CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 40
Datum: 30 september 2004
Nota Mobiliteit pakt in grote lijnen gunstig uit voor de welvaart
De Nota Mobiliteit spreekt over een bedrag van in totaal 21,5 mld euro
voor uitbreiding van de capaciteit van de hoofdwegen in de periode
2011-2020. Het grootste deel van deze investeringen heeft een hoog
maatschappelijk rendement.
Verder behandelt de Nota ook systemen van beprijzen om de filedruk
terug te dringen. Vooral de congestieheffing, die alleen wordt geheven
op wegvakken en dagdelen waarop het erg druk is, heeft hoge
maatschappelijke baten.
Tot slot trekt de Nota Mobiliteit 31 mld euro uit voor onderhoud en
vervangingen van rijkswegen, spoor en waterwegen. In historisch
perspectief is dat veel. Een kritische blik is nodig, in het bijzonder
bij het spoor en de kleinere vaarwegen, om na te gaan of dat geld
overal even effectief wordt ingezet, en of de gebruikers van de
infrastructuur er voldoende baat bij hebben.
Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag
verschenen CPB Document Economische toets op de Nota Mobiliteit. Deze
studie is uitgevoerd op verzoek van het Ministerie van Verkeer en
Waterstaat. De Nota Mobiliteit schetst hoe het verkeer en vervoer zich
tot 2020 ontwikkelen, en hoe de regering deze ontwikkelingen wil
ondersteunen.
Het CPB heeft een globale berekening gemaakt van de effecten van de
plannen uit de Nota Mobiliteit op de welvaart. Bij het berekenen van
het maatschappelijk rendement onderzoekt het planbureau de verhouding
tussen de maatschappelijke baten, zoals het verminderen van files, en
de maatschappelijke kosten.
Voorstellen Nota Mobiliteit op het terrein van wegverkeer
Door de geraamde groei van het wegverkeer met bijna 50% neemt de
gemiddelde snelheid op de Nederlandse wegen in de periode tot 2020
verder af. Om dit geheel of ten dele te voorkomen spreekt de Nota
Mobiliteit over het investeren in de uitbreiding van wegcapaciteit en
over twee manieren van beprijzen: variabilisering resp.
congestieheffing.
Overigens is het de bedoeling dat bij het meer variabel maken van de
autokosten de opbrengst van variabilisering of congestieheffing wordt
teruggesluisd naar de weggebruikers in de vorm van een verlaging van
de autobelastingen, d.w.z. de Wegenbelasting en eventueel ook de BPM.
Beide manieren van beprijzen betekenen dan een verschuiving van vaste
autokosten naar variabele, zodat automobilisten een sterkere prikkel
hebben om het aantal te rijden kilometers te beperken.
Uitbreiding wegcapaciteit
Het uitbreiden van de capaciteit van de hoofdwegen, vaak door extra
rijstroken, heeft een maatschappelijk rendement van rond de 10%. Dit
is meer dan de gebruikelijke rendementseis van 4% à 7% voor publieke
investeringen. Op sommige trajecten is het rendement echter een stuk
lager vanwege hoge inpassingskosten. Die kosten kunnen bijvoorbeeld
voortvloeien uit natuurlijke barrières zoals het Naardermeer, het
IJmeer of de Merwede.
Een goede strategie voor het wegennet vereist ook veel meer aandacht
dan tot nu toe voor de regionale wegen. De Nota Mobiliteit toont hier
oog voor, maar maakt nog onvoldoende duidelijk hoe met
belangentegenstellingen tussen Rijk en lokale overheden zal worden
omgegaan.
Gedifferentieerde congestieheffing om files gericht tegen te gaan
Juist ook waar sprake is van hoge inpassingskosten kan een
congestieheffing uitkomst bieden, d.w.z. een heffing voor alleen de
wegvakken en dagdelen waarop het erg druk is. In de Nota Mobiliteit
wordt gesproken over een forse heffing van 11,2 eurocent per kilometer
voor 4% van het wegverkeer. Deze naar plaats en tijd gedifferentieerde
heffing reduceert het verkeer op de betreffende wegdelen en dagdelen
met eenderde. Omdat de heffing wordt geheven in de spits gaat het
vooral ten koste van het woon-werkverkeer. De verbeterde doorstroming
komt ten goede aan het resterende woon-werkverkeer, maar vooral ook
aan het vrachtverkeer en het zakelijke verkeer. De totale
maatschappelijke baten van 1,2 mld euro per jaar wegen ruim op tegen
de kosten van het systeem.
Heffing per kilometer op alle wegen en gedurende de hele dag
Een andere manier om het gebruik van rijkswegen te beprijzen is een
ongedifferentieerde kilometerheffing. Door de heffing uit te smeren
over het hele wegennet en gedurende de gehele dagen kan de heffing
worden verlaagd tot 0,5 eurocent per kilometer om dezelfde opbrengst
te realiseren als met een congestieheffing van 11,2 eurocent. De
maatschappelijke baten van deze ongedifferentieerde variabilisering
zijn aanzienlijk lager dan van een gedifferentieerde congestieheffing.
Reden is dat dit systeem ook het verkeer ontmoedigt op wegvakken en op
dagdelen waarop geen sprake is van filevorming. Het levert daarom een
relatief geringe bijdrage aan de doorstroming, zodat de transportbaten
bescheiden zijn.
Onderhoud en vervanging van rijkswegen
De Nota Mobiliteit reserveert 10 mld euro voor onderhoud en
vervangingen van rijkswegen. In historisch perspectief is dat wel
veel, maar het blijft altijd nog minder dan 1% per jaar van de
vervangingswaarde. De weg vereist blijkbaar relatief weinig onderhoud.
Instandhouding van de capaciteit ligt daarom voor de hand. Dat neemt
niet weg dat een kritische blik op de doelmatige aanwending van het
bedrag geboden is. Op minder intensief gebruikte weggedeeltes kan men
volstaan met een iets bescheidener kwaliteit van de weg, op de drukste
wegen is een hogere kwaliteit geboden.
Onderhoud en vervanging van spoorinfrastructuur
Voor onderhoud en vervanging op het spoorwegennet reserveert de Nota
Mobiliteit 13,5 mld euro. Dat is per jaar 4% van de vervangingswaarde.
Het spoor is blijkbaar een systeem dat veel onderhoud vereist, en
juist in de periode 2011-2020 zijn veel onderdelen aan vervanging toe.
Het ligt dan ook voor de hand om zeer kritisch te kijken hoe, waar en
wanneer onderhoud moet plaatsvinden.
Men kan zich afvragen of alle delen van het huidige spoornet wel
vervangen moeten worden. In lijn hiermee geeft de Nota prioriteit aan
de 'dikke stromen', trajecten waar meer dan 40 duizend reizigers per
werkdag worden vervoerd. Maar het is nog niet duidelijk wat dat
betekent voor de vervangingen.
Doelmatigheid vereist ook dat de vervoerders, zoals de NS en Railion,
een adequate vergoeding betalen voor de kosten van het onderhoud aan
het spoor, zowel op het gemengde net als op de Betuweroute.
In de Nota Mobiliteit wordt veel geschreven over de gewenste verhoging
van de punctualiteit op het spoor. Het is de vraag of treinreizigers
een hogere punctualiteit wel zo veel waard vinden dat ze bereid zijn
te betalen voor de hogere kosten. Bovendien wordt slechts eenderde van
de vertragingen veroorzaakt door problemen met de infrastructuur.
Belangrijke alternatieven om de punctualiteit te verhogen liggen bij
het rollend materieel en de dienstregeling. Overigens blijken de
vertragingen op rijkswegen door files twee tot drie keer groter te
zijn dan de vertragingen op het spoor.
Onderhoud en vervanging van rijkwaterwegen
Voor het onderhoud aan de waterwegen wordt 7,5 mld euro uitgetrokken.
Daar komt nog ruim 1 mld euro bij voor benuttingmaatregelen, zoals
verhoging van bruggen of verdieping van sluizen. Net als bij wegen en
het spoor is ook bij de rijkswaterwegen de professionalisering van de
onderhoudsprogrammering in gang gezet, maar wel iets later. De
hoofdtransportassen, de Waal voorop, vergen naar het zich laat aanzien
naar verhouding weinig onderhoud, terwijl ze zeer grote
transportstromen faciliteren. De rentabiliteit van onderhoudsuitgaven
voor deze vaarwegen lijkt gunstig. Vragen rijzen echter rond de
doelmatigheid van het onderhoud aan de andere vaarwegen, zoals de
Twentse en de Brabantse kanalen. De onderhoudskosten lijken hoog
terwijl de maatschappelijke waarde als vaarweg beperkt is.
CPB Document 65, Economische toets op de Nota Mobiliteit, ISBN
90-5833-190-3, is te bestellen bij:
Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefax:070-3383350
E-mail: bibliotheek@cpb.nl
Prijs: 9,- euro
De volledige publicatie is tevens (gratis) beschikbaar als
PDF-bestand. De Nota Mobiliteit is te vinden op www.notamobiliteit.nl.
Inlichtingen bij: Paul Besseling (tel: 070-3383416), Taco van Hoek
(tel: 070-3383396) of Jacqueline Timmerhuis (tel: 070-3383477)
Centraal Planbureau