Persbericht
Betaald voetbal moet investeren in het voorkomen van criminele
inmenging
29 september 2004
De bedrijfstak Betaald Voetbal moet meer investeren in het voorkomen
van inmenging door criminele organisaties. De sector is kwetsbaar voor
inmenging door de georganiseerde misdaad. Op terreinen als
spelerstransfers, financiering en exploitatie van stadions, sponsoring
en het gokken op wedstrijduitslagen bestaat een verhoogd risico, met
name vanwege de financiële belangen die daarin een rol spelen. Meer
transparantie is geboden en de clubs zouden meer moeten investeren in
het vergroten van de weerbaarheid. Bijvoorbeeld door het opstellen van
een eigen risicoanalyse, het screenen van bestuurders en geldschieters
en onafhankelijke monitoring van de geldstromen. Dit blijkt uit een
preventieve doorlichting door KPMG Integrity & Investigation Services
in opdracht van het ministerie van Justitie. Het rapport is inmiddels
ter beschikking gesteld aan de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond
(KNVB) en de diverse Betaald Voetbal Organisaties (BVOs).
Het ministerie van Justitie is enkele jaren geleden gestart met het
preventief doorlichten van enkele bedrijfssectoren. Preventief omdat
de onderzoeken niet tot doel hebben om eventuele misstanden aan te
tonen. Er wordt enkel en alleen gekeken naar de kwetsbaarheid en
risicos voor een eventuele inmenging van de georganiseerde misdaad.
Het onderzoek van de bedrijfstak betreft een beperkt casusonderzoek
aan de hand van achttien interviews met direct betrokkenen en
literatuuronderzoek. De onderzoekers waarschuwen dan ook voor
generalisering van de resultaten.
De bedrijfstak Betaald Voetbal heeft te maken met aanzienlijke
geldstromen en grote financiële belangen. De prestaties van de club op
het veld zijn medebepalend voor de financiële positie, en de
concurrentie, ook internationaal, is fors. De bestedingen in de sector
bedragen (meting 1998) 1,6 miljard euro waarvoor de consumenten, de
sponsors en de overheid verantwoordelijk zijn. Binnen de bedrijfstak
is sprake van vele transacties waarbij het gaat om hoge bedragen,
bijvoorbeeld op de transfermarkt of bij de verkoop van
televisierechten. Tevens werken er duizenden mensen. Deze omvang maakt
de sector per definitie aantrekkelijk voor criminele organisaties.
De transfermarkt kenmerkt zich door grote geldstromen. Met name het
aankopen van spelers uit het buitenland en de bijbehorende inzet van
spelermakelaars en de voorwaarden die gesteld worden aan de transfer
zijn kwetsbaar. Het risico bestaat dat, onder meer vanwege de
tijdsdruk, BVOs instemmen met voorwaarden zonder geheel zicht te
hebben op de herkomst van de gelden of de fiscale gevolgen van de
transactie. Er zijn signalen dat illegale makelaars zich op gerichte
momenten laten vervangen door een gecertificeerde makelaar. Ook kan
niet uitgesloten worden dat investeringen in transfers door derden
worden gefinancierd met zwart geld. en dat commissiegelden in
voorkomende gevallen worden gestort op rekeningen in landen met een
bankgeheim.
Bij de bouw en het beheer van een stadion zijn er veelal meerdere
partners actief. Dat kan publiek zijn (de gemeente) maar ook privaat.
Het staat niet altijd vast wat de herkomst is van de investeringen
door derden. Deze private partners genereren hun winst bij een
eventuele verkoop van het stadion. Bij een investering met zwart geld
kan de winst gewit worden. Tevens ligt bij een publiek-private
samenwerking een ongewenste belangenverstrengeling op de loer. Zeker
op lokaal niveau bestaat het risico dat publieke partijen onder druk
komen te staan om andere overheidsopdrachten te gunnen aan private
partners die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van een stadion.
Een BVO is voor een deel van de inkomsten afhankelijk van meerdere
sponsors. Deze investeren in BVOs vanuit marketingtechnische redenen.
Er wordt door de KNVB wel gecontroleerd of er sponsorcontracten zijn
opgesteld maar er vindt geen controle plaats op de achtergronden van
de sponsors. De georganiseerde misdaad kan sponsoring benutten als
toegang tot de bovenwereld. Door het verkrijgen van een zekere
machtspositie binnen een BVO heeft de sponsor immers toegang tot een
zakelijk netwerk.
Door enkele respondenten wordt aangegeven dat zij niet uit kunnen
sluiten dat spelers en scheidsrechters worden omgekocht om de uitslag
van een wedstrijd te beïnvloeden. Dit zou enkele wedstrijden per jaar
voorkomen. Bijvoorbeeld bij wedstrijden die vanwege de competitie niet
langer van belang zijn, maar waarbij wel gewed kan worden op de
uitslag. Voetbalspelers en scheidsrechters zouden gevoelig kunnen
zijn voor omkoping omdat er grote verschillen bestaan tussen hun
salarissen of in die gevallen waarin zij schulden hebben.
De onderzoekers adviseren de BVOs meer te investeren in het vergroten
van de weerbaarheid voor criminele inmenging. Bijvoorbeeld door
bestuurders en geldschieters te screenen. Verder zouden BVOs een eigen
risicoanalyse moeten laten uitvoeren en de geldstromen laten monitoren
door een onafhankelijke toezichthouder. Een eigen gedragscode zou een
cultuur van transparantie kunnen stimuleren. De overkoepelende
organisaties zou meer aandacht moeten hebben voor de voorwaarden
rondom transfers. Mogelijk dat deze organisatie ook een rol zou kunnen
vervullen bij het formuleren van een gedragscode. De overheid zou meer
toezicht moeten houden op de publiek-private samenwerking. Tevens zou
het, aldus de onderzoekers, zinvol zijn om de BVOs te verplichten hun
jaarrekeningen te openbaren.
De uitkomsten van de doorlichting zullen worden besproken in een
rondetafelbijeenkomst met vertegenwoordigers van alle
belanghebbenden.
Ministerie van Justitie