Time : 12:16:53 PM
Date : Friday, October 01, 2004
Sender Name: Bureau fédéral du Plan

Economische begroting 2005

Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de Minister van Economie. Deze macro-economische vooruitzichten dienen als basis voor de opmaak van de federale ontvangsten- en uitgavenbegrotingen voor het jaar 2005. Bij het opstellen ervan werd rekening gehouden met de kwartaalrekeningen voor het tweede kwartaal van 2004 en de 'Gedetailleerde rekeningen en tabellen' uit Deel 2 van de jaarlijkse Nationale Rekeningen 2003.

Na drie jaar van ondermaatse economische groei, zou de Belgische economie in 2004 en 2005 een stuk beter presteren. De groei van het bbp tegen constante prijzen zou dit jaar aantrekken tot 2,4 % en bevestigen in 2005 met 2,5 %, na een toename met amper 1,3 % in 2003.

De opleving startte reeds midden 2003 onder impuls van een opleving van de internationale conjunctuur die zich verderzette tijdens de eerste helft van dit jaar. Voor de laatste twee kwartalen van 2004 wordt verwacht dat de kwartaal-op-kwartaalevolutie van het bbp verzwakt tengevolge van de recente toename van de olieprijzen. In 2005 zou de impact daarvan echter afnemen en zou het bbp opnieuw kwartaalgroeivoeten van ongeveer 0,7 % laten optekenen.

Herneming wordt in 2004 getrokken door netto-uitvoer Vergeleken met 2003 is de economische groei in 2004 niet alleen sterker, maar ook evenwichtiger. De groei werd vorig jaar immers volledig getrokken door de binnenlandse vraag, terwijl de netto-uitvoer een negatieve bijdrage van -0,4 procentpunt leverde. In 2004 daarentegen, zou de netto-uitvoer positief bijdragen tot de economische groei a rato van 0,4 procentpunt en daarmee de drijvende kracht achter de groeiversnelling zijn. De Belgische buitenlandse afzetmarkten -die zich grotendeels binnen de eurozone situeren- profiteren immers mee van de wereldwijde herleving die zich vooral in de Verenigde Staten, Japan en China duidelijk aftekent. De voorbije appreciatie van de euro strooit wel nog enig roet in het eten waardoor de Belgische uitvoergroei dit jaar beperkt wordt tot 4,2 %. De groei van de binnenlandse vraag zou dit jaar aantrekken tot 2 %, tegenover 1,7 % in 2003. Debet hieraan is de forse remonte van de bedrijfsinvesteringen, die na twee jaar van achteruitgang terug aanknopen met een groei van 1 % dankzij gunstige
financieringsvoorwaarden (die een gevolg zijn van de lage rente), positievere vraagvooruitzichten en de verbeterde
bedrijfsrendabiliteit. De gezinnen zouden zich iets terughoudender opstellen. Verwacht wordt dat zowel de particuliere consumptie als de investeringen in woongebouwen dit jaar iets minder snel toenemen dan in 2003. Het herstel van de gezinsuitgaven kondigde zich immers verrassend snel aan in 2003 en werd gevoed door een positieve kentering van de werkgelegenheid en het opwaarts gerichte consumentenvertrouwen sinds het tweede kwartaal van 2003. Die ontwikkelingen zetten zich verder tijdens het eerste kwartaal van 2004, waarin de particuliere consumptie eveneens gestimuleerd werd door het tweejaarlijks autosalon. Vermoedelijk zal de groei van het gezinsverbruik vertragen tijdens de tweede helft van dit jaar als gevolg van de stabilisatie van het consumentenvertrouwen sinds april en de relatief zwakke koopkrachtontwikkeling. De koopkrachtevolutie wordt getemperd door de hogere olieprijzen die de loonindexering doen achterblijven op de ontwikkeling van de consumptieprijsindex. Ondanks de verdere toename van de werkloosheidsgraad en de stagnering van het consumentenvertrouwen zou de spaarquote verder afnemen in 2004, waardoor de groei van de particuliere consumptie uitkomt op 2 %.

Rol van netto-uitvoer wordt in 2005 overgenomen door de binnenlandse vraag

De groei van de Belgische buitenlandse afzetmarkten zou in 2005 niet verder aantrekken. De kleine versnelling van de economische groei in de eurozone (2 % in 2005 tegenover 1,8 % in 2004) wordt immers geneutraliseerd door een verzwakking in de VS en Japan. De wisselkoers van de euro zou stabiliseren en daardoor geen verder competitiviteitsverlies meer veroorzaken, waardoor toch een verdere versnelling van de uitvoergroei (tot 5,5 %) verwacht wordt. Door de verbeterde concurrentiepositie zien de binnenlandse bedrijven hun afzetmogelijkheden verder toenemen en trekken de bedrijfsinvesteringen aan tot 4,7 %. Daarnaast wordt verwacht dat de infrastructuurwerken van de lokale overheden een hoge vlucht zullen nemen in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2006. Als gevolg daarvan zou de groei van de overheidsinvesteringen in 2005 aanzienlijk versnellen en een positieve bijdrage van 0,4 procentpunt tot de economische groei leveren. Nadat de spaarquote in de jaren 2003 en 2004 met in totaal 1,4 procentpunt is afgenomen, wordt verwacht dat de spaarneiging van de gezinnen zal stabiliseren. Zowel de particuliere consumptie als het reëel beschikbaar inkomen van de gezinnen zouden volgend jaar met 1,7 % toenemen. De groei van de investeringen in woongebouwen zou verder vertragen tot 2 %. Een en ander maakt dat de economische groei volgend jaar grotendeels zou gedragen worden door de binnenlandse vraag, die in 2005 verder aantrekt tot 2,6 %. In combinatie met de sterkere uitvoergroei betekent dit dat de invoer aangewakkerd wordt, waardoor de netto-uitvoer neutraal zou zijn voor de economische groei. Van het laatste kwartaal van 2001 tot en met eind 2002 evolueerde de binnenlandse werkgelegenheid in dalende lijn. Ondanks de bescheiden economische groei, werd die daling reeds begin 2003 omgebogen. In weerwil van het ongunstige niveau dat bereikt was begin 2003, lag het jaargemiddelde niveau toch 2.300 personen hoger dan het gemiddelde peil van 2002. Dit jaar en vooral volgend jaar zou de kwartaal-op-kwartaaltoename van de binnenlandse werkgelegenheid versnellen wat aanleiding zou geven tot een jaargemiddelde stijging van respectievelijk 17.700 en 31.700 personen. De
werkgelegenheidsgraad zou slechts langzaam stijgen (van 61,6 % in 2003 tot 62 % in 2005) doordat de werkgelegenheidscreatie nauwelijks de toename van de bevolking op arbeidsleeftijd overtreft. De werkloosheidsgraad zou dit jaar voor het derde jaar op rij oplopen en pas in 2005 een zeer bescheiden daling vertonen.
De inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, zou dit jaar en volgend jaar respectievelijk 2,1 % en 2 % bedragen. Hoewel de onderliggende inflatie, die de fundamentele tendens van de consumptieprijzen weergeeft, verder zou terugvallen van 2 % vorig jaar tot 1,6 % in 2004 en 1,5 % in 2005, zou die afname ruimschoots gecompenseerd worden door de recente olieprijsstijgingen en de verdere uitdoving van het neerwaartse effect van de afschaffing/vermindering van het kijk- en luistergeld (afhankelijk van het gewest). De gezondheidsindex, die niet beïnvloed wordt door de prijsstijgingen van motorbrandstoffen, zou dit en volgend jaar minder snel toenemen dan de nationale consumptieprijsindex (1,6 % in 2004 en 1,7 % in 2005). Als gevolg van de overschrijding van de spilindex in september 2004, zullen de sociale uitkeringen in oktober 2004 en de wedden van het overheidspersoneel in november 2004 met 2 % aangepast worden aan de toegenomen levensduurte. Overeenkomstig de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de spilindex (die momenteel 116.15 bedraagt) in 2005 niet overschreden worden.

Bijlage: zie www.pressreleases.be

Meer informatie :
Filip Vanhorebeek

02/507.74.12.
fvh@plan.be

URL: http://www.plan.be Picture: (None)
Attachments: bfp_20041001_114145_271_Att_1.pdf