Algemene Onderwijsbond


* 30 september 2004; De AOb is positief over terugdraaien bezuinigingen, oormerken van geld is kwalijke zaak 30 september 2004; De AOb is positief over terugdraaien bezuinigingen, oormerken van geld is kwalijke zaak
Gedupeerde scholen blijven gedupeerd, ondanks terugdraaien bezuinigingen
De Algemene Onderwijsbond is positief over het feit dat de bezuinigingen op onderwijs teruggedraaid worden. Tegelijkertijd vindt de AOb het zeer spijtig dat het geld nu opeens geoormerkt wordt. Dit betekent dat het geld niet daar blijft waar het weggehaald is, maar dat het ergens anders aan besteed moet worden. Veel scholen schieten daarom niets op met het terugdraaien van de bezuinigingen: deze scholen moeten alsnog fors inleveren. De leerlingen aan wie het geld tot nu toe besteed werd raken de extra begeleiding dus toch kwijt.

Liesbeth Verheggen, dagelijks bestuurder Algemene Onderwijsbond: Het blijkt dat actie loont. Tegen de plannen 100 miljoen te bezuinigen op Gemeentelijk Onderwijs Achterstandsbeleid (GOA) hebben we maanden geprotesteerd: via de media, officiële kanalen en wandelgangencircuit. Duidelijk is wel dat we nog niet klaar zijn met actie voeren. We willen dat het budget behouden blijft voor de scholen die het t hardst nodig hebben.

De aangenomen motie van de coalitiepartijen stelt dat het geld voortaan ingezet moet worden voor vroeg- en voorschoolse educatie (kinderen van 2 tot 4 jaar met een taalachterstand), schakelklassen (speciale klassen gericht op het voldoende leren beheersen van de Nederlandse taal om basis- of voorgezet onderwijs te kunnen volgen) en extra begeleiding voor vmbo-leerlingen. Momenteel wordt het geld voornamelijk besteed aan extra begeleiding en ondersteuning van achterstandsleerlingen op basisscholen en in het voortgezet onderwijs. De Algemene Onderwijsbond onderkent het belang van vroeg- en voorschoolse educatie (VVE). Momenteel gaat het budget hiervoor naar de gemeenten en in de nieuwe plannen zal dit zo blijven. Hoewel er dringende behoefte is aan deze vorm van pedagogische begeleiding, zijn veel gemeenten niet in staat het beschikbare budget optimaal te benutten. De AOb vindt het de overweging waard de verantwoordelijkheid voor het opzetten en uitvoeren van VVE bij de scholen zelf te leggen. Als dit goed geregeld is, is ophoging van het budget zinvol. Maar ook dan niet ten koste van het huidige budget.
Ook het verplicht inzetten van het budget voor extra schakelklassen is volgens de AOb een achteruitgang van het totale achterstandsonderwijs. Deze geldstroom loopt bovendien via de gemeenten en niet rechtstreeks naar de scholen. De AOb vindt het niet passend dat de minister, via de gemeenten, dicteert hoe scholen taalachterstand moeten wegwerken. Liesbeth Verheggen, Algemene Onderwijsbond: Het is de verantwoordelijkheid van de school om te bepalen hoe taalachterstand wordt weggewerkt. De minister praat wel veel over meer autonomie voor de scholen, maar nu opnieuw dicteert zij van bovenaf hoe scholen moeten werken. De AOb vindt dat het geld rechtstreeks naar de scholen moet, opdat die adequaat hun kennis en kunde kunnen inzetten voor het bestrijden van taalachterstanden.

De AOb feliciteert de Tweede Kamerfracties van de coalitiepartijen met het behaalde resultaat, maar tegelijkertijd doet de grootste onderwijsvakbond een beroep op de fracties om het oormerken van het budget opnieuw te overwegen.