Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Defensie
Persbericht ministerraad
1 oktober 2004
530 NEDERLANDSE MILITAIREN IN EU-MISSIE BOSNIË- HERZEGOVINA
De Europese Unie neemt per 1 december het commando over van de NAVO-troepenmacht in Bosnië-
Herzegovina. Nederland zal aan deze eerste grote door de EU geleide missie, een bijdrage leveren van
maximaal 530 militairen voor de duur van zes maanden. De EUFOR-missie moet de voormalige
strijdende partijen ervan weerhouden het conflict opnieuw gewapenderhand aan te gaan en zal toezien
op het naleven van het Dayton-vredesakkoord. Dat staat in een gezamenlijke brief van de ministers van
Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, die aan de Tweede Kamer is gestuurd.
De missie, genaamd operatie Althea, is een belangrijke stap in de ontwikkeling van het Europese
Veiligheids - en Defensiebeleid. Deelname aan deze EU-missie onderstreept de Nederlandse
betrokkenheid bij de Westelijke Balkan. Naast de militaire missie heeft de Nederlandse regering een
uitgebreid ontwikkelingsprogramma in de Westelijke Balkan. Ook zet ze zich in voor een soepele
overdracht van bestuur aan de lokale autoriteiten en voor economische opbouw.
De EU is sterk betrokken bij de Westelijke Balkan. Er is een speciaal vertegenwoordiger aangesteld,
sinds begin vorig jaar is er een EU-politiemissie en het Stabilisatie- en Associatieproces moet de regio
perspectief bieden op integratie in de EU-structuren. Nu neemt de EU de militaire missie over om die
voort te zetten in de laatste fase: afbouw van militaire presentie.
De nieuwe missie zal dezelfde omvang hebben als de NAVO-missie SFOR - ongeveer 6.000 militairen.
Nederland zal daarin de huidige bijdrage van maximaal 530 militairen voortzetten.
RVD, 01.10.2004
Ministerie van Algemene Zaken