http://www.minez.nl
MINEZ:Vragen van het Lid Van Dam
Vragen van het lid Van Dam (PvdA) aan de minister van Economische
Zaken over de openbaarheid van informatie met betrekking tot de plaats
van GSM- en UMTS-antennes. (Ingezonden 22 september 2004)
De minister van Economische Zaken mr. L.J. Brinkhorst heeft deze
vragen als volgt beantwoord.
1. Kunt u zich voorstellen dat bij veel burgers ongerustheid bestaat
over de mogelijke (gezondheids-) effecten van elektromagnetische
straling die afkomstig is van UMTS-antennes?
Antwoord:
Ja, daarom is één van de doelstellingen van het antennebeleid gericht
op het verstrekken van goede informatie aan burgers over antennes en
gezondheid.
2. Deelt u de mening dat burgers zich moeten kunnen informeren over
de aanwezigheid van UMTS-antennes in hun woon- of leefomgeving?
Antwoord:
Ja. Het Nationaal Antennebureau heeft onder meer het doel om burgers
te informeren over antennes in hun woon- en leefomgeving.
3. Waarom zijn in het antenneregister van het Nationaal Antennebureau
geen UMTS-antennes opgenomen?
Antwoord:
De eerste gegevens inzake de UMTS-opstelpunten zijn door de operators
aangeleverd en verschijnen op korte termijn ook op de website. De
eerste evaluatie van het antenneconvenant inzake vergunningvrije
antennes (dat ik u binnenkort toestuur) laat zien, dat operators zich
hebben gehouden aan de aanlevertermijnen van de gegevens over nieuw
geplaatste antennes. Naar verwachting zullen zij dit blijven doen.
4. Deelt u de mening dat burgers zeer nauwkeurige informatie wensen
over de locatie van een antenne voor telecommunicatie of
omroepdistributie?
Antwoord:
Ja. De informatiebehoefte van burgers kan zowel gericht zijn op
algemene informatie over antennes en gezondheid als op gedetailleerde
informatie over antennes in de buurt.
5. Waarom kan een burger in het Antenneregister niet de exacte
locatie van een antenne achterhalen?
Antwoord:
Het Nationaal Antennebureau houdt een Antenneregister bij, waarvan een
deel via de website is te benaderen. Burgers kunnen van iedere antenne
de contouren van de blootstellingslimieten opzoeken. Voor specifiekere
informatie over de eigenaar van de antenne of locatiegegevens kan
informatie bij het Nationaal Antennebureau worden opgevraagd. Op
verzoek van de operators is gekozen voor de vorm, dat de vragensteller
zich aan het Antennebureau bekend moet maken voor het verkrijgen van
dergelijke informatie. Dit werpt een drempel op voor misbruik van de
gegevens.
De overheid is voortdurend in overleg met betrokken partijen om de
informatievoorziening door middel van het Antenneregister te
vergroten.
6. Kunt u uitleggen waarom een burger in andere landen zoals het
Verenigd Koninkrijk, Zwitserland of Frankrijk wél de exacte locatie
van een antenne kan achterhalen? Welk verschil tussen de genoemde
landen en Nederland rechtvaardigt dit verschil in werkwijze?
Antwoord:
In Nederland kunnen burgers ook de exacte locatie van een antenne
opvragen, dat vergt evenwel een vraag aan het Antennebureau.
7. Waarom kan een burger in het Antenneregister niet achterhalen
welke operator eigenaar is van een antenne?
Antwoord:
Om dezelfde reden als in vraag 5 is gegeven is ervoor gekozen om de
eigenaar niet te noemen op de website. Ook hier kan een aanvullende
vraag aan het Antennebureau voor nadere informatie zorgen.
8. Kunt u uitleggen waarom een burger in het Verenigd Koninkrijk wel
de eigenaar van een antenne kan achterhalen? Welk verschil tussen het
Verenigd Koninkrijk en Nederland rechtvaardigt dit verschil in
werkwijze rechtvaardigt?
Antwoord:
In Nederland kan een burger ook de eigenaar van een antenne
achterhalen.
9. Bent u bereid maatregelen te nemen om te zorgen dat Nederlandse
burgers via het antenneregister kunnen achterhalen of er in hun woon-
of leefomgeving een UMTS-antenne is opgesteld, op welke exacte locatie
GSM- en UMTS-antennes zijn geplaatst en welke operator eigenaar is van
een GSM- of een UMTS-antenne?
Antwoord:
Die maatregelen zijn niet nodig gelet op bovenstaande antwoorden. Ik
ben er momenteel voor alsnog niet van overtuigd, dat deze informatie
behalve op aanvraag, ook via de website toegankelijk moet zijn. De
mogelijkheid om aanvullende informatie op te vragen, indien de
vragensteller zich bekend maakt, werpt naar mijn idee voldoende
drempel op om misbruik van het register te voorkomen.
Het is mijn bedoeling om binnenkort te starten met tweede evaluatie
van het convenant daarin zal aandacht gegeven kunnen worden aan de
informatievoorziening aan burgers.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51,
telefoon 0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl.
Voor journalisten: mevr. J. Thompson-Sepmeijer, persvoorlichter,
telefoon (070) 379 6174, e-mail:
C.J.Thompson-Sepmeijer@minez.nl
05 okt 04 10:31
Ministerie van Economische Zaken