Gauguin in Van Gogh Museum
5 oktober 2004 - Djoe Lan Tan
Een selectie van de Nabis-prenten en de volledige Volpini-serie, in
totaal circa 20 werken, zal tot en met 16 januari 2005 worden
gepresenteerd op de eerste etage van het Rietveldgebouw.
Ruim vier jaar na de verwerving van een omvangrijke collectie
laat-19de-eeuwse Franse grafiek heeft de Vincent van Gogh Stichting
opnieuw een belangrijke verzameling prenten aangekocht voor het Van
Gogh Museum. Het betreft in totaal 38 werken op papier van kunstenaars
als Paul Gauguin, Edouard Vuillard, Pierre Bonnard, Maurice Denis en
Paul Sérusier.
Volpini-serie
Centraal in de nieuwe aankoop staat de zogeheten Volpini-serie, een
befaamde groep van 11 zinkografieën van Paul Gauguin (1848-1903). Deze
serie maakte deel uit van een in eigen beheer georganiseerde expositie
van Gauguin en andere kunstenaars die plaatsvond tegenover het terrein
van de Wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs, in een poging om de
aandacht van het publiek te vestigen op hun kunst. Het was Gauguins
eerste serieuze prestatie op grafisch gebied.
Vereenvoudiging van vormen en kleuren
De expositie getiteld L'Exposition de Peintures du Groupe
Impressioniste et Synthétiste vond plaats in Café Volpini en bevatte
behalve prenten en schilderijen van Gauguin ook werk van Charles
Laval, Emile Bernard en Louis Anquetin. Het was de eerste gezamenlijke
manifestatie van een groep kunstenaars die de geschiedenis in zou gaan
als de School van Pont-Aven. Gauguin en zijn vrienden hadden het
Impressionisme en het Realisme verworpen ten gunste van het
Synthétisme, een stijl die zich kenmerkte door de vereenvoudiging van
vormen en kleuren tot vlakke, ritmische patronen en golvende lijnen.
Deze nieuwe stroming werd een belangrijke inspiratiebron voor onder
andere Les Nabis, een groep avant-garde kunstenaars die actief was in
Parijs in de periode 1890-1905.
Maurice Denis (1870-1943)
Maurice Denis (1870-1943)
Ontwerp voor de omslag van het album 'Amour', 1898
Aquarel, 56,8 x 42,5 cm
Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)
De prenten uit de Volpini-serie zijn gebaseerd op in Bretagne, Arles
en op Martinique gemaakte schilderijen. Ongetwijfeld zag Gauguin de
prenten als een manier om zijn schilderijen onder de aandacht te
brengen. In dit idee werd hij bevestigd door kunsthandelaar Theo van
Gogh, Vincents broer, die tegen Gauguin zou hebben gezegd dat er
interesse bestond in prenten naar schilderijen.
Goedkope reproductiemethoden
Lithografieën en zinkografieën waren aan het eind van de 19de eeuw
goedkope reproductiemethoden die snel populair werden onder
kunstenaars. Gauguins keuze voor zinkplaten in plaats van steen
(litho) voor het maken van deze serie was een puur economische. Zijn
benadering van de zinkografie was eerder die van een schilder dan van
een tekenaar: hij gebruikte vaak een penseel en voegde inktoplossingen
toe om een grote variëteit in structuur te krijgen.
De meeste afzonderlijke prenten in de Volpini-serie, in een oplage van
circa 50 stuks gedrukt, zijn door de jaren heen verspreid geraakt. Het
is dan ook zeer uitzonderlijk te noemen dat een complete serie, die
bovendien in perfecte staat verkeert, kon worden aangeschaft.
Nabis-groep
Daarnaast is een aantal prenten en ontwerpen voor prenten verworven
van onder anderen Pierre Bonnard, Edouard Vuillard en Maurice Denis,
die tot de Nabis-groep behoorden. De bladen laten meer het
experimentele karakter van hun werk zien en vormen derhalve een
waardevolle aanvulling op de huidige collectie. De uitbreiding met
verschillende staten van bepaalde litho's stelt het museum nu in de
gelegenheid om een beter inzicht te geven in het creatieve proces van
deze kunstenaars.
© Gemeente Amsterdam
Gemeente Amsterdam