---
01-10-2004 http://www.eu2004.nl/
Justitie en Binnenlandse Zaken | Persberichten
---
*Verslag informele JBZ-Raad
De informele bijeenkomst van EU ministers van Justitie en Binnenlandse zaken (JBZ-Raad) in Scheveningen stond geheel in het teken van de voorbereiding van het meerjarenprogramma voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht in de EU. Hoewel er bij dergelijke informele bijeenkomsten geen formele besluiten worden genomen, hebben de ministers op een aantal terreinen politieke overeenstemming bereikt over de richting waarin het meerjarenprogramma zich moet ontwikkelen. Het is de bedoeling dat dit programma bij de Europese Raad van regeringsleiders en staatshoofden op 5 november wordt vastgesteld. Onderwerpen die in het meerjarenprogramma aan de orde komen zijn onder meer terreurbestrijding, veiligheid, civielrechtelijke samenwerking, immigratie, grenzen en asiel.
De EU ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken zijn het er over eens dat de informatie-uitwisseling tussen wetshandhavingsdiensten verbeterd moet worden, met als regel het uitwisselen van die informatie die de betrokken diensten nodig hebben voor hun taakuitoefening. Het grensoverschrijdende karakter van de Europese Unie mag geen belemmering zijn voor de uitwisseling van gegevens. Er moet wel worden voldaan aan een aantal belangrijke voorwaarden:
- het moet nodig zijn voor de taakuitoefening
- de gegevens moeten van goede kwaliteit zijn
- de gegevens mogen niet in verkeerde handen komen
- de burger moet beschermd worden tegen misbruik van de gegevens
Hetzelfde principe gaat ook gelden voor gegevensuitwisseling in het kader van de terreurbestrijding. Verder is politieke overeenstemming tussen de lidstaten over het principe dat inlichtingen- en veiligheidsdiensten hun bevoegdheden niet alleen kunnen aanwenden tegen bedreigingen van de veiligheid op het eigen grondgebied maar waar nodig, ook ten behoeve van de bescherming van de veiligheid van andere lidstaten. Informatie die bij een lidstaat beschikbaar is over een eventuele dreiging bij een andere lidstaat moet onverkort en zo snel mogelijk ter beschikking worden gesteld aan de betreffende lidstaat.
Er is grote eensgezindheid bij de lidstaten over het feit dat het functioneren van Europol en Eurojust versterkt en verbeterd moet worden. De lidstaten moeten zorgen voor een effectieve naleving van de verplichting tot het aanleveren van goede informatie aan Europol door de nationale diensten. Verder moeten de lidstaten zorgdragen voor implementatie en ratificatie van alle verdragen en protocollen in relatie tot Europol en Eurojust.
Op het terrein van het internationale familierecht zijn de lidstaten het er over eens dat de juridische belemmeringen die burgers ondervinden op het gebied van levensonderhoud, erfrecht en het huwelijksgoederenrecht moeten worden weggenomen. Dit betekent overigens niet dat de wetgeving op het terrein huwelijken en relaties zullen worden geharmoniseerd.
Verder zijn de EU-lidstaten het grosso modo eens geworden over de veiligheidsaspecten van grensoverschrijdende crises binnen Europa. Grensoverschrijdende crisisbeheersing binnen de EU is vanuit het gezichtspunt van openbare orde en veiligheid nu eigenlijk nog niet geregeld. De bestaande EU-structuren gaan alleen over crises buiten de Unie, of zijn grensoverschrijdend alleen gericht op bijvoorbeeld het milieu of de volksgezondheid. Verder is de civiele burgerbescherming nu nog vooral nationaal georganiseerd.
Maar rampen en crises storen zich niet aan landsgrenzen: denk aan vogelpest en SARS, maar ook aan terroristische aanslagen met grensoverschrijdende gevolgen en de bescherming van de vitale infrastructuur (o.a. energie, drinkwater, voedselvoorziening, transport, telecommunicatie, rechtsorde). Ook voor de veiligheidsaspecten van grensoverschrijdende crises op deze terreinen is een effectief management binnen Europa nodig. Dat kan bijvoorbeeld als dreigingsanalyses van Europese veiligheids- en politieorganisaties leiden tot EU-brede activiteiten ter bescherming van de bevolking. Of door een EU-alerteringssysteem op te zetten. Ook kunnen alle EU-landen hun bescherming van de vitale infrastructuur op elkaar afstemmen. En na een crisis moet snel recherche-informatie uitgewisseld worden.
