1red14790
01-10-2004, AVRO, Twee Vandaag, Nederland 2, 18.20 uur
VICE-PREMIER DE GRAAF, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD, OVER
GEZONDHEID PREMIER BALKENENDE, AANWEZIGHEID PREMIER BIJ EUROPESE TOP,
VERVANGING PREMIER, INZET F16'S BIJ VOORZORGSLANDING, DEMONSTRATIE
VAKBONDEN, PEILING: VERTROUWEN IN HET KABINET
VAN DE GRAAF:
U heeft vandaag de ministerraad voorgezeten als waarnemend minister-president. Balkenende in het
ziekenhuis, Zalm in Washington. Hoe gaat het met meneer Balkenende?
DE GRAAF:
Met Jan Peter Balkenende gaat het naar de bekende omstandigheden prima. We hebben gelukkig kunnen
constateren dat de artsen de situatie zo vonden dat ze ook de hersteloperatie vandaag konden uitvoeren.
Dat betekent dat we nu de komende dagen even moeten afwachten of dat allemaal aanslaat. Ik ben geen
medicus, ik kan er dus ook niet over oordelen, maar dat begrijp ik. Dan hebben we goede hoop dat hij in
de komende weken goed herstelt en nog in deze maand, die net is begonnen, weer volledig actief kan zijn.
VAN DE GRAAF:
Aan het werk kan zijn.
DE GRAAF:
Ja, dat hopen we. Ik heb geen verwachtingen in de zin van medische verwachtingen, maar dat hoop ik
natuurlijk wel.
VAN DE GRAAF:
Nou ligt die man ondertussen met zware medicijnen, drie keer achter elkaar geopereerd. Dan kan het niet
zo zijn dat die man de hele dag stralend van de lach aktetassen vol met dossiers ligt weg te werken.
DE GRAAF:
Ik weet niet of hij aktetassen met dossiers ligt weg te werken. Ik heb hem zelf gisteren aan de telefoon
gehad, hij klonk buitengewoon actief en ook opgewekt overigens. Hij krijgt duizenden kaarten, dat doet
hem overigens ook buitengewoon goed. Ik merkte aan alles dat hij het ook aardig goed volgt. Ik weet ook
dat collega's contact met hem hebben, bijvoorbeeld over Europese zaken, over het voorzitterschap.
AANWEZIGHEID BALKENENDE BIJ EUROPESE TOP
VAN DE GRAAF:
Daar wilde ik eigenlijk naartoe. Vijf november is die grote Europese top waar hij natuurlijk voorzitter zou
moeten zijn als hij dat kan. Maar er zit natuurlijk ook een hoop voorwerk aan. Zou hij dat kunnen halen,
als u zegt: in deze maand nog aan de slag. Heeft hij dan het voornemen om 5 november weer acte de
présence te geven?
DE GRAAF:
Ik denk dat alles erop gericht is dat de minister-president 5 november gewoon weer voorzitter van de
Europese Raad kan zijn. Daar gaan een aantal voorbereidingen aan vooraf. Deels is Balkenende daar ook
zelf bij betrokken, de moderne communicatiemiddelen staan voor niks. We hebben natuurlijk de minister
van Buitenlandse Zaken Ben Bot die er heel actief in is, de permanente vertegenwoordiger, Gerrit Zalm
die daar een rol in speelt. We hebben ook elke week een goed overleg met een aantal mensen over het
voorzitterschap, dus daar hoeft u zich geen zorgen over te maken. Als hij de komende weken nog niet
alles kan doen, dan kan hij volledig ingeschoven worden.
VERVANGING PREMIER
VAN DE GRAAF:
Ik vraag het ook nog om een andere reden, want bij het CDA wordt ook nog wel voorzichtig gesproken
over het idee om mevrouw van der Hoeven te benoemen tot derde vice-minister-president en die dan
meteen de baas te laten worden.
DE GRAAF:
Er is er maar een de baas en dat is de minister-president. Het heeft niet zoveel zin om er nog een vice-
premier bij te gaan benoemen. Ik weet dat bij het CDA is afgesproken, en dat vind ik ook een hele goede
oplossing, dat voor het partijpolitieke deel mevrouw Van der Hoeven, die geloof ik de eerstvolgende op
de lijst was bij de verkiezingen, dat die in die functie Balkenende waarneemt. Dat betekent dat als wij
politiek overleg hebben zoals we dat normaal tussen premier en twee vice-premiers hebben, dan is het nou
tussen Zalm, Maria van der Hoeven en mij.
VAN DE GRAAF:
Maar dat Maria van der Hoeven straks de Europese top voorzit kunnen we met zijn allen gevoeglijk uit
ons hoofd zetten.
DE GRAAF:
Ik denk dat u ervan uit moet gaan dat de minister-president Balkenende de top voorzit en voor de time
being is er een uitstekende vervangingsregeling met Zalm als eerste vice-premier, dus die neemt waar.
VAN DE GRAAF:
En er komt geen nieuwe vice-premier bij.
DE GRAAF:
In het kabinet is er geen enkele opmerking over gemaakt, geen enkele reden toe en volgens mij breder in
de coalitie ook niet.
INZET F16'S BIJ VOORZORGSLANDING
VAN DE GRAAF:
Gisteren in het nieuws: een passagierstoestel landt op Schiphol, vergezeld door twee F16's. Wat deden die
twee F16's?
DE GRAAF:
Dat is een procedure die het zeker voor het onzekere neemt. Zeker in die split second waarin een vliegtuig
zich boven Nederlands grondgebied gaat begeven, terwijl er onduidelijkheid is over wat er aan de hand is,
een bom of niet, kapers of niet, dan wordt het zekere voor het onzekere genomen. Daar zijn ook
procedures voor. Dan stijgen de F16's op om in de eerste plaats te begeleiden en als het even kan, als daar
een probleem zou rijzen, om de vlieger of kapers te bewegen hem op de grond te zetten. Dat is in ieder
geval het eerste dat moet gebeuren.
VAN DE GRAAF:
Nu was er een bomalarm, dan kunnen ze sowieso niets doen, maar goed, ze gaan er voor de zekerheid
naast vliegen. Ik neem aan dat ze dan kijken of er ergens een kerel met een pistool in de cockpit staat of
dat er andere signalen worden gegeven. Of dat er elektronische signalen komen van: wij zijn gekaapt. Wat
kan je dan nog doen als F16 vlieger, als dat vliegtuig gekaapt is en ze mikken op Amsterdam CS?
DE GRAAF:
Ik ben geen F16 vlieger. Ik weet wel, en dat is ook niet zo raar, zeker niet sinds 11 september 2001, waar
we de voorbeelden hebben gezien hoe een vliegtuig met vreselijk onschuldige passagiers kan worden
ingezet als een bijna menselijke bom met verwoestende effecten, dat je daar van te voren over moet
nadenken wat je daartegen kan doen. Dat betekent dat in ultieme gevallen er kan worden opgetreden tegen
zo'n vliegtuig, omdat de verwoesting die het gevolg kan zijn als zo'n vliegtuig zich bijvoorbeeld in de stad
boort nog vele malen erger zou kunnen zijn dan het feit dat het vliegtuig op zichzelf ontploft, wat op zich
al vreselijk is. In dat soort situaties, daar moet je al helemaal niet op speculeren, dat was gisteren ook
absoluut niet aan de orde, hebben we afspraken en procedures waarin de minister van Justitie uiteindelijk
degene is die, als het ooit aan de orde zou komen, die beslissing moet nemen. Dus niet de F16 vlieger
maar uiteindelijk de minister van Justitie.
VAN DE GRAAF:
Dus als we ooit in de situatie zijn waarbij we menen zeker te weten dat een kaper een vliegtuig laten
neerstorten op een stad of in een gebouw of wat dan ook, dan zou het ultieme resultaat kunnen zijn dat
die F16's dat vliegtuig uit de lucht schieten.
DE GRAAF:
Ik geloof dat je dat niet moet uitsluiten, maar ik wil graag het beeld wegnemen dat de Nederlandse
overheid of in Europa iedereen, dat we zo zenuwachtig worden dat voortdurend F16's opstijgen, dat is
niet aan de orde.
VAN DE GRAAF:
Maar het lijkt me toch van belang dat we ons met zijn allen realiseren in wat voor tijd we leven, want dit
soort procedures waren er vroeger niet. Die zijn er na 11 september.
DE GRAAF:
Nou is het niet zo dat die er vroeger nooit waren. Ook in het verleden had de minister van Justitie in zeer
bijzondere gevallen die bevoegdheid. Dus men heeft zich ook in het verleden gerealiseerd dat er
omstandigheden kunnen zijn die je niet van tevoren kunt voorspellen.
VAN DE GRAAF:
Maar sinds 11 september is er een nieuw protocol, geactualiseerd en het lijntje ligt er.
DE GRAAF:
Sinds 11 september is iedereen veel alerter geworden. De vroegere vormen van terrorisme zijn niet meer
de huidige vormen van terrorisme. Er worden zaken als vliegtuigen, boten, onschuldige burgers als
middelen ingezet. Dan moet je je goed afvragen: wat kun je ertegen doen, is het mogelijk en wat zijn de
consequenties? Daar hebben we ons op voorbereid.
VAN DE GRAAF:
Maar laten we het ons realiseren, opdat we weten in wat voor tijd we leven, want die twee F16's die
opstijgen, die stijgen niet op zonder een paar raketten aan boord.
DE GRAAF:
Ik denk dat u zich moet realiseren, maar dat doet u ook, dat in deze tijd de overheid verplicht is om al het
mogelijke te doen als het erop aankomt om enorme rampen te voorkomen.
VAN DE GRAAF:
Denkt u dat mensen zich dat hebben gerealiseerd? Ik hoorde gisteren mensen zeggen: wat doen die twee
F16's daar? Die wijzen de weg naar Schiphol.
DE GRAAF:
Ik denk dat het moeilijk is om je dat concrete geval voor te stellen, maar ik denk dat iedereen nog op zijn
netvlies heeft hoe die vliegtuigen zich het World Trade Centre inboorden. Ik kan me niet voorstellen dat
mensen dat beeld zijn vergeten.
DEMONSTRATIE VAKBONDEN
VAN DE GRAAF:
Nog één ander onderwerp: morgen een demonstratie in Amsterdam. Honderdduizend man, er wordt over
200.000 gesproken. Begrijpt u waarom die mensen zo boos zijn?
DE GRAAF:
Ik heb wel begrip, en dat geldt niet alleen voor mij, dat geldt voor het hele kabinet, voor het feit dat veel
mensen worden geconfronteerd met maatregelen die op de korte termijn ingrijpen in hun leven, pijn doen
zelfs. Het is moeilijk om je dan uiteindelijk te realiseren dat die maatregelen op de lange termijn ons sociaal
stelsel, onze welvaart en onze samenleving duurzaam maken en dus ook toekomst bieden aan volgende
generaties. Dat komt snel, het is inderdaad een hervormingsagenda die ook echt wat inhoudt. Dat mensen
daarvan geschrokken zijn, begrijp ik ook. Ik heb dus ook respect voor mensen die morgen in Amsterdam
zeggen: ik wil daartegen demonstreren. Ik zeg er ook bij dat de afgelopen maanden al veel is
gediscussieerd en gedebatteerd en dat in het democratisch proces de afgelopen dagen de
Kamermeerderheid, mede onder invloed van de maatschappelijke discussie...
VAN DE GRAAF:
Ja, ja, die heeft het allemaal geratificeerd.
DE GRAAF:
Die heeft wel wat fundamenteels ook toegevoegd, of zo u wilt, wat afgedaan om datgene wat wij willen
wat zachter te laten lopen in de samenleving.
VAN DE GRAAF:
Maar de bonden zeggen: voor ons lang niet genoeg, de demonstratie gaat door. Mijn vraag aan u is: wat
doet het kabinet om weer aan tafel te komen met die bonden? Dat lijkt me toch het eerste wat moet
gebeuren.
DE GRAAF:
Er is overigens, met alle respect voor degenen die morgen gaan demonstreren: een demonstratie is er niet
voor nodig om ons ervan te overtuigen dat we, ondanks het conflict op deze punten met de
vakorganisaties toch gewoon weer aantafel moeten gaan zitten.
VAN DE GRAAF:
Wat gaat u doen om aan tafel te komen?
DE GRAAF:
Wij gaan de komende maanden proberen dat gesprek weer te openen. We weten waar we het over oneens
zijn, daar heeft de politieke besluitvorming over plaatsgevonden. Er zijn tal van onderwerpen, variërend
van de jeugdwerkloosheid, we hebben arbeidsvoorwaarden algemeen, innovatie, waar de sociale partners
en de overheid met elkaar in gesprek moeten blijven. Dat betekent dat er op een geven moment ook
initiatieven van ons kunnen komen. Het is niet alleen een kwestie van : als je zin hebt om langs te komen,
kom maar langs. Ook van ons zal die hand moeten worden uitgestoken.
PEILING: VERTROUWEN IN HET KABINET
VAN DE GRAAF:
Baart het u en de rest van het kabinet zorgen dat het vertrouwen in het kabinet zo onvoorstelbaar laag is,
zoals het nooit eerder is geweest? Zevenenzeventig procent van alle Nederlanders en tussen twee haakjes,
bij D66 78%, heeft weinig of heel weinig vertrouwen in dit kabinet.
DE GRAAF:
Ik zou liegen als ik zou zeggen: dat baart mij geen zorgen. Natuurlijk baart dat het kabinet zorgen. Het
baart mij persoonlijk ook zorgen, want het betekent dat de maatregelen die wij treffen, die voelen mensen
soms als een klap in hun gezicht.
VAN DE GRAAF:
En u wordt niet gedragen, wel in het parlement maar niet door het publiek.
DE GRAAF:
Het draagvalk is niet groot. Tegelijkertijd, en dat is natuurlijk de essentie van een parlementaire
democratie, daarom heb je ook vier jaar de kans om te regeren en niet elke dag weer andere verkiezingen,
dat je ook de gelegenheid moet hebben als de Kamer zegt: we vinden dat een goede lijn, om dat ook door
te zetten om vervolgens ook te kunnen laten zien dat wat je deed het ook waard was voor de toekomst
van de mensen en de volgende generaties, dus ook de kinderen.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, LJ)
Ministerie van Algemene Zaken