Tweede Kamer der Staten Generaal
T.a.v. van de commissieleden Verkeer en Waterstaat
Postbus 20018
2500EA DEN HAAG
Utrecht :28 september 2004
Kenmerk :CB04-1111/wvv
Betreft :AO over vervoer- en beheerconcessie
bespreekdatum 5 oktober 2004
Geacht commissielid,
Op 5 oktober debatteert de Tweede Kamer over de vervoerconcessie voor de NS
en de beheersconcessie voor ProRail. Tijdens de hoorzitting van 15
september hebben wij, Chronisch zieken en Gehandicapten Raad (CG-Raad),
onze bezorgd-heid geuit over de eisen die aan de concessiehouders worden
gesteld. Wij vinden dat de Staatssecretaris als concessieverlener meer
concrete eisen moet stellen aan de kernprestaties die bij de
zorgplichtelementen (vervoerconcessie) en de kwaliteit van de
hoofdspoorweginfrastructuur en het beheer daarvan (beheerconcessie) horen.
Dit geluid sluit overigens naadloos aan bij het advies van het Landelijk
Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer (LOCOV), waarvan ook de CG-
Raad deel uitmaakt.
Tijdens de hoorzitting zijn wij met name ingegaan op de toegankelijkheid
van het spoor. In de vervoerconcessie staat hierover dat de NS ervoor zorgt
dat de treinen toegankelijk zijn voor een ieder (artikel 6: zorgplicht) en
in de beheerconcessie wordt toegankelijkheid als een van de prestatie-
indicatoren genoemd (artikel 6: prestaties inzake de kwaliteit). Wij vinden
dat de Staatssecretaris ook op dit punt veel te veel aan de
concessiehouders zelf overlaat hoe zij hieraan uitvoering geven. Wij zijn
van mening dat de verantwoordelijkheid voor het verbeteren van de
toegankelijkheid bij zowel de concessiehouders (NS en ProRail) als bij het
ministerie van Verkeer en Waterstaat dient te liggen. Immers: als het
treinvervoer in 2030 volledig toegankelijk moet zijn, dan vraagt dat om een
gezamenlijke inspanning. Het gaat hierbij niet alleen om toegankelijke
treinen, maar ook om toegankelijke stations. Zo dienen alle perrons in 2030
een dusdanige hoogte te hebben dat de instap in de toegankelijke trein ook
door een ieder gemaakt kan worden.
Echter zonder dat de Staatssecretaris concreet aangeeft welke prestaties
zij van NS en ProRail verwacht, is de ambitie van volledige
toegankelijkheid volstrekt onvoldoende gewaarborgd. Wij vinden dit een
groot gemis, temeer daar het beleid van de rijksoverheid is dat mensen met
een functiebeperking zoveel mogelijk met de trein reizen in plaats van
specifiek vervoer. Hierbij refereren we aan de recente discussies in de
Tweede Kamer en de ingenomen standpunten over het Bovenregionaal vervoer
gehandicapten, Valys. De toegankelijkheid van het treinvervoer moet dan ook
wel geregeld zijn. De CG-Raad vindt evenwel dat de rijksoverheid niet
consequent is en haar verantwoordelijkheid onvoldoende neemt. Dit komt niet
alleen tot uiting in de concessieverleningen, maar ook in de middelen die
voor de toegankelijkheid van de infrastructuur vrijgemaakt worden. Mede in
relatie tot gewenste inrichting van de Wet Gelijke Behandeling vinden wij
dit uiterst teleurstellend.
Wij vragen de Tweede Kamer om de Staatssecretaris aan te spreken op haar
verantwoordelijkheid, zodat de mensen met een functiebeperking ervan op aan
kunnen dat de rijksoverheid daadwerkelijk werk maakt van hun wens om
volwaardig aan de samenleving te kunnen deelnemen.
Met vriendelijke groeten,
Jan Troost,
Voorzitter
C.C.
Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs
Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M.H. Schultz
Staatssecretaris van VWS, C. Ross-van Dorp
Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland