Kamerstuk, 4-10-2004
Preventie van overgewicht
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP/VL 2519061
4 oktober 2004
Hierbij bied ik u een rapport aan van het RIVM over de mogelijke
gezondheidswinst door het terugdringen van overgewicht en het
stimuleren van gezonde voeding. De preventie van overgewicht is één
van de speerpunten uit de nota Langer gezond leven 2004-2007. Tevens
wil ik u op de hoogte stellen van enkele veelbelovende activiteiten.
Ons eten gemeten
Het RIVM rapport `Ons eten gemeten: Gezonde voeding en veilig voedsel
in Nederland' geeft een uitgebreid overzicht van de huidige
wetenschappelijke kennis over de effecten van voeding op de
volksgezondheid. Het is uniek in de zin dat gezondheids- én
veiligheidsaspecten samen en in hun onderlinge samenhang worden
besproken.
Het rapport laat zien dat er in Nederland aanzienlijk
gezondheidsverlies wordt geleden doordat we teveel en verkeerd eten.
Hierdoor neemt het aantal mensen met (ernstig) overgewicht toe en zijn
er jaarlijks zo'n 40.000 nieuwe gevallen van hart- en vaatziekten,
diabetes type 2 en kanker. Dit leidt tot gemiddeld 20.000 doden per
jaar en uiteindelijk tot 2 jaar korter leven.
De aanbevelingen voor een gezondere voeding zijn: minder verzadigd vet
en transvet en meer vis, groenten en fruit. Ook de omvang van de
voedselconsumptie is van belang; overgewicht ontstaat als de
voedselinname niet meer in overeenstemming is met het energieverbruik
door lichamelijke activiteit. Het bevorderen van een gezonde voeding
en het stimuleren van meer beweging verdienen daarom een hogere
prioriteit dan tot nu toe het geval was. Het gezondheidsverlies door
onveilig voedsel is beperkt vergeleken met dat door ongezonde voeding.
Ons voedsel kan thans als veiliger dan ooit beschouwd worden. Het
rapport doet de aanbeveling het huidige niveau van veiligheid in stand
te houden en af te stemmen op nieuwe ontwikkelingen.
Opdat burgers daadwerkelijk gezonder gaan eten en meer gaan bewegen is
er een integrale strategie nodig van alle betrokken partijen
(bedrijfsleven, consument en overheden). Het rapport laat zien dat
belangrijke kansen liggen bij het voedselaanbod en daarmee in handen
zijn van het bedrijfsleven. De consument heeft een eigen
verantwoordelijkheid en zal bewustere keuzes moeten maken. De overheid
heeft een voorwaardenscheppende taak, waarbij wetgeving volgens de
auteurs een mogelijke rol kan spelen. Ik kan grotendeels instemmen met
deze analyses en aanbevelingen van het RIVM. Ten aanzien van wetgeving
wil ik mij echter vooralsnog terughoudend opstellen in afwachting van
de uitkomsten van in gang gezette activiteiten.
Brede maatschappelijke coalitie
Zoals beschreven in de nota Langer gezond leven, en nogmaals bevestigd
door het rapport, is een brede maatschappelijke coalitie noodzakelijk
om overgewicht terug te dringen. Een dergelijke samenwerking begint op
gang te komen.
Via het Regulier Overleg Overgewicht (ROO) ben ik al geruime tijd in
gesprek met maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van de
sociale partners en het bedrijfsleven. Een werkgroep met een aantal
van de partijen uit het ROO werkt op dit moment onder regie van VWS
aan een intentieverklaring voor een gezamelijke aanpak van de
preventie van overgewicht. De intentieverklaring zal het komende half
jaar verder worden uitgewerkt op het niveau van concrete maatregelen.
Partijen tonen zich in toenemende mate bewust van hun mogelijkheden om
een bijdrage te leveren aan het terugdringen van overgewicht. Zo heeft
de Nederlandse Voedingsmiddelen Industrie VAI mij dit voorjaar een
gedragscode aangeboden met speciale aandacht voor reclame gericht op
kinderen. Het Centraal Bureau Levensmiddelen CBL heeft in het kader
van het Regulier Overleg Overgewicht een tienstappenplan ontwikkeld
voor de bijdrage die supermarkten kunnen leveren. Ook heb ik dit
voorjaar de overgewichtproblematiek op de agenda gezet in het kader
van het grote stedenbeleid. Inmiddels werken achtentwintig van de
dertig grote steden aan meerjarenontwikkelingsprogramma's waarin het
terugdringen van overgewicht bij jeugdigen een prominente plaats
inneemt.
Mijn streven is u dit jaar nog verder te informeren over de voortgang
en uitwerking van de gezamenlijke intentieverklaring.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Rapport
Ons eten gemeten
Rapport, 4-10-2004
Zie het origineel
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport