Op voorstel van Vlaams minister van ruimtelijke ordening,
Dirk VAN MECHELEN, keurde de Vlaamse Regering, na advies
van de Raad van State, het besluit "houdende
vaststellingen van een gewestelijke stedenbouwkundige
verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-
voorzieningen en gescheiden afvoer van afvalwater en
hemelwater" definitief goed. Het besluit wordt voor
publicatie aan het Belgisch Staatsblad overgemaakt.
De Vlaamse Regering zet met deze aanpak van de
problematiek aan de bron, een stap in de verdere
beveiliging van bouwwerken tegen overstromingen. Deze
stedenbouwkundige verordening gaat dan ook uit van het
principe dat hemelwater in eerste instantie hergebruikt
moet worden, dan infiltreert in de bodem en als het niet
anders kan, vertraagd wordt afgevoerd.
In het verleden is gebleken dat de regelgeving rond
hemelwaterputten en huisaansluitingen in quasi elke
Vlaamse gemeente vaak onderling verschilde, wat de
doorzichtigheid van de regelgeving uiteraard verre van
bevorderde. Daarom heeft de Vlaamse Regering met deze
gewestelijke stedenbouwkundige verordening minimale
uniforme voorschriften uitgevaardigd. Het staat de
gemeenten en provincies vrij om strengere normen op hun
grondgebied uit te vaardigen.
Elk toekomstig gebouw in Vlaanderen met een
dakoppervlakte groter dan 75 vierkante meter zal in de
aanleg van een hemelwaterput moeten voorzien. Dit geldt
ook wanneer een dakconstructie met meer dan 50 vierkante
meter wordt uitgebreid. Indien verharde grondoppervlakten
groter dan 200 vierkante meter worden aangelegd, die
bestaande infiltratiemogelijkheden grotendeels
vernietigen, vallen ze ook onder deze regelgeving.
De stedenbouwkundige verordening is niet van toepassing
op groen- en rietdaken en op verhardingen, aangelegd met
steenslag of grastegels die nog voldoende
waterinfiltratie mogelijk maken.
persinfo : Philippe Heyvaert, woordvoerder van
minister Van Mechelen - tel. 02 552 67 00
e-mail: persdienst.vanmechelen@vlaanderen.be
---
Vlaamse overheid