Vlaams Actieplan Europese werkgelegenheids-richtsnoeren 2004
Naar een meer sluitende aanpak voor werkzoekenden
De preventieve aanpak van langdurige werkloosheid is
vorig jaar in Vlaanderen opnieuw verbeterd, zo blijkt uit
het nieuwe 'Vlaams Actieplan voor de Europese
werkgelegenheids-richtsnoeren' dat op 1 oktober door
minister van Werk en Onderwijs Frank VANDENBROUCKE aan de
Vlaamse Regering werd voorgelegd. Dit gebeurt elk jaar in
het kader van de afspraken met de Europese Commissie.
De Commissie vraagt de lidstaten alle werkzoekenden een
nieuwe start te bieden nog voor ze langdurig werkloos
worden. Europa legt hierbij de grens op 6 maanden voor
jonge werkzoekenden (jonger dan 25 jaar) en op 12 maanden
voor volwassen werkzoekenden (ouder dan 25 jaar).
De VDAB, die in Vlaanderen instaat voor de begeleiding
van werkzoekenden, gaat bij zijn preventieve aanpak in
stappen te werk. Na een verkennend gesprek (in het jargon
de intake), wordt nagegaan wat de vaardigheden en
capaciteiten zijn van de werkzoekende (de screening) en
wordt gekozen voor een bepaalde oriëntatie. Ten slotte
wordt een traject op maat uitgestippeld en wordt op basis
daarvan een contract afgesloten tussen de werkzoekende en
de VDAB, die instaat voor de trajectbegeleiding.
In 1999 werden nog 12,6% van de jonge werkzoekenden en
9,7% van de volwassen werkzoekenden langdurig werkloos
zonder een intake, screening en oriëntatie door de VDAB.
Vorig jaar was dit percentage gedaald tot minder dan 5%
bij jonge én volwassen werkzoekenden, zo blijkt uit het
Actieplan 2004. Daar moet aan toegevoegd worden dat in
2003 nog ongeveer 8% van de jonge en 10% van de volwassen
werkzoekenden op het ogenblik dat ze langdurig werkloos
werden niet in trajectbegeleiding waren.
Het verder sluitend maken van de preventieve aanpak van
langdurige werkloosheid blijft een belangrijke
doelstelling van de Vlaamse Regering. Vanaf dit jaar
worden bijkomende inspanningen geleverd om de begeleiding
te verbeteren. In het nieuwe 'getrapte' begeleidingsmodel
wordt optimaal gebruik gemaakt van nieuwe vormen van
dienstverlening, zoals het automatisch overmaken van
passende vacatures en een telefonische screening en
opvolging van werkzoekenden.
Sterktes en zwaktes van de Vlaamse arbeidsmarkt
De voornaamste sterkte van de Vlaamse arbeidsmarkt ligt
in de kwaliteit van het arbeidsaanbod: de Vlaamse
beroepsbevolking is goed opgeleid en erg productief. Deze
sterkte hangt samen met de hoge kwaliteit van het Vlaamse
onderwijs en de hoge deelname aan het hoger onderwijs.
Het aantal vroegtijdige schoolverlaters ligt relatief
laag in Vlaanderen (12,5% tegenover 18% als EU-
gemiddelde), maar de recente stabilisatie (2000-2002) en
de lichte toename (in 2003) van deze indicator wijst erop
dat Vlaanderen er de afgelopen jaren niet in geslaagd is
deze 'drop out' uit het secundair onderwijs verder terug
te dringen.
De belangrijkste zwakte van de Vlaamse arbeidsmarkt is de
relatief beperkte en licht dalende arbeidsdeelname of
werkzaamheidsgraad (van 63,5% in 2002 tot 62,9% in 2003).
Vooral de arbeidsdeelname van ouderen is in Vlaanderen
erg laag in Europees vergelijkend perspectief. In 2003
werkte in Vlaanderen slechts 26,5% van de bevolking
tussen 55 en 64 jaar, tegenover 40,2% gemiddeld in de 25
EU-lidstaten.
Op het gebied van onderwijs en vorming valt de beperkte
appreciatie en aantrekkelijkheid van het technisch en
beroepsonderwijs op. De deelname aan permanente vorming
nam recent wel toe in Vlaanderen (van 6,7% in 2002 tot
7,6% in 2003), maar blijft desondanks relatief beperkt in
Europees perspectief (9,7% als EU-gemiddelde).
persinfo : Bob Van de Voorde, woordvoerder van
minister Vandenbroucke - tel. 02 552 68 00
e-mail: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be
---
Vlaamse overheid