ERNST AND YOUNG
Ernst & Young: opkomst van het autobedrijf
Ernst & Young: De opkomst van het autobedrijf
Rapport over de toekomst van de Nederlandse autoindustrie
Rotterdam, 5 oktober 2004
Het autobedrijf van de toekomst beperkt zich bij het samenstellen van
zijn portfolio niet langer tot de diensten van een leverancier, maar
bepaalt per activiteit (verkoop, after sales, onderdelen, etc.) met
wie het beste zaken gedaan kan worden. Dat is een van de conclusies
uit het vandaag verschenen rapport Automotive na 2010: De opkomst van
het autobedrijf. Het rapport van Ernst & Young wordt vandaag
gepresenteerd tijdens het Automotive Managementcongres in Apeldoorn.
Ernst & Young heeft, in samenwerking met Holland Van Gijzen Advocaten
en Notarissen, een uitgebreid onderzoek verricht naar de toekomst van
de automobielsector. In vier scenario's worden evenzoveel mogelijke
toekomsten geschetst voor 2010. De werkelijke toekomst zal onderdelen
uit de vier scenario's bevatten.
'We hebben onze scenariostudie de ondertitel de opkomst van het
autobedrijf meegegeven. Hiermee geven we aan dat de autodistributie en
retail na 2010 een veel breder karakter heeft', zegt Frans de Bruijn
partner bij de sectorgroep Automotive van Ernst & Young. 'Traditioneel
onderscheid tussen het merkkanaal en het universele kanaal zal
vervagen, doordat ieder bedrijf zijn eigen dienstverlening bepaalt.
Aan het roer van het autobedrijf van de toekomst staat de ondernemer,
die durft te kiezen en op basis van berekening, intuïtie en daadkracht
zijn bedrijf klaarstoomt voor het tweede decennium van de 21ste
eeuw.'
Het rapport geeft zoals gezegd schetsen van de sector zoals die er in
het jaar 2010 uit zou kunnen zien. Kenmerkende zaken in 2010 zijn:
Ten aanzien van de retail:
- Er gaat in de jaren naar 2010 een rationalisatie plaatsvinden in de
distributie van auto's. Het aantal contractpartners daalt naar
verwachting met 30 procent. Vooral middelgrote bedrijven vormen een
overnamedoel voor grote dealerholdings. Kleinere dealers blijven op de
been door verbreding van activiteiten, en regionale samenwerking
in combinatie met regionale marktkennis.
- De top 10 van de autobedrijven heeft in 2010 een 40% marktaandeel in
de verkoop van nieuwe auto's, thans bedraagt dat percentage circa
17%.
- Importeursschappen gaan de komende jaren verdwijnen; er blijven
alleen regionale sales en marketing units over. Een gedeelte van hun
taken wordt overgenomen door de grote autogroepen die in 2010 op de
markt actief zijn.
- De verkoop van occasion wordt een battlefield. Actieve verkoop door
leasemaatschappijen en fleet-owners, directe verkoop
tussenparticulieren onderling en actieve inkoop door autogroepen. Hun
occasioncenter wordt een separaat profit center waarin de noodzaak van
een aantrekkelijk aanbod cruciaal is.
- De particuliere markt (verkopen van occasions tussen particulieren
onderling) zal sterk blijven groeien.
- Het ouderensegment is een in belang toenemende doelgroep voor iedere
ondernemer. Ouderen zijn vooral gevoelig voor meerwaarde. De
autobedrijven die in hun portfolio de juiste merken vertegenwoordigen
en gelijktijdig in weten te spelen op de wensen van deze doelgroep
positioneren zich goed. Demografische ontwikkelingen leiden
onvermijdelijk tot vergrijzing van hun klantenbestand!
- Fabrikanten gaan experimenteren met rechtstreekse verkopen. Eerst
aan leasemaatschappijen en fleet owners, in sommige scenario's later
ook aan particulieren.
- Het retailmerk komt centraler te staan. Autobedrijven profileren
zich niet langer alleen onder de naam van het merk dat zij
vertegenwoordigen. Immers, zij vertegenwoordigen in 2010 meerdere
merken.
- Er zal een sterke scheiding tussen sales en after sales ontstaan.
Vandaag de dag draagt de werkplaats relatief gezien sterk bij aan het
resultaat van garagebedrijven. De komende jaren daalt de marge op
reparatie & onderhoud en de verkoop van onderdelen. Op verkoop zal een
hogere marge ontstaan, mede doordat schaalgrootte en inkoopmacht in
toenemende mate wordt beloond door fabrikanten.
Leasing:
- In 2010 kent de markt slechts zeer grote en een aantal kleine lokale
spelers. Mede ingegeven door risicobeheersing (basel II) en
vermogensvereisten is geen ruimte meer op de markt voor middelgrote
leasemaatschappijen.
- De grote leasemaatschappijen zijn in 2010 zelfstandig, of zijn in
eigendom van autofabrikanten. Banken trekken zich de komende jaren als
eigenaar terug uit de leasemarkt, uiteraard blijven zij wel zorgen
voor de financiering van deze bedrijven.
- De leasemaatschappij koopt in 2010 auto's en onderdelen rechtstreeks
in bij de fabrikant
- Leasemaatschappijen besteden in 2010 grote onderhoudsvolumes aan bij
after sales ketens
- Leasemaatschappijen gaan experimenteren met het leasen van gebruikte
auto's (occasionlease) en gaan over tot het modulair aanbieden van hun
diensten (bv alleen beheer van het wagenpark).
- De komende jaren worden de (on)mogelijkheden van prive lease
contracten opnieuw onderzocht. Simpelweg, zo blijkt uit ons onderzoek,
omdat de markt daar naar vraagt.
- De leasemaatschappij verkoop in 2010 mobiliteit in plaats van het
alleen 'verhuren' van een auto.
After sales:
- De consument wil in 2010 de werkplaats kunnen boeken via het
internet.
- De reparateur optimaliseert zijn werkplaatsplanning door middel van
het easyjet-model of last-minute acties.
- In de schadeherstelbranche zien wij het schadevolume de komende
jaren dalen met 20-30 procent. Het gevolg daarvan is een sanering in
de branche gericht op het terugdringen van overcapaciteit. Daarbij is
vergroting van de bedrijfsomvang in deze sector onontkoombaar.
- Wij voorzien een toename in het gestuurde onderhoud, door middel van
nieuwe groeimarkten vanuit de leasemaatschappijen (privéleasing,
onderhoudscontracten)
- Op het gebied van after sales gaan bedrijven veel meer met elkaar
samenwerken. Zij doen dat in reactie op de onderhoudsturing door
leasemaatschappijen en fleet owners. Slechts door samenwerking blijven
zij een aantrekkelijke contractpartij voor deze bedrijven.
- De grote dealerholdings kiezen voor multimerk onderhoud. In de
werkplaats worden auto's onderhouden van alle merken die de het
bedrijf verkoopt.
- Onderhoud & reparatie krijgt een meer universeel karakter. Dealers
ontwikkelen universele activiteiten.
- Autobedrijven zullen de inkoop van onderdelen gaan rationaliseren.
In toenemende mate zullen er onderdelen van gelijke kwaliteit worden
ingekocht in plaats van merkonderdelen. Deze ontwikkeling is mede
ingegeven door leasemaatschappijen autobedrijven verplichten
alternatieve onderdelen te gebruiken. Ook speelt de trend richting
multimerk onderhoud een rol, waardoor centrale inkoop van snel lopende
onderdelen voor autobedrijven aantrekkelijk wordt.
EINDE BERICHT
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
Karel Zwaan
Ernst & Young
010 406 53 64
06 533 09 571
05 okt 04 10:03