Asiel/Migratie
Op1 oktober bestond bij elke lidstaat de oprechte zorg over de humanitaire situatie van personen die via mensensmokkelaars in erbarmelijke omstandigheden naar Europa komen. Velen komen om op hun tocht over de Middellandse Zee. Dit is ook waar de heer Schily aan heeft gerefereerd.
Tijdens de Raad zijn een aantal goede stappen gezet. Het doel van een gemeenschappelijk asielbeleid moet echt dichterbij komen. Verder is gesproken over een effectief terugkeerbeleid, waardoor illegale migratie kan worden ontmoedigd. Ook willen we de landen van herkomst meer helpen.
Er is een noodzaak om op korte termijn tot oplossingen te komen, maar ook om op lange termijn tot duurzame oplossingen te komen. Minister Schily, de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen Lubbers en Commissaris Vitorino hebben daartoe aanzetten gegeven.
De lidstaten hebben vandaag duidelijk gemaakt dat EU bijdrage kan en moet leveren aan effectiever internationaal beschermingssysteem. Het beeld dat in de media is geschetst m.b.t. "kampen" in Noord-Afrika voor asielzoekers is ongelukkig. De lidstaten spreken over opvangcentra en bescherming. Het is geen alternatief maar een aanvulling op Europees asielsysteem.
De Europese Commissie steunt op dit moment al 3 proefprojecten onder leiding van de UNHCR, waaronder 1 om in Noord-Afrikaanse transitlanden de eigen capaciteit van die landen op te bouwen om door die landen zelf asielzoekers en migranten op te vangen.
Commisaris Vitorino heeft gezegd te willen overwegen steun te geven aan een mogelijke verdere stap: het ontwikkelen van pilotcentra in transitlanden met behulp van de UNHCR. Randvoorwaarde is wel dat in ieder geval die landen het Vluchtelingenverdrag onderschrijven. De vraag is nog wel of het mogelijk is om buiten de EU asielaanvragen te behandelen. Dat moet nog zorgvuldig worden onderzocht.
Er is consensus over vormgeven EU regionale beschermingsprogramma's. Dit kan worden uitgeprobeerd via één of meerdere pilots in de regio.
De noodzaak voor de komst van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel wordt onderschreven. We staan nu aan vooravond tweede fase asielstelsel.
Partnerschap met derde landen is onontbeerlijk voor een succesvol migratiebeleid. Niet beperken tot partnerschap op asiel en immigratie, maar ook andere terreinen zoals OS, economische samenwerking, handelsbeleid, en mensenrechtenbeleid.
Volgend jaar (per 1 mei 2005) moet het Agentschap voor het Beheer van de Buitengrenzen operationeel zijn. Dat is een belangrijke stap vooruit in het opzetten van een geïntegreerd systeem voor buitengrenzen. Alleen dan kunnen we de problemen met illegale immigratie bij de buitengrenzen echt aanpakken.
Ook is gesproken over een snelle reactiemacht nationale experts t.b.v. bijstand aan de buitengrenzen Dit maakt de solidariteit tussen de landen tastbaar. Inzet bijvoorbeeld ook bij het bestrijden van illegale migratie over zee.
Het gemeenschappelijke visumbeleid is één van de terreinen waar winst uit verdere samenwerking te halen is. Screening van visumaanvragen dient te worden verbeterd d.m.v. toepassing van biometrische kenmerken. Misschien komen er ook gemeenschappelijke EU-kantoren voor afgifte visa op middellange termijn. Eerste aandachtspunt is een gemeenschappelijke aanvraagcentra.
Het vervolg van de discussie over het meerjarenprogramma zal plaatsvinden tijdens de formele JBZ-raad op 25 en 26 oktober in Luxemburg, waar verdere besluiten kunnen worden genomen.
http://www.eu2004.nl/20041001-172237-Q
Het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie