test kunnen genetische afwijkingen worden vastgesteld, en
kunnen de kansen worden berekend voor tot uiting komen van de afwijkingen. Zie ook genetische
test.
W Weesgeneesmiddelen
Geneesmiddelen voor zeldzame ziekten. Zonder stimuleringsmaatregelen zou de ontwikkeling en het
op de markt brengen van deze geneesmiddelen bijna onmogelijk zijn.
X Xenotransplantatie
Hierbij worden dieren als orgaandonor gebruikt. Om afstotingsreacties te voorkomen is genetische
modificatie van deze dieren noodzakelijk. Zie ook genetische modificatie.
47 Bijlagen Agenda Medische Biotechnologie 2004-2007
2853 Agenda pdf 30-09-2004 16:52 Pagina 48
Document3 30-09-2004 17:03 Pagina 1
Uitgave: Met deze agenda geeft het ministerie van VWS haar
Ministerie van Volksgezondheid, beleidsuitgangspunten aan voor de periode 2004-2007
Welzijn en Sport op het terrein van de medische biotechnologie, welke
Bezoekadres: verbeteringen nodig zijn en welke concrete acties
Parnassusplein 5 VWS daarvoor zal doen. Deze agenda is het resultaat
2511 VX Den Haag van nauw overleg met vertegenwoordigers van
industrie, wetenschap, maatschappelijke organisaties,
Postadres:
Postbus 20350 andere overheden en met zorgverleners, patiënten en
2500 EJ Den Haag burgers.
Telefoon (070) 340 79 11 Wilt u reageren op deze agenda?
Telefax (070) 340 78 34
VWS hoort graag uw mening.
Publieksvoorlichting:
Telefoon: (070) 340 78 90 e-mail: jb.vd.wijngaard@minvws.nl
Internetadres:
www.minvws.nl
Oktober 2004
Albani Ontwerpers
VORMGEVING
04-0127
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport DVC
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport