Gezondheidsraad

Persbericht

Cyclohexanol; Evaluation of the effects on reproduction, recommendation for classification

Vier stoffen beoordeeld als potentieel schadelijk voor de voortplanting

In vier vandaag aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uitgebrachte adviezen beoordeelt de Gezondheidsraad de gevolgen van blootstelling aan EMS, IPMS, methylchloride en cyclohexanol voor de vruchtbaarheid en voor de ontwikkeling van het nageslacht. De bevindingen van de commissie zijn geformuleerd in de door de Europese Unie gekozen terminologie en dienen als uitgangspunt voor de wettelijke classificatie als reproductietoxische stof.

Methylchloride

Methylchloride wordt voornamelijk gebruikt bij de productie van silicone polymeren, en bij de synthese van diverse stoffen. Er zijn voldoende gegevens voor het sterke vermoeden dat blootstelling aan methylchloride bij mensen de vruchtbaarheid kan schaden. Daarom adviseert de Gezondheidsraad methylchoride te classificeren in categorie 2 (stoffen die dienen te worden beschouwd alsof zij bij de mens de vruchtbaarheid schaden). Het is niet bekend wat de eventuele effecten van blootstelling zijn op de ontwikkeling van het nageslacht bij mensen of bij proefdieren. De Gezondheidsraad adviseert daarom methylchloride niet te classificeren voor het criterium effect op de nageslacht.

Cyclohexanol

Cyclohexanol wordt gebruikt als intermediair bij de synthese van nylon en kunststoffen. De Gezondheidsraad acht de schadelijkheid van blootstelling aan cyclohexanol voor de vruchtbaarheid niet voldoende bewezen. Wel ziet de raad redenen voor bezorgdheid en adviseert daarom in categorie 3 (stoffen die in verband met hun mogelijke voor de vruchtbaarheid van de mens schadelijke effecten reden geven tot bezorgdheid) te classificeren. Over de eventuele schade aan het nageslacht is nog onvoldoende bekend. De Gezondheidsraad adviseert daarom cyclohexanol niet te classificeren voor het criterium effect op de nageslacht.

Ethylmethaansulfonaat (EMS)

Ethylmethaansulfonaat wordt voornamelijk gebruikt als modelstof in biomedisch onderzoek. Onderzoeksgegevens bevestigen het sterke vermoeden dat blootstelling aan EMS bij mensen de vruchtbaarheid kan verstoren. Daarom adviseert de Gezondheidsraad EMS te classificeren in categorie 2. Wat betreft de ontwikkeling van het nageslacht is er volgens de Gezondheidsraad reden tot bezorgdheid. De raad adviseert daarom EMS in categorie 3 te classificeren (stoffen die in verband met hun mogelijke voor de ontwikkeling schadelijke effecten reden geven tot bezorgdheid voor de mens).

Isopropylmethaansulfonaat (IPMS)

Ook isopropylmethaansulfonaat wordt voornamelijk toegepast in biomedisch onderzoek. De Gezondheidsraad acht niet voldoende bewezen dat blootstelling aan IPMS schadelijk is voor de vruchtbaarheid of voor de ontwikkeling van het nageslacht. De raad ziet echter wel redenen voor bezorgdheid en adviseert daarom IPMS in beide opzichten in categorie 3 te classificeren.
De besproken adviezen zijn opgesteld door de Commissie Reproductietoxische stoffen van de Gezondheidsraad. In deze commissie hebben zitting:

· dr BJ Blaauboer, toxicoloog; IRAS, Universiteit Utrecht, voorzitter · ir AM Bongers; Ministerie van Sociale Zaken Werkgelegenheid, adviseur · dr HFP Joosten, toxicoloog; NV Organon, Oss · prof dr D Lindhout, klinisch geneticus, kinderarts; UMC Utrecht · dr JHJ Copius Peereboom-Stegeman, toxicoloog; UMC, St Radboud, Nijmegen · dr AH Piersma, reproductietoxicoloog; Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven · dr N Roeleveld, epidemioloog; UMC, St Radboud, Nijmegen · ir DH Waalkens-Berendsen, reproductietoxicoloog; TNO Voeding, Zeist · dr PJJM Weterings, toxicoloog; Weterings Consultancy BV, Rosmalen · dr ASAM van der Burght; Gezondheidsraad, Den Haag, secretaris

Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekt mw dr ASAM van der Burght, tel. (070) 3407017, e-mail A.vander.Burght@gr.nl. 30 september 2